77
ń
7.11 Automatische uitschakeling (Standby)
In de fabriek is de flitser zo ingesteld, dat hij ong 10 minuten –
• na het inschakelen;
• na het ontsteken van een flits;
• na het aantippen van de ontspanknop op de camera;
• na uitschakelen van het belichtingsmeetsysteem in de camera …
… in de stand-by functie schakelt (Auto-OFF) om energie te sparen en de voe-
ding te beschermen tegen onbedoeld ontladen. De aanduiding van flitsparaa-
theid
en de aanduidingen in het LC-display doven uit.
De het laatst ingestelde flitsfunctie blijft na de automatische uitschakeling in het
geheugen van de flitser behouden en staat onmiddellijk na het inschakelen weer
ter beschikking. De flitser wordt door op een willekeurige toets te drukken, c.q.
or het aantippen van de ontspanknop op de camera weer ingeschakeld (Wake-
up functie).
Als u denkt, de flitser gedurende langere tijd niet te gebruiken, moet u het appa-
raat altijd via zijn hoofdschakelaar
uitschakelen!
Bij geactiveerde automatische uitschakeling wordt in het display
aangegeven.
De flitser schakelt als hij niet wordt gebruikt na één of tien minuten in de stroom-
besparende stand-by toestand. Om hem weer in te schakelen drukt u op een wil-
lekeurige toets, c.q. op de ontspanknop van de camera. (Wake-Up functie).
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets ‘SEL’, dat in het display ‘Select’ wordt aangegeven.
• Kies met de toetsen UP
en DOWN
het item ‘Standby’. Het geselecteerde
item wordt daarbij tegen een donker balkje getoond.
• Druk op de toets ‘Set’ om uw keuze van deze extra functie te bevestigen.
• Stel met de toetsen UP
en DOWN
de gewenste instelling in. De in stelling
treedt onmiddellijk in werking.
• Druk zo vaak op de toets ‘Return’
, dat het display naar de normale weer-
gave terugschakelt. Als u niet op de toets ‘Return’
drukt, schakelt het
display na ong 5 sec. terug naar de normale weergave.
- Bij de aanduiding ‘Standby 10 min’ vindt de automatische uitschakeling na
10 minuten plaats;
- bij de aanduiding ‘Standby 1 min’ vindt de automatische uitschakeling na 1
minuut plaats;
- Bij de aanduiding ‘Standby OFF’ is de automatische uitschakeling gedeacti-
veerd.
7.12 Vergrendeling van de toetsen (KEYLOCK)
Met de functie voor het vergrendelen van de toetsen (KEYLOCK) kunnen de toet-
sen van de flitser tegen onbedoeld verstellen worden vergrendeld. Als de toets-
vergrendeling via drie toetsen geactiveerd is, wordt in het display het symbool
aangegeven.
Het activeren van de toetsenvergrendeling:
• Druk zo vaak op de toets ‘SEL’, dat in het display ‘Select’ wordt aangegeven.
• Kies met de toetsen UP
en DOWN
het item ‘KEYLOCK‘. Het geselecteerde
item wordt daarbij tegen een donker balkje getoond.
• Druk op de toets ‘Set’ om uw keuze van deze extra functie te bevestigen.
• Stel met de toetsen UP
en DOWN
de gewenste instelling in.
- Bij de aanduiding ‘KEYLOCK Yes?’ wordt de toetsenvergrendeling geacti-
veerd;
- Bij de aanduiding ‘KEYLOCK NO?’ wordt de toetsenvergrendeling gedeacti-
veerd.
Het opheffen van de toetsenvergrendeling:
Bij het drukken op een toets verschijnt in het display de aanduiding ‘UNLOCK?
Press these keys’ Als aanwijzing dat de toetsen vergrendeld zijn verschijnt het
symbool
. Om de toetsen te ontgrendelen moet u de beide middelste toet-
sen ong. 3 seconden ingedrukt houden. Het display schakelt naar de normale
weergave terug als de toetsenvergrendeling is opgeheven.
706 47 0037-A3 58 AF-1 C 30.05.2007 8:52 Uhr Seite 77