NL
|
Gebruiksaanwijzing
8
ning met de op het vermogenschild aangegeven bedrijfs-
spanning van de machine overeenstemt.
Controleer de
kettingzaag voor aanvang van de werkzaamheden op
schade aan de behuizing, de netwerkkabel, de zaag-
ketting en het zaagblad.
Gebruik de ketting nooit zonder
zaagkettingolie!
1. Olietank vullen
(Afb. 1)
De kettingzaag mag nooit zonder kettingolie worden be-
diend, omdat dit tot beschadiging van ketting, zaag en
motor leidt. Bij bediening zonder kettingolie wordt in geval
van schade elk beroep op garantie afgewezen.
Gebruik a.u.b. alleen zaag kettingolie op biologische
basis, die 100% biologisch afbreekbaar is.
Biologische zaag kettingolie is bij elke vakhandel te
verkrijgen. Gebruik geen afdraai (motor) olie. Dit leidt tot
schade aan uw kettingzaag en tot verlies van het recht
op garantie.
• Haal voor het vullen van de olietank de stekker uit het
stopcontact.
• Draai de dop open en leg hem zo terzijde, dat de sluit-
ring in de tankdop niet zoek raakt.
• Vul ongeveer 200 ml olie met een trechter in de tank en
draai de tankdop stevig vast.
• De oliestand is op het kijkglas (2) af te lezen. Wanneer
u de machine gedurende langere tijd niet wilt gebrui-
ken, verwijder dan a.u.b. de kettingolie uit de olietank.
• Voordat de kettingzaag getransporteerd of verstuurd
wordt, dient de olietank eveneens te worden geleegd.
• Voordat u met het werk gaat beginnen moet u de
werking van de kettingsmering controleren. De zaag-
machine met gemonteerde zaag aanzetten en met
inachtneming van voldoende afstand boven open
grond houden (Voorzichtig en niet de grond raken!).
Is er een oliespoor op de ketting te zien, dan werkt de
kettingsmering correct.
• Leg na gebruik de kettingzaag horizontaal op een goed
absorberende ondergrond. Er kunnen door de verde-
ling van de olie op zwaard, ketting en aandrijving nog
een paar druppels olie naar buiten komen
.
2. Montage van zwaard en ketting
(afb. 3)
Opgelet! Risico op letsel. Gebruik bij de mon-
tage van de ketting veiligheidshandschoenen.
Voor het monteren van het zwaard en de ketting heeft
u bij deze kettingzaag geen gereedschap nodig!
• Leg de kettingzaag op een stabiele ondergrond.
• Draai de vleugelschroef 7 los, tegen de richting van de
wijzers van de klok in.
• Verwijder de rondselkap 8.
• Leg de zaagketting op het zwaard en let op de looprich-
ting van de ketting.
De snijtanden moeten aan de
bovenkant van het zwaard naar voren wijzen
(zie
afb.4).
• Leg het vrijstaand einde van de zaagketting over het
aandrijfwiel van de ketting (B).
• Leg het zwaard er zo op, dat het langgat in het zwaard
precies op de geleiding in de zwaarddrager zit.
• Let er op dat de kettingspanbout (A) precies in de klei-
ne opening in het zwaard zit (afb. 3). Deze moet door
de opening zichtbaar zijn. Indien nodig, met het kar-
telwiel het kettingspanningmechaniek (16) net zolang
heen resp. terug stellen, totdat de kettingspanbout zich
in de opening op het zwaard vastzet.
• Controleer of alle kettingschakels precies in de zwaard-
gleuf zitten en dat de zaagketting nauwkeurig om het
aandrijfwiel van de ketting is geleid.
• Zet de rondselkap 8 er weer op en druk deze stevig
aan.
• Draai de vleugelschroef 7 in de richting van de wijzers
van de klok iets aan.
• Span de ketting. Draai daartoe het kartelwiel naar
boven (pijlri). De ketting dient zo te zijn gespan-
nen, dat hij in het midden van het zwaard ongeveer 3
mm speling heeft (afb. 4). Voor het ontspannen van
de ketting het vleugelwiel naar beneden (pijlrichting
-) draaien.
• Tenslotte de vleugelschroef 7 met de hand vast aan-
draaien.
De kettingspanning heeft grote invloed op de levensduur
van het snijwerktuig en moet vaak worden gecontroleerd.
Bij verwarming van de ketting op gebruikstemperatuur
zet de ketting uit en moet nagespannen worden. Een
nieuwe zaagketting moet vaak nagespannen worden,
voordat ze op de juiste lengte gespannen is.
Opgelet: Gedurende de inlooptijd moet de ket-
ting vaker worden nagespannen. Onmiddellijk
naspannen- wanneer de ketting gaat trillen of
uit de sleuf losraakt!
Draai, om de ketting te spannen, de vleugelschroef 7
iets los. Daarna het kartelwiel naar boven (pijlri)
draaien. Span de ketting zo ver, dat deze in het midden
van het zwaard ongeveer 3 mm speling heeft, zoals dat
in afb. 4 wordt getoond.
3. Aansluiting van de kettingzaag
(Afb. 5)
Wij adviseren u om de kettingzaag te bedienen met
een lekstroom veiligheidsvoorziening met een maxi-
male afschakelstroom van 30mA.
Dit apparaat is voor het gebruik aan een elektriciteit-
snet voorzien van een systeem impedantie Z
max
op het
door-geefpunt (de huisaansluiting) van maximaal 0,315
Ohm. De gebruiker moet zich ervan verzekeren, dat het
apparaat alleen gebruikt wordt op een elektriciteitsnet dat
aan deze eis voldoet. Zo nodig kan de systeem impedan-
tie bij het lokale elektriciteitsbedrijf worden opgevraagd.
Gebruik alleen verlengsnoeren, die voor buiten-
gebruik zijn goedgekeurd en die niet lichter zijn
dan rubberen snoeren H07 RN-F volgens DIN/
VDE 0282 met minimaal 1,5 mm². Ze moeten
tegen spatwater beschermd zijn. Bij bescha-
diging van het aansluitsnoer van dit apparaat,
mag dit alleen door een door de fabrikant er-
kend reparateur worden vervangen, omdat hier-
voor speciaal gereedschap nodig is. Apparaten
die op verschillende plaatsen in de buitenlucht
worden gebruikt, dienen via een lekstroom vei-
ligheids-schakelaar te worden aangesloten.
Содержание KS 6024
Страница 2: ......
Страница 3: ...2 1 2 15 1 9 16 8 7 A B 3 4 5 3 mm 6 ...
Страница 105: ......
Страница 106: ......
Страница 107: ......