NL
|
Gebruiksaanwijzing
7
wordt, moet op een droge, hooggelegen of
afgesloten plaats, buiten het bereik van kin-
deren, worden opgeslagen.
9. Controleer verlengsnoeren regelmatig en
vervang ze wanneer ze beschadigd zijn.
10. Controleert U de aansluitingsleiding voor
ieder gebruik op beschadiging en scheuren.
Beschadigde leidingen moeten worden ver-
vangen.
11. Bij de arbeid moet de kettingzaag met beide
handen gevoerd worden.
12. Voor het naspannen van de ketting, resp. het
vervangen van een ketting of het verwijderen
van storingen moet de kettingzaag van het
stroomnet worden onderbroken - stekker
uittrekken.
13. Bij arbeidspauzen moet de machine zo wor-
den afgelegt, dat niemand in gevaar wordt
gebracht. Trekt U de netstekker eruit.
14. Bij het inschakelen moet de kettingzaag
goed ge-steund en vastgehouden worden.
Ketting en zwaard moeten vrij staan.
15. Bij beschadiging of doorsnijden van de aan-
sluitings-leiding moet dadelijk de stekker
worden uitgetrokken.
16. De kettingzaag mag alleen aan veiligheids-
stop-contacten en gekeurde installaties ge-
bruikt worden. Wij raden de toepassing van
een foutenstroom-beveilig-ingsschakelaar
aan van 16 A. Tijdens het gebruik geen an-
dere toestellen ansluiten.
17. Bij gebruik van een kabeltrommel moet de
kabel geheel zijn afgewikkeld.
18. Let U erop, dat de aansluitingsleiding niet
wordt geknikt of beschadigd.
19. De kettingzaag mag alleen geheel gemon-
teerd in bedrijf worden genommen. Er mo-
gen geen beschermende voorzieningen ont-
breken.
20. Schakelt U de kettingzaag onmiddellijk uit,
wanneer U veranderingen aan de machine
vaststelt.
21. Houdt U voor eventuele ongevallen een ver-
bandtrommel naar DIN 13164 bereid.
22. Bij contact van de kettingzaag met de bo-
dem, stenen, nagels of andere vreemde
lichamen onmiddellijk de netstekker uittrek-
ken en ketting evenals zwaard nazien.
23. Let U erop, dat geen kettingolie in de aarde
of de riolering geraakt - milieubeveiliging.
Legt U de kettingzaag altijd op een onder-
legger, omdat altijd een beetje olie van het
zwaard en ketting kan druppelen
.
24. Vermijd het gebruik van een kettingzaag in
slechte weersomstandigheden, vooral als er
een risico van een onweersbui.
.
C) Verwijzingen in betrekking met het terug-
slaggevaar
25. Gebruikt U, wanneer dit mogelijk is, een
zaagbok.
26. Behoudt U altijd de zwaardspits in het oog
27. Alleen de lopende zaagketting voor het snij-
den aanzetten, nooit bij opgezette ketting de
machine inschakelen.
28. Zogenoemde steeksneden met de zwaard-
spits mogen alleen door geschoold perso-
neel worden uitgevoerd.
D) Verwijzingen voor een veilige arbeidstech-
niek
29. Het werken staande op ladders, op werkstel-
lages of in bomen, is verboden.
30. Zorgt U ervoor, dat zich het hout gedurende
het snijden niet kan verdraaien.
31. Let U op gesplinterd hout. Gedurende het
zagen bestaat verwondingsgevaar door
meegeslepen hout-spaanders.
32. Benut U de kettingzaag niet voor het heffen
of bewegen van hout.
33. Snijdt U alleen met de onderkant van het
zwaard. Bij het snijden met de bovenkant
wordt de kettingzaag in de richting van de
zaaggebruiker teruggestoten.
34. Let U erop, dat het hout vrij is van stenen,
nagels en andere vreemde lichamen.
35. Iemand die voor de eerste keer de kettingzaag
gaat gebruiken, geven we het advies om bij
het gebruik van de kettingzaag en van de
uitrusting voor de persoonlijke veiligheid, zich
door een ervaren gebruiker van het apparaat
te laten inwerken en eerst het zagen van
rondhout op een zaagbank of op een schraag
te oefenen.
36. Voorkom dat u met draaiende zaag met de
grond of met draadafrasteringen in aanra-
king komt
.
37. Houd personen en dieren uit de buurt van
het zaagblad.
38. Leg de netkabel zo neer, dat deze tijdens het
zagen niet door takken en dergelijke gegre-
pen kan worden.
Ingebruikname
Voor gebruik
Let U echter voor inbedrijfstelling erop, dat de netspan-
Содержание KS 6024
Страница 2: ......
Страница 3: ...2 1 2 15 1 9 16 8 7 A B 3 4 5 3 mm 6 ...
Страница 105: ......
Страница 106: ......
Страница 107: ......