VEILIGHEID 1
NL-5
1.3
ELEKTRISCHE VOERTUIGEN ________________________________________________
WAARSCHUWING
Voor elektrische voertuigen en hun accu's moeten speciale voorzorgsmaatregelen worden genomen. Volg de veilige
praktijken die hieronder en overal in deze handleiding worden beschreven om de mogelijkheid van ontploffingen en
brand te verminderen.
1.
Waterstof is explosief in concentraties van slechts
4% en wordt in de oplaadcyclus van elektrische
voertuigen gegenereerd. Omdat het lichter dan lucht
is, verzamelt het zich bij het plafond van gebouwen,
zodat goede ventilatie nodig is. 5 luchtverversingen
per uur wordt beschouwd als minimumvereiste.
2.
Laad het materieel nooit op in een ruimte waar
vlammen of vonken kunnen optreden. Let vooral op
boilers en verwarmingsketels met aardgas of
propaangas.
3.
Rook nooit in de buurt van accu's.
4.
Let erop dat u de accu's bij het verwijderen of
installeren niet scheef houdt. Gemorste elektrolyt
kan verbrandingen veroorzaken aan de ogen, huid
en kleding.
5.
Vul de accu nooit te veel bij. Het te veel bijvullen van
een accu kan tot gevolg hebben dat er tijdens de
laadcyclus elektrolyt uit de accu komt.
6.
Gebruik altijd een speciaal 15 amp circuit voor elke
acculader. Sta niet toe dat andere apparaten op het
stopcontact worden aangesloten terwijl de acculader
in bedrijf is.
7.
Controleer altijd de polariteit van alle accupolen en
zorg dat de bedrading van de accu's goed wordt
aangesloten.
8.
Gebruik altijd geïsoleerd gereedschap om de accu's
te verwijderen. Hierdoor vermindert de kans dat er
vonken ontstaan door kortsluiting van de accupolen
of de bijbehorende bedrading. Bedek open
accupolen altijd met isolerend materiaal.
9.
Schakel alle elektrische accessoires uit, zet de
hoofdschakelaar uit, verwijder de contactsleutel en
maak de accuconnector los voordat u aan de
machine begint te werken.
!
!