152
Bij de rolroeren is de stang aan de servo‘s (afbeelding 22, pos. 1) in de roerhoorns ingehaakt. Aan het andere uitein
-
de van de schuifstangen zijn vorkkoppen (2) aangebracht die door draaien in de lengte kunnen worden versteld.
Voor het verstellen van de besturingsstangen schuift u de borgring (4) een beetje naar achter en haakt u de vorkkop
van de roerhoorn (3) uit. Leng de stang in overeenstemming met uw noden uit, clip de vorkkop opnieuw in en maak
deze met de borgring (4) vast.
Afbeelding 22