143
b) Motorfunctie (modus 2)
Let op!
Zorg ervoor dat bij deze motortest geen losse delen, zoals papier, folie of andere voorwerpen door de
luchtschroeven kunnen worden aangezogen.
Let er ook op dat het model bij deze test veilig wordt vastgehouden en dat er zich geen kledings- of
lichaamsdelen in het draai- en gevarenbereik van de propeller bevinden.
• Houd het model vast en schuif de stuurknuppel voor de motorfunctie langzaam van de onderste in de bovenste
stand (zie afbeelding 13). De propeller zal aanlopen en het toerental afhankelijk van de stand van de stuurknuppel
verhogen.
• Wanneer de stuurknuppel zich aan de bovenste aanslag bevindt, is het maximum propellertoerental bereikt.
Beweeg daarna de stuurknuppel terug in de onderste stand.
• Voer een korte motortest door en controleer daarbij de omwenteling van de propeller.
• Voor de opeenvolgende tests moet u absoluut opletten dat de motor uitgeschakeld is. Schuif hiervoor de stuur
-
knuppel voor de motorfunctie (zie ook afbeelding 12) opnieuw in de onderste positie (motor uit).
• Ontkoppel na de tests de vliegaccu van het model en schakel de zender uit.
Bij bedrijf in modus 1 zou voor de besturing van de motor niet de linker, maar de rechter stuurknuppel worden
gebruikt. Hiervoor zou schakelaar „Modus 1 / Modus 2“ moeten worden ingedrukt en de zender mechanisch
omgebouwd. Raadpleeg hiervoor een vakman of werkplaats.
Afbeelding 12
Afbeelding 13