EURO • Printed in Germany • BA 1 609 929 785 • BL 100 VHR • NL • OSW 04/01
Nederlands - 5
Wanneer de toets 15 bij het inschakelen langer inge-
drukt wordt gehouden, kan dit effect onderdrukt worden.
Meetlat
(toebehoren, bijvoorbeeld BLM 260)
Voor werkzaamheden buitenshuis, het controleren van
egaalheid of het aantekenen van verval wordt het ge-
bruik van de meetlat 29 samen met de ontvanger Bosch
BLE 100 (toebehoren) geadviseerd.
Op de meetlat (toebehoren) is boven een relatieve milli-
meterschaalverdeling (±50 cm) aangebracht.
De bijbehorende nulhoogte (90 ... 210 cm) kan aan de
onderzijde worden ingesteld. Daarmee kunnen afwijkin-
gen van de gewenste hoogte rechtstreeks worden afge-
lezen.
Rechte hoek aantekenen
Richt de laserstraal in verticale stand zonder omkeer-
prisma 4 parallel aan de referentielijn (tegelrand of
muur) uit. Breng vervolgens het omkeerprisma 4 aan.
Haaksheid wordt aangegeven door een omgestuurde
laserstraal.
☞
Controleer van tijd tot tijd door omlaagzetten van
het omkeerprisma 4 onbedoelde positieverande-
ringen van het toestel uit de parallelle uitrichting.
Met het tweestralenprisma (toebehoren) vervalt het om-
hoog- en omlaagzetten, aangezien de laserstraal in
twee haaks op elkaar staande stralen verdeeld wordt,
waarbij beide stralen tegelijkertijd zichtbaar zijn.
Verticale lijnen aantekenen
Stel het apparaat in de verticale stand met het omkeer-
prisma 4 bijvoorbeeld voor een muur willekeurig op en
richt de laserpunt of laserlijn uit op de plaats waar de
verticale lijn aangetekend moet worden. Kies de lijn- of
rotatiefunctie en teken de verticale lijn aan.
Verticaal vlak weergeven
(tussenmuur, voegensnede)
Stel de bouwlaser in de verticale stand met het om-
keerprisma 4 zo op dat de laserpunt nauwkeurig op de
referentielijn valt, bijvoorbeeld de tussenmuur. Verwij-
der vervolgens het omkeerprisma 4 en richt de laser-
straal parallel aan de referentiemuur uit (zie het ge-
deelte „Parallel uitrichten”). Breng het omkeerprisma 4
weer aan. Kies de punt- of rotatiefunctie en teken de
straalpunten aan.
Bodempunt op plafond overbren-
gen (loodpunt)
Voor het nauwkeurig uitrichten van de loodstraal (laser)
boven het bodempunt bevinden zich aan de onderrand
van het huis centreermarkeringen 8. Teken daarvoor
twee haakse hulplijnen (dradenkruis) door het bodem-
punt en richt het apparaat uit met de centreermarkerin-
gen 8.
Parallel uitrichten
Wanneer u rechte hoeken wilt aantekenen of tussenmu-
ren wilt uitrichten, moet de laserstraal parallel, dus op
dezelfde afstand tot de referentielijn (muur of uitzet-
tingsvoeg) worden uitgericht.
Stel daarvoor het apparaat in de verticale stand zonder
omkeerprisma parallel aan de muur op. Plaats de meet-
plaat 31 zo dicht mogelijk voor het apparaat. Richt het
apparaat met de hand zo uit dat de laserpunt midden op
de dikke zwarte lijn valt. Gebruik de richtingtoetsen 9
en 10 of de afstandsbediening 27 (toebehoren) voor de
fijnafstelling.
Zet vervolgens de meetplaat 31 aan het einde van de
muur (op dezelfde afstand) en positioneer de laserstraal
met de richtingtoetsen of de afstandsbediening 27 (toe-
behoren) zo dat deze in het midden op dezelfde zwarte
lijn valt en daardoor parallel aan de muur loopt. Dit is
goed te zien vanuit het apparaat omdat de laserstraal
door de brede zwarte lijn zwakker gereflecteerd wordt
en daardoor donkerder lijkt.
Met de afstandsbediening 27 (toebehoren) kan de la-
serstraal gemakkelijk vanuit het doel in een bereik van
±10 % (±6°) worden afgesteld, bijvoorbeeld met een rol-
maat of duimstok.
Werkzaamheden met de meetplaat
Met de meetplaat 31 kan de laserstraal op de vloer of de
laserhoogte op de muur worden overgebracht.
Met het vierkante nulveld en de schaalverdeling kan de
afstand tot de gewenste hoogte worden gemeten en op
een andere plaats worden afgetekend. Daardoor wordt
het nauwkeurig instellen van het apparaat op de over te
dragen hoogte overbodig.
☞
Altijd alleen het midden van de laserpunt gebrui-
ken om te markeren, aangezien de grootte van
de punt afhankelijk van de afstand verandert.
De meetplaat heeft een reflecterende laag voor een be-
tere zichtbaarheid van de laserstraal op een grotere af-
stand of bij fel zonlicht.
De helderheidversterking is alleen vanuit het apparaat
zichtbaar. Kijk daarom met het oog langs de laserstraal
naar de te meten plaats (meetplaat).
0
-50
0
X
0
+50
B
C
D
B
30 mm
BL 100.book Seite 5 Mittwoch, 25. April 2001 3:35 15
52 • 1 609 929 785 • TMS • 17.04.01