8
9
8. INGREDIËNTEN ALLEEN BLENDEN
1. Zet het apparaat op een stevige en vlakke ondergrond en houd rondom het apparaat voldoende ruimte vrij
zodat het apparaat geen schade kan aanrichten aan bijvoorbeeld keukenkastjes en je het apparaat vast kunt
houden bij het blenden/pureren.
2. Verwijder de kan van de basis.
3. Verwijder de deksel van de kan.
Let op!
Zorg dat de mesunit altijd goed op de kan is bevestigd (zie hoofdstuk 5.1. MONTEREN EN
DEMONTEREN).
4. Was, schil en snijd de ingrediënten (groenten en/of fruit) in kleine stukjes (ongeveer 0,5 tot 1 cm groot) en doe
deze direct in de kan. Hoe kleiner de ingrediënten zijn, des te beter de ingrediënten kunnen worden gemengd.
Het is niet nodig om eventueel vocht uit de kan af te gieten, dit kan worden gemengd met de ingrediënten.
Let op!
De hakmessen zijn NIET geschikt voor het hakken
van harde en/of kleverige voedingsmiddelen zoals nootjes,
ijsblokjes, koffiebonen, geleien, kaas en dergelijke maar alleen
voor zachtere groenten en fruitsoorten.
Let op!
Zorg ervoor dat het aangegeven maximale volume
(zie MAX-indicatie) op de kan niet wordt verschreden.
5. Schud de kan om de ingrediënten gelijkmatig te verdelen.
6. Houd de kan bij het handvat vast en draai de deksel op de kan.
Let op!
Het stoommandje mag niet in de kan worden geplaatst tijdens het blenden/pureren.
7. Eventueel kun je de deksel van de kan nog verwijderen om extra ingrediënten in de kan toe te voegen.
Zoals bijvoorbeeld water voor puree of extra ingrediënten als gekookte rijst.
8. Plaats de kan terug op het apparaat.
Let op!
Zorg ervoor dat de kan goed op de basis is bevestigd (zie hoofdstuk 5.2 WAARSCHUWINGEN).
9. Plaats de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
10.
Let op!
Bij het aanraken van de blenderfunctie toets start het blenden direct.
Raak de blenderfunctie toets aan. Het icoon ‘blenderfunctie geactiveerd’ licht op in het
bedieningspaneel en de seconden worden geteld (maximaal 40 seconden). Blijf de
blenderfunctie toets aanraken totdat de ingrediënten de gewenste dikte hebben. Zodra je
de blenderfunctie toets los laat, stopt het blenden.
11. Indien de ingrediënten tegen de wand van de kan blijven zitten of als de gemengde
ingrediënten nog te vast zijn, kun je de blenderfunctie toets loslaten en de kan van
de basis verwijderen. Met een spatel kunnen de ingrediënten van de wand af worden
gehaald en eventueel kan er wat water worden toegevoegd om de voeding wat te
verdunnen.
Let op!
Gebruik de blenderfunctie niet wanneer de kan leeg is. Dit kan schade
aan het apparaat brengen.
Let op!
Nadat je de blenderfunctie toets 40 seconden lang hebt aangeraakt, gaat
het apparaat automatisch terug naar de stand-by modus.
Let op!
Laat het apparaat niet langer dan 40 seconden onafgebroken blenden.
Als de ingrediënten na 40 seconden nog niet de gewenste dikte hebben, laat het
apparaat dan minimaal 3 minuten afkoelen voordat je verder gaat met blenden.
12. Verwijder de kan van de basis.
13. Draai de deksel van de kan.
14. Gebruik de spatel om de gemengde ingrediënten uit de kan te halen. Doe de voeding in een kom of op een bord.
15. Verwijder de stekker uit het stopcontact als je het apparaat verder niet meer nodig hebt. Laat het apparaat
helemaal afkoelen, giet het water uit het waterreservoir, maak alle accessoires schoon (zie hoofdstuk
6. REINIGEN EN ONDERHOUD) en maak tot slot het watercompartiment van binnen droog.
9. OPWARMEN VAN FLES-/POTJESVOEDING
1. Zet het apparaat op een stevige en vlakke ondergrond en houd rondom het
apparaat voldoende ruimte vrij zodat het apparaat geen schade kan aanrichten aan
keukenkastjes (door bijv. de hete stoom).
Voor het opwarmen van de fles-/potjesvoeding hoeft de kan niet perse op de basis
geplaatst te worden, het mag wel.
2. Verwijder de dop van het flesje en draai de speen goed op het flesje vast.
Voor het opwarmen van de potjesvoeding dien je de deksel van het potje af te draaien.
Let op!
De deksel van het potje mag niet op het potje blijven zitten.
3. Leg de isolatiering in het waterreservoir. Als het flesje
of potje erg klein is, kun je er ook voor kiezen om het
sterilisatiemandje in het waterreservoir te plaatsen. In het
laatste geval hoef je de isolatiering niet in het waterreservoir
te leggen.
Let op!
De isolatiering OF het sterilisatiemandje
moeten verplicht in het waterreservoir worden
geplaatst. Vanwege de hoge temperatuur mag het
flesje/potje niet rechtstreeks op de warmteplaat
worden gezet.
4. Plaats het flesje/potje op de isolatiering of in het sterilisatiemandje.
5. Vul de ruimte tussen het flesje/potje en de binnenwand van het waterreservoir met
water. Vul tot ongeveer halverwege de melk/voeding.
Let op!
Zorg ervoor dat het water in het waterreservoir de MAX-indicatie niet
overschrijdt.
Let op!
Doe nooit andere vloeistoffen dan water in het waterreservoir
(uitsluitend witte azijn om te ontkalken, zie hoofdstuk 6 REINIGEN EN
ONDERHOUD).
Let op!
Gebruik de opwarmfunctie NOOIT zonder water in het waterreservoir.
6. Naar wens kunt je de stoomdeksel wel of
niet op het waterreservoir plaatsen.
Let op!
Bij gebruik van het
sterilisatiemandje past de
stoomdeksel niet op het
waterreservoir.
7. Plaats de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
8. Raak de opwarmfunctie toets aan. Het icoon ‘opwarmfunctie geactiveerd’ licht op in het
bedieningspaneel. De standaard temperatuur is 37°C. Door de opwarmfunctie toets aan te
raken, kun je de temperatuur instellen tussen 37°C en 50°C. De opwarmtemperatuur en tijd
zijn afhankelijk van het soort voeding en de hoeveelheid hiervan.
Wij verwijzen je hiervoor graag naar de kookboeken op dit gebied of naar het internet.
