126
•
Controleer op loszittende of ontbrekende bevestigingen waarmee de bovenste beugel aan de constructie is bevestigd
(bouten, klemplaten, U-bouten). Als er bevestigingen loszitten, moeten deze opnieuw worden vastgedraaid tot het
draaimoment dat vermeld staat in de Installatie-instructies die zijn meegeleverd bij uw Lad-Saf-veiligheidssysteem
met flexibele kabel.
•
Inspecteer de bovenplaat op vervorming. Zie afbeelding 19. De afstand is minimaal 5 mm (0,20 inch) op locatie A.
•
Zorg ervoor dat de grote pin van de lipconstructie (B) binnen de bovenplaat rust.
•
Zorg ervoor dat de kleine pin van de lipconstructie op zijn plaats zit.
•
Zorg ervoor dat de veerpoort (C) op zijn plaats zit.
•
Inspecteer de enkelpuntverankering (D) op scheuren of tekenen van beschadiging. Inspecteer het draaimoment van
de sluiting. Zorg ervoor dat de sluitring zichtbare markeringen heeft.
;
Onderste beugel:
•
Controleer op een correcte installatie volgens de installatie-instructies van het Lad-Saf™-veiligheidssysteem met
verticale kabel, 3M Fall Protection-handleiding #5908282 or #5903435.
•
Controleer op schade of roest. Controleer op breuken, verbuigingen of slijtage die een negatieve invloed zouden
kunnen hebben op de sterkte en werking van het systeem. Vervang onderdelen als er defecten worden aangetroffen.
•
Controleer op loszittende of ontbrekende bevestigingen waarmee de onderste beugel aan de constructie is bevestigd.
Als bevestigingen loszitten, moeten deze opnieuw worden vastgedraaid tot het draaimoment dat vermeld staat in de
Installatie-instructies die zijn meegeleverd bij uw Lad-Saf-ladderveiligheidssysteem met flexibele kabel.
•
Inspecteer de spanboutconstructie. Controleer of de zadelclips de kabel goed vastzetten. Controleer het draaimoment
op de zadelklemmen; draaimoment tot 47 Nm (35 voet-pond). Vervang ze of draai ze aan als er defecten worden
aangetroffen.
;
Kabelgeleiders:
•
Controleer de kabelgeleiders op schade. Kijk of het zwarte urethaan versleten of beschadigd is. Kabelgeleiders
moeten de kabel tegenhouden en voorkomen dat de kabel contact maakt met de ladder/constructie. Kabelgeleiders
moeten op ongeveer 6 - 12 m (20-40 ft) langs de
draagkabel worden geplaatst, of dichterbij indien nodig. Vervang onderdelen als er defecten worden aangetroffen.
•
Controleer de bevestigingen van de kabelgeleiders. De bevestigingen moeten de kabelgeleiders goed op hun plaats
houden. Draai ze vast als dat noodzakelijk is.
;
Kabel en kabelspanner:
•
Inspecteer de kabel op roest, knikken of schade die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de sterkte
en die de kabelmof zouden kunnen belemmeren om zich over de kabel heen te bewegen. Als er knikken in de
ladderkabel zitten, moet de kabel door een deskundige worden geïnspecteerd voordat de kabel weer in gebruik
wordt genomen. Inspecteer op tekenen van schuren tegen de ladder of constructie. Vervang de kabel als er defecten
worden aangetroffen.
•
Inspecteer op de juiste spanning. De groef moet zichtbaar zijn boven het onderste patroon. (Zie afbeelding 17 E.) De
spanboutconstructie mag niet met de hand naar beneden getrokken kunnen worden. De kabel moet strak genoeg zijn
om contact met de ladder/constructie te voorkomen. Trek de kabel indien nodig opnieuw strak.
Trek het systeem
niet te strak aan.
;
Installatie- en servicelabel:
•
Inspecteer het installatie- en servicelabel. Het label moet stevig vastgehecht zijn en goed leesbaar zijn. De
installatiedatum, geïnstalleerd door, maximaal aantal gebruikers per systeem en systeemlengte moeten duidelijk op
het label worden vermeld. Noteer de datum van de inspectie op het label als deze inspectie is afgerond.
;
Ladder-/klimconstructie:
•
Inspecteer de ladder-/klimconstructie waaraan het Lad-Saf
™
-systeem is bevestigd. Controleer of de constructie in
goede staat verkeert, goed vastzit en veilig is om te beklimmen.
GEBRUIK DE CONSTRUCTIE NIET als u twijfelt
aan de toestand ervan.
Raadpleeg de instructies en/of medewerkers die bekend zijn met de constructie voor u de
constructie gaat gebruiken.
5.5 RFID-LABEL:
Het Lad-Saf
™
-systeem en de Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof zijn voorzien van een Radio Frequency Identification
(RFID)-label (afbeelding 2, onderdeel N en afbeelding 11, onderdeel 11). Het RFID-label kan worden gebruikt in
combinatie met een draagbaar afleesapparaat en het webportaal voor het vereenvoudigen van de inspectie en
inventariscontrole, en biedt logboekmogelijkheden voor uw valbeschermingsapparatuur. Als u een nieuwe gebruiker bent,
neem dan contact op met een vertegenwoordiger van de klantenservice van 3M Fall Protection (zie achterzijde). Als u zich
al hebt geregistreerd, volg dan de instructies bij uw draagbare lezer of op het webportaal van 3M om uw gegevens over te
zetten naar uw weblog.
6.0 ONDERHOUD, BEHANDELING EN OPSLAG
6.1
Raadpleeg sectie 5.0 voor onderhoudskwesties die aan de inspectie zijn gerelateerd. Als de draagkabel te vervuild raakt
met olie, vet, verf of andere substanties, kunt u deze met warm water en zeep reinigen. Na reiniging de tafel droogvegen
met een schone, droge doek. Droog niet geforceerd met warmte. Gebruik geen zuren of bijtende chemicaliën die de kabel
zouden kunnen beschadigen.
Aanvullende onderhouds- en serviceprocedures moeten worden uitgevoerd door een geautoriseerd servicecentrum. Deze
goedkeuring moet schriftelijk zijn.
De Lad-Saf
™
X2 afneembare kabelmof mag worden schoongemaakt met warm water en zeep.
Nadat de mof is gereinigd,
kan het apparaat op de aangegeven plaatsen worden gesmeerd met een lichte machine-olie. Een kleine hoeveelheid
smeermiddel kan worden toegepast op de draaipunten (G) of aan de basis van (C), zie afbeelding 2.
Содержание DBI SALA LAD-SAF
Страница 3: ...3 8 9 C G L D 10 11 G C A D E 2797 1 2 3 4 5 6 7 8 9 11 9 9 9 10 ...
Страница 101: ...100 ...
Страница 209: ...208 ...
Страница 218: ...217 ...