103
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Zorg ervoordat er een smeerolie in het vat is, voordat u de kettingzaag aanzet. Het oliepeil mag niet lager zijn dan het in de
olietank aangegeven minimum.
Controleer of de terugslaghendel in de achterste positie staat.
6.2. Bijtanken (VI)
Voor de kettingzaag wordt een brandstofmengsel voor tweetaktmotoren gebruikt. Het is verboden, de gewone benzine zonder olie
toe te passen. De benzine moet worden gemengd met olie, afhankelijk van de verwachte belasting. Indien de verwachte bedrijfs-
tijd minder dan 20 uur bedraagt, moet er een mengsel van benzine en olie worden gebruikt in een verhouding van 40:1. Indien de
bedrijfstijd meer dan 20 uur bedraagt, moet u benzine en olie in een verhouding van 45:1 mengen.
Meng de brandstof vóór u het mengsel in de tank giet. Het mengen en bijvullen van brandstof moet u ver van open vuur uitvoeren.
Tijdens het bijtanken is roken verboden. Het tanken moet gebeuren minimaal 3 meter van de plaats, waar men de kettingzaag
start en gebruikt.
Om motor te beschermen, gebruik alleen loodvrije benzine van een hoge kwaliteit en hoogwaardige olie voor luchtgekoelde
tweetaktmotoren. Gebruik geen olie voor viertaktmotoren.
Als u brandstof heeft gemorst, neem de resterende brandstof voorzichtig af, voordat u de kettingzaag start.
6.3. Kettingolie bijvullen (VII)
Gebruik olie van goede kwaliteit, bestemd voor zaagkettingen.
Het is verboden de kettingzaag met lege olietank te gebruiken. Dit kan de ketting, de geleidingsbalk en zaagmechanismen be-
schadigen.
Schakel de motorzaag uit, voordat u met het bijvullen van olie begint.
Het wordt aangeradendat de olie wordt bijgevuld minimaal 3 meter van de plaats, waar men de kettingzaag start en gebruikt.
Voor smering gebruik geen gebruikte motorolie. Dergelijke olie werkt niet, wat kan tot schaden aan het zaagmechanisme leiden.
Vul geen olie bij in de buurt van open vuur of hittebronnen.
Als u de olie heeft gemorst, neem de resterende olie voorzichtig af, voordat u de kettingzaag start.
Het is mogelijk de hoeveelheid van olie, waarmee de kettingzaag de ketting smeert, in te stellen met doseer-draaiknop aan de
onderkant van het gereedschap.
6.4. Voorbereiding van de werkplek
Bereid de werkplek voordat u met het zagen begint, om de met het zagen verbonden risico’s tot minimum te beperken.
Zorg ervoor dat er alleen bevoegde personen op de werkplek verblijven.
Bij het velen van bomen moeten er de gevaarlijke zones en vluchtwegen worden bepaald. De zone met een hoek van 180
O
rond
de geplande valoppervlakte van de boom samen met de zone met een hoek van 90
O
tegenover de geplande valoppervlakte wor-
den beschouwd als gevaarlijke zones. De overige zones zijn vluchtwegen (VIII). Vergeet nietdat een omgevallen boom ook de an-
dere bomen kan omvallen. Daarom mag de volgende werkplek niet dichterbij dan 2,5x de hoogte van de gevelde boom (IX) liggen.
Zorg ervoor dat u goed zicht heeft vanaf de werkplek, dus wees voorzichtig bij het vellen van bomen in moeilijke terreinomstan-
digheden bijv. op bergachtige terreinen.
Het werk nooit beginnen bij een atmosferische neerslag of bij hoge luchtvochtigheid (bijvoorbeeld nevel).
Draag een beschermkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen.
Voer een proefzagen van een houtstuk uit, voordat u met het zagen begint. Let hierbij op de veilige arbeidsomstandigheden, bijv.
met een zaagbok.
Zaag zoals mogelijk geen draden, jonge bomen en houtbalken.
Niet op gesneden hout staan.
6.5. Starten en stoppen van de kettingzaag
Zorg ervoordat de terugslagrem in de achterste positie staat.
Verwijder het deksel van de geleidingsbalk en ketting.
De motorzaag niet starten zonder correct gemonteerde geleidingsbalk en ketting.
Zet de schakelaar in de bovenste stand.
Trek de chokehendel uit. (X)
Plaats de kettingzaag op een stabiele ondergrond, zorg ervoor dat de ketting en de geleidingsbalk niets raken. Houd het met uw
voet vast, houd h e t voorste handvat met uw linkerhand vast en trek de startkoord met uw rechterhand stevig aan. (XI)
Let op! Start de kettingzaag nooit terwijl u deze in uw handen houdt. De ketting kan uw lichaamsdelen raken en ernstige
letsels veroorzaken.
Dit zal de brandstof door het hele brandstofsysteem verspreiden. Vervolgens de chokehendel sluiten en nogmaals de startkoord
krachtig trekken. Als het motor start, de startkoord loslaten. Laat de motor opwarmen met de licht uitgeschoven gashendel.
Schakel de kettingzaag meteen uit, als u verdachte geluiden hoort of trillingen voelt.
Om de kettingzaag aan het einde van de werkzaamheden uit te schakelen, moet u de gedrukte hendel loslaten en de motor een
tijdje stationair laten draaien. Zet vervolgens de schakelaar in de onderste positie en wacht totdat de ketting stopt. Wanneer de
ketting stopt, moet er een onderhoud worden uitgevoerd.
Voor het begin van de werkzaamheden controleer in hoeverre de ketting gesmeerd is. Hiervoor controleer of de ketting bij het
Summary of Contents for YT-84901
Page 30: ...30 RU...
Page 31: ...31 RU 5 7 6 6 1 III IV...
Page 32: ...32 RU 6 2 VI 20 40 1 20 50 1 3 6 3 VII 3 6 4 180O 90O VIII 2 5 IX 6 5 X...
Page 33: ...33 RU XI 1 6 6 XII H L H 1 3 8 L 1 1 4 L L 1 4 T H 6 7 XIII XIV XV...
Page 35: ...35 RU XXIII 7 4 7 5 XXIV 7 6 7 7...
Page 37: ...37 UA...
Page 38: ...38 UA 5 7 6 6 1 III IV...
Page 39: ...39 UA 6 2 VI 20 40 1 20 50 1 3 6 3 VII 3 6 4 180O 90O VIII 2 5 IX 6 5 X XI...
Page 40: ...40 UA 1 6 6 XII H L H 1 3 8 L 1 1 4 L L 1 4 T H 6 7 XIII XIV XV XVI 15 1 3 8 1 3...
Page 41: ...41 UA XVII 6 4 1 3 45 4 cm 1 10 XVIII 1 3 1 3 XIX 7 7 1 XX 7 2 XXI 7 3 XXII XXIII 7 4...
Page 42: ...42 UA 7 5 XXIV 7 6 7 7...
Page 108: ...108 GR o on...
Page 109: ...109 GR 5 7 6 6 1 III IV V...
Page 110: ...110 GR 6 2 VI 20 40 1 20 45 1 3 6 3 VII 3 6 4 180 90 VIII 2 5 IX 6 5...
Page 111: ...111 GR XI 1 6 6 XII H L H 1 3 8 L 1 1 4 L L 1 4 T 6 7 XIII XIV XV XVI...
Page 112: ...112 GR 15 cm 1 3 8 cm 1 3 XVII 6 4 1 3 45 4 1 10 XVIII 1 3 1 3 XIX 7 7 1 XX 7 2 XXI 7 3 XXII...
Page 113: ...113 GR XXIII 7 4 7 5 XXIV 7 6 7 7...