8
9
7
8
4.0 2.0 2.0 mm
[
\
1
3
2
Position the fabric and lower
the presser foot lever.
Step on the foot controller to
begin sewing.
Turn the handwheel towards
yourself to raise the needle.
Turn the pattern selection dial
to choose the pattern.
Straight stitching and
reverse sewing
Do not pull the fabric
excessively while sewing.
Doing so could break the
needle and cause an injury.
Caution
Straight stitch
After sewing, turn handwheel
towards yourself until the needle is
in the highest position.
Raise the presser foot and pull out
the fabric to the rear.
End of sewing
Line up two threads and cut with
the thread cutter on the presser
bar.
[
Thread cutter
Thread cutter on the presser
bar
Reverse sewing is performed
while pressing down the reverse
sewing lever.
•
Stitch 1 to 2 cm from the edge of
the fabric to prevent unraveling at
the start of sewing.
•
Sew 3 to 4 reverse stitches at the
end of sewing.
Note: Remove your fi nger
from the reverse sewing
lever to return to forward
direction sewing.
\
Reverse sewing lever
Reverse sewing is performed at the
beginning and the end of sewing to
prevent the thread from unraveling.
Reverse sewing
Sewing
1
3
2
Plaats de stof en laat de
persvoet zakken.
Trap het voetpedaal in om te
beginnen met naaien.
Draai het handwiel naar u toe
om de naald omhoog te zetten.
Verdraai de steekkeuzeknop
om het patroon te kiezen.
Rechte steken en
achteruitnaaien
Duw of trek niet te hard
aan de stof terwijl u naait.
Anders kan de naald breken
en letsel veroorzaken.
Waarschuwing
Rechte steek
Als u klaar bent met naaien, draait
u het handwiel naar u toe tot de
naald in de hoogste stand staat.
Zet de persvoet omhoog en trek
de stof naar achteren.
Klaar met naaien
Plaats beide draden naast
elkaar en snij deze door
met de draadafsnijder op de
persvoetstang.
[
Draadafsnijder
Draadafsnijder in de
persvoetstang
Achteruitnaaien wordt gedaan
door de achteruitnaaihendel
omlaag te duwen.
•
Stik 1 tot 2 cm van de rand van
stof om het rafelen te voorkomen
als u begint met naaien.
•
Naai 3 tot 4 achteruitnaaisteken
aan het eind van het naaistuk.
N.B.: Haal uw vinger weg van
de achteruitnaaihendel om
weer vooruit te naaien.
\
Achteruitnaaihendel
Achteruitnaaien wordt gedaan bij
het begin en het einde van een
naaiwerk om te vermijden dat de
draad losraakt.
Achteruitnaaien
Naaien
1
3
2
Legen Sie den Stoff in die
Maschine und senken Sie den
Nähfußhebel ab.
Drücken Sie mit dem Fuß auf
das Pedal, um mit dem Nähen
zu beginnen.
Drehen Sie das Handrad
zu sich hin, um die Nadel
anzuheben.
Drehen Sie zur Auswahl
des Stichmusters die
Musterwählscheibe.
Geradstich und
Rückwärtsnähen
Ziehen Sie während des
Nähens nicht zu fest an
dem Stoff.
Dies könnte zu einem
Nadelbruch und damit zu
Verletzungen führen.
Vorsicht
Geradstich
Drehen Sie nach dem Nähen das
Handrad zu sich hin, bis sich die
Nadel in der höchsten Position
befi ndet.
Heben Sie den Nähfuß an und
ziehen Sie den Stoff nach hinten.
Ende des Nähvorgangs
Nehmen Sie den Faden (wie in der
Abb. gezeigt) und ziehen ihn zum
Schneiden nach unten in den
Schlitz der Presserfußstange.
[
Fadenabschneider
Der Fadenschneider (Schlitz)
in der Presserfußstange.
Das Rückwärtsnähen wird bei
abgesenktem Rückwärtsnähhebel
durchgeführt.
•
Nähen Sie 1 bis 2 cm vom Rand
des Stoffes entfernt, um ein
Lösen des Fadens bei Beginn
des Nähvorgangs zu vermeiden.
•
Nähen Sie 3 bis 4
Rückwärtsstiche am Ende eines
Nähvorgangs.
Hinweis: Um wieder vorwärts zu
nähen, lassen Sie den
Rückwärtsnähhebel
wieder los.
\
Rückwärtsnähhebel
Das Rückwärtsnähen wird
am Anfang und am Ende des
Nähvorgangs durchgeführt, um zu
verhindern, dass sich der Faden löst.
Rückwärtsnähen
Nähen
NL
DE
GB
