12
NL
Voeren van de kabel bij het maaien
Pos: 11.7 /Innenteil/Mähbetrieb/Handhabung des Kabels beim Mähen Text @ 19\mod_1346243742890_2671.doc @ 149140 @ @ 1
De kabel zo klaar leggen, dat de machine hem lopend over het reeds gemaaide gazon losjes kan meetrekken. Bij het keren
van het apparaat legt de ontlasting de kabel automatisch om op de andere zijde van de duwboom.
Erop letten dat de kabel uit de buurt van het snijgereedschap wordt gehouden en geen lussen vormt.
De netaansluitleiding elke keer voordat u gaat maaien onderzoeken op tekenen van beschadigingen en alleen gebruiken in
foutloze toestand.
Pos: 11.8 /Innenteil/Mähbetrieb/1.1 Prüfung der Betriebssicherheit @ 0\mod_1115358766390_2671.doc @ 2925 @ 2 @ 1
Controle van de bedrijfsveiligheid
Pos: 11.9 /Innenteil/Mähbetrieb/Prüfung der Betriebssicherheit Text Elektro @ 19\mod_1346245147049_2671.doc @ 149345 @ @ 1
Vóór elk maaien erop letten dat de veiligheidsschakelbeugel foutloos functioneert. Als de schakelbeugel wordt losgelaten,
dan moeten motor en mesbalk binnen drie seconden blijven stilstaaan. Anders de dichtstbijzijnde geautoriseerde
vakwerkplaats opzoeken.
Erop letten dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet beschadigd zijn!
Het bovenste gedeelte van de duwboom (isolatie) controleren op beschadigingen. Als de overtrekslang beschadigd is,
absoluut de dichtstbijzijnde geautoriseerde vakwerkplaats opzoeken, aangezien anders verwondingen (elektrische schok)
door aanraking van spanninggeleidende delen het gevolg kunnen zijn.
Ter vermijding van een gevaar elke keer voordat u gaat maaien de toestand en de goede bevestiging van het mes
controleren. De bevestigingsschroef van het mes moet altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats worden aangedraaid,
aangezien na reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan isolatiedelen (bijv. messchroef) conform de bestaande norm DIN
EN 60335 een controle van de isolatieveiligheid moet worden uitgevoerd. Een versleten of beschadigd mes moet absoluut
worden vervangen (zie hiervoor hoofdstuk „Onderhoud van de mesbalk”).
Om de 10 bedrijfsuren ventilator, meskoppeling en ventilatorhuis controleren op slijtage en zitting. Daarnaast schroeven en
moeren controleren op goede bevestiging en eventueel aandraaien!
Bij blokkering van het maaiwerk, bijv. door tegen een hindernis aan te rijden, door een geautoriseerde vakwerkplaats laten
controleren of delen van de maaier beschadigd of vervormd zijn. Ook de eventueel noodzakelijke reparaties altijd door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten uitvoeren.
Pos: 11.10 /Innenteil/Mähbetrieb/1.1 Zeitliche Einschränkungen @ 0\mod_1115358910000_2671.doc @ 2927 @ 2 @ 1
Tijdelijke beperkingen
Pos: 11.11 /Innenteil/Mähbetrieb/Zeitliche Einschränkungen Text @ 0\mod_1115358942500_2671.doc @ 2936 @ @ 1
Er bestaan plaatselijke voorschriften met betrekking tot de tijden, waarop maaiers mogen worden gebruikt. Informeert u zich
a.u.b.voor het gebruik van de maaier bij de desbetreffende instantie.
Pos: 11.12 /Innenteil/Mähbetrieb/1.1 Tipps zur Rasenpflege (Abbildung M ) @ 0\mod_1115359282343_2671.doc @ 2926 @ 2 @ 1
Tips voor de verzorging van het gazon (Afbeelding M )
Pos: 11.13 /Innenteil/Mähbetrieb/Tipps zur Rasenpflege Mähen mit VARIO, ohne Antrieb Text @ 0\mod_1115359314906_2671.doc @ 2935 @ @ 1
Na 10 – 14 dagen begint elk gazon te verwilderen. U zult zien: hoe vaker het gemaaid wordt, des te beter en krachtiger het
eruit ziet; want regelmatig maaien bevordert een gelijkmatige groei.
Verwijder vóór elke maaibeurt alle vreemde voorwerpen (stenen, hout, takken enz.) van het gazon; let echter ook tijdens het
maaien nog op rondslingerende voorwerpen.
Maai zo mogelijk alleen droog gras. Bij natte bodem wordt de grasnerf gemakkelijk beschadigd; de wielen drukken zich in de
grond en laten sporen achter.
Als het gras te lang is geworden, maai het gazon dan eerst met hoge instelling van de snijhoogte in de ene richting, en
daarna met lagere, door u gewenste hoogte-instelling in de breedte. Snij alleen met scherpe, foutloze messen, opdat de
grashalmen niet uitrafelen. Een zuiver snijbeeld bereikt u als u de maaier in staptempo in zo recht mogelijke banen leidt.
Deze banen moeten altijd een paar centimeter overlappen, opdat er geen stroken blijven staan.
Het maaien op de laagste snijhoogte mag alleen gebeuren op vlakke en gladde grasmatten!
Gelieve er rekening mee te houden dat de onderste snijhoogte-instellingen alleen bij optimale omstandigheden gebruikt
mogen worden. Als u de snijhoogte te laag kiest, dan kan de grasnerf beschadigd en onder bepaalde omstandigheden zelfs
vernield worden.
Naast de snijhoogte beïnvloedt ook de rijsnelheid het snijbeeld en het vanggedrag. De rijsnelheid aanpassen aan persoon,
terrein en aan de te snijden grashoogte. Bij langere afgesneden grassprieten moet een langzamere rijsnelheid worden
gekozen.
Bij het maaien van hoog gras eerst een hoge instelling van de snijhoogte kiezen en daarna met lagere hoogte-instelling nog
een keer maaien in de breedte.
Pos: 12.1 /---------- 1 Leerzeile ---------- @ 0\mod_1114611787140_2671.doc @ 3221 @ @ 1