30
NL
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
verholpen te worden om herhaling van het voorval te voorkomen.
Om te voorkomen dat het systeem in werking treedt:
– mogen de polen van de accu niet onderling verwisseld worden
– mag de machine niet gebruikt worden zonder accu om geen afwijkingen aan de laadregelaar
te veroorzaken
– moet erop gelet worden dat er geen kortsluiting veroorzaakt wordt.
5.4.13 O
VERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE HANDELINGEN TIJDENS HET GEBRUIK
5.5 GEBRUIK OP HELLINGEN
Houd de aangegeven beperkingen aan (max. 10° - 17%) en maai een hellend gazon altijd van
boven naar beneden en nooit in de dwarsrichting.
BELANGRIJK
Om ...
De motor te starten (
☛
5.4.1)
Met rijden te beginneni (
☛
5.4.2)
Te remmen of te stoppen (
☛
5.4.3)
Achteruit te rijden (
☛
5.4.4)
Te maaien (
☛
5.4.5)
De opvangzak te legen (
☛
5.4.6)
Het uitwerpkanaal schoon te maken
(
☛
5.4.7)
Met maaien te stoppen (
☛
5.4.8)
De motor te stoppen (
☛
5.4.9)
De machine op te bergen (
☛
5.4.10)
Dient het volgende te worden uitgevoerd ...
Draai het benzinekraantje open, bereid de machine voor op het
starten en steek de sleutel in het contact.
Bedien de gashendel
en het koppelingspedaal (
☛
4.32);
Laat de motor in toeren afnemen en druk op het rempedaal.
Breng de machine;
en duw het koppelingspedaal in de «R» richting (
☛
4.32).
Breng de opvangzak of de steenbeschermingskap aan, stel de
hoogte van de beschermwieltjes in en bedien de gashendel;
en het koppelingspedaal (
☛
4.32);
schakel de messen in en stel de maaihoogte in.
Stop met rijden, ontkoppel de messen en voer met de hendel
de handelingen uit voor het omkiepen van de zak.
Stop met rijden, ontkoppel de messen en schakel de motor uit;
verwijder de opvangzak en reinig het uitwerpkanaal.
Ontkoppel de messen en laat de motor in toeren afnemen.
Minder het toerental van de motor, wacht enkele seconden en
draai dan de contactsleutel.
Schakel de handrem in, haal de sleutel uit het contact en reinig
de machine, de binnenkant van het maaidek, het uitwerpkanaal
en de opvangzak als dit nodig is.