PARAMETER
Diagnose 2
DIVERSE PARAMETERS:
Gebruikerslicht
Pauzetijd
Temperatuur
Spanning gebruikers
Gemiddelde stroom Bus
MOTOR 1:
Koppel
Spanning
Positie
MOTOR 2:
Koppel
Spanning
Positie
BESCHRIJVING
Dit is de timer voor uitschakeling van het gebruikerslicht.
Dit is del timer voor het tellen van de pauzetijd tussen de ene ma -
noeuvre en de andere.
Dit is de door de besturingseenheid gemeten motortemperatuur.
Dit is de spanning die geleverd wordt aan de externe inrichtingen.
Dit is de waarde van de stroom die wordt opgenomen door de inrich-
tingen die zijn verbonden met de bluebus uitgang, berekend als per-
centage.
Dit is de waarde van het koppel dat gedurende de manoeuvre wordt
ontwikkeld door de motor 1, berekend als percentage.
Dit is de gemiddelde spanning die gedurende de manoeuvre aan de
motor 1 wordt geleverd, berekend als percentage.
Geeft de fysieke positie van de bij de motor 1 horende encoder aan,
berekend als een percentage.
Dit is de waarde van het koppel dat gedurende de manoeuvre wordt
ontwikkeld door de motor 2, berekend als percentage.
Dit is de gemiddelde spanning die gedurende de manoeuvre aan de
motor 2 wordt geleverd, berekend als percentage.
Geeft de fysieke positie van de bij de motor 2 horende encoder aan,
berekend als een percentage.
Met deze functie kan de werkingsstatus van enkele door de besturingseenheid gemeten parameters worden weergegeven. De
parameters zijn beschreven in
Tabel 6
.
TABEL 6
: DIAGNOSTIEK overige parameters
Overige parameters
PARAMETER
Bluebus
FOTOCELLEN:
FOTO
FOTO II
FOTO 1
FOTO 1 II
FOTO 2
FOTO 2 II
FOTO 3
FOTO APRI
FOTO APRI II
BESCHRIJVING
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de besturingsfotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus
is en of het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de besturingsfotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus
is en of het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Met deze functie kunt u het type inrichting, de werkingsstatus en de configuratie van de met de Bluebus verbonden inrichtingen
weergeven. Deze parameters zijn beschreven in
Tabel 7
.
TABEL 7
: DIAGNOSTIEK bluebus inrichtingen
Diagnostiek bluebus inrichtingen
Intelligent Security & Fire Ltd.