enkele zender bestuurd moeten worden.
WAARSCHUWING
– Als in de ontvanger van de besturings-
eenheid dit radiokanaal niet vrij is, omdat het eerder in het
geheugen werd opgeslagen met een instructie, zal de bestu-
ringseenheid, wanneer men het kanaal activeert met de zen-
der, uitsluitend de geprogrammeerde uitgang activeren en de
instructie naar de motor toe negeren.
Uitgang actief 24 Vcc / max. 4 W
Deze parameter wordt uitgedrukt in seconden en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 10 seconden, in de fabriek
is een waarde van 2 seconden ingesteld. Met deze functie wordt de activeringstijd van het elektrische slot na het begin van de
openingsmanoeuvre (uitgaand van de stand met gesloten poort) ingesteld.
Deze parameter wordt uitgedrukt in seconden en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 250, de in de fabriek ingestel-
de waarde is 60 seconden. Deze functie dient ervoor om te programmeren hoe lang u wilt dat het gebruikerslicht blijft branden.
Tijd gebruikerslicht
Tijd elektrisch slot
PARAMETER
Diagnose 1 - IN
INGANGEN RADIO (On / Off):
Kanaal 1
Kanaal 2
Kanaal 3
Kanaal 4
SERIËLE INGANGEN RADIO
TOETSEN KAART:
nr 1
nr 2
nr 3
STATUS INGANGEN:
ing 1
ing 2
ing 3
ing alt
CONFIGURATIE ‘’ALT’
BESCHRIJVING
Geeft aan wanneer kanaal 1 van de radio-ontvanger actief is.
Geeft aan wanneer kanaal 2 van de radio-ontvanger actief is.
Geeft aan wanneer kanaal 3 van de radio-ontvanger actief is.
Geeft aan wanneer kanaal 4 van de radio-ontvanger actief is.
Geeft aan wanneer de besturingseenheid via BusT4 een seriële
instructie ontvangt van een radio-ontvanger; er kunnen minimaal 1
en maximaal 15 van dergelijke instructies zijn.
Geeft aan wanneer toets 1 (= OPEN) op de besturingseenheid wordt
ingedrukt.
Geeft aan wanneer toets 2 (= STOP) op de besturingseenheid wordt
ingedrukt.
Geeft aan wanneer toets 3 (= CLOSE) op de besturingseenheid
wordt ingedrukt.
Geeft aan wanneer ingang 1 actief is.
Geeft aan wanneer ingang 2 actief is.
Geeft aan wanneer ingang 3 actief is.
Geeft aan wanneer de ingang 'alt' actief is.
Geeft aan wat voor soort aansluiting er aanwezig is op de klem alt.
De aansluiten kunnen van de volgende types zijn: niet geconfigu-
reerd; NC; NA; 1 resistieve contactlijst 8K2; 2 resistieve contactlijsten
8K2; buiten range.
Met deze functie kunt u de werkingsstatus van alle ingangen en uitgangen op de besturingseenheid weergeven. De functies van
de ingangen en uitgangen zijn beschreven in
Tabel 5
.
TABEL 5
: DIAGNOSTIEK ingangen / uitgangen
Ingangen / uitgangen
DIAGNOSTIEK
Intelligent Security & Fire Ltd.