68
6) Werkingsmodi:
Bij de werkingsmodus Handbediening kunt u met ingang OPENING
een openingsmanoeuvre uitvoeren en met de ingang SLUITING een
sluitingsmanoeuvre. De ingang STAP VOOR STAP maakt afwisse-
lend een openings- en sluitingsmanoeuvre mogelijk.
Zodra de bedienings-opdracht op de ingang komt te vervallen, komt
de beweging tot stilstand. Bij opening komt de beweging tot stil-
stand wanneer de eindschakelaars in werking treden of als toestem-
ming van FOTO2 (op de kaart PIU') ontbreekt; bij sluiting daarente-
gen wordt de manoeuvre onderbroken, ook als toestemming van
FOTO ontbreekt. Wanneer er, zowel bij een openings-als sluitings-
manoeuvre op STOP gedrukt wordt, veroorzaakt dit een onmiddel-
lijke onderbreking van de manoeuvre. Zodra de poort niet meer loopt
dient u eerst de binnenkomende bedieningsopdracht te onderbre-
ken alvorens een nieuwe manoeuvre te laten beginnen. Bij één van
de automatische werkingsmodi (Semi-automatisch - Automatisch en
Sluit altijd) veroorzaakt een bedieningsopdracht op de ingang OPE-
NING een openingsmanoeuvre. Een impuls op STAP VOOR STAP
veroorzaakt afwisselend een openings- of sluitingsmanoeuvre. Een
tweede impuls op STAP VOOR STAP of op dezelfde ingang die de
manoeuvre gestart heeft, veroorzaakt een toestand van Stop. Zowel
bij een openings- als bij een sluitingsmanoeuvre zal een bedienings-
opdracht op STOP ervoor zorgen dat de manoeuvre onmiddellijk
onderbroken wordt.
Als op een instructie-ingang in plaats van een impuls een voortdu-
rend signaal gegeven wordt, ontstaat er een staat van “voorkeur”
waarbij de andere instructie-ingangen niet vrijgegeven zijn (nuttig
voor het aansluiten van een tijdschakelklok of een keuzeschakelaar
Nacht-Dag). Wanneer de automatische werkingsmodus geselec-
teerd is, heeft er na een openingsmanoeuvre een pauze plaats, na
afloop waarvan er een sluitings-manoeuvre wordt uitgevoerd. Als er
tijdens een pauze tussenkomst van FOTO plaatsvindt, zal de tijd-
schakelklok teruggesteld worden met een nieuwe pauzeduur; als er
daarentegen tijdens een pauze een bedieningsopdracht op STOP
gegeven wordt, zal de functie van een nieuwe sluiting gewist worden
en komt de poort in een toestand van STOP. Bij een openings-
manoeuvre heeft tussenkomst van de veiligheidsinrichtingen FOTO
geen enkel gevolg, terwijl FOTO2 (op de kaart PIU') omdraaiing van
de manoeuvre veroorzaakt; bij sluiting veroorzaakt tussenkomst van
FOTO omdraaiing van de manoeuvre, daarna een pauze en vervol-
gens opnieuw een sluiting.
De besturingseenheid beschikt over een serie microschakelaars
waarmee u de verschillende functies kunt activeren teneinde de
installatie zo goed mogelijk op de eisen van de gebruiker af te stem-
men en bij de verschillende gebruikswijzen zo veilig mogelijk te
maken. Alle functies worden geactiveerd door de desbetreffende
dipschakelaar op de stand “On” te zetten, terwijl ze niet ingescha-
keld zijn wanneer de desbetreffende dipschakelaar op “Off” staat.
LET OP: sommige programmeerbare functies hebben gevolgen
voor de veiligheidsaspecten; beoordeel zorgvuldig de gevolgen van
een bepaalde functie en controleer welke functie de grootst moge-
lijke zekerheid biedt.
Bij het onderhoud van een installatie dient u voordat u een pro-
grammeerbare functie gaat wijzigen, eerst te beoordelen waarom er
tijdens de installeringsfase bepaalde keuzes zijn gemaakt, en vervol-
gens na te gaan of bij een nieuwe programmering de veiligheid
afneemt.
7) Programmeren:
7.1) Programmeerbare functies:
Met behulp van de dipschakelaar FUNCTIES kunt u de verschillende werkingsmodi selecteren en de door u gewenste functies volgens
onderstaande tabel invoeren:
Schakelaar 1-2:
Off-Off
= Manoeuvre “Handbediening” d.w.z. er is iemand aanwezig
On-Off
= “Semi-Automatische Manoeuvre”
Off-On
= “Automatische Manoeuvre” d.w.z. Automatische Sluiting
On-On
= “Automatische Man Sluit altijd”
Schakelaar 3:
On
= Werking Woonblok < Niet beschikbaar bij handbediende modus >
Schakelaar 4:
On
= Voorwaarschuwing
Schakelaar 5:
On
= Terugloop onmiddellijk na Foto < alleen bij automatische modus
Schakelaar 6:
On
= Veiligheidsinrichting Foto ook bij opening
Schakelaar 7:
On
= Fototest
Schakelaar 8:
On
= Intelligent systeem stroommeting
Schakelaar 9:
On
= Gedeeltelijke omkering bij inwerkingtreding systeem stroommeting < uitgesloten bij handbediende modus >
Schakelaar10:
On
= Rem
Op “Off” activeert geen enkele schakelaar de functie, op “On” daarentegen activeert die de beschreven functie.
Sommige functies zijn onder bepaalde omstandigheden mogelijk; deze zijn aangegeven met de opmerkingen tussen de tekens “<...>”.
1
on
off
6