16
Controleer voor elk gebruik de staat van de uitrusting door de lussen aan de uiteinden, de riemen te controleren (geen insnijdingen, brandschade,
verkleuring, krimp,...) over de volledige lengte; controleer ook of de aanslag van de riem (stiksel) aanwezig is en in goede staat verkeert. Controleer of
de pal niet beschadigd is en correct werkt. Controleer ook of er geen sporen van oxidatie, vervorming, scheuren, slijtage zijn en of er geen scherpen,
snijdende delen in contact komen met de riem. De markeringen moeten leesbaar blijven.
In geval van twijfel over de staat van de uitrusting dient u de veiligheidslijn niet te gebruiken en/of terug te sturen naar de fabrikant of een bekwaam
persoon die door de fabrikant is aangewezen. Na een val het product niet gebruiken en markeren als BUITEN WERKING (zie de paragraaf CONTROLE).
Structuren met een kleine diameter en met roestvorming moeten worden vermeden, aangezien deze de prestaties van het mechanisme nadelig kunnen
beïnvloeden.
Het is verboden om een onderdeel van de uitrusting te verwijderen, toe te voegen of te vervangen.
Chemische producten: stel het apparaat buiten werking in geval van contact met chemische producten, oplosmiddelen of brandstoffen die de werking
kunnen aantasten.
TECHNISCHE KENMERKEN:
Materiaal:
Spanner:
Staal.
Riem:
Polyester.
Gewicht:
3,43 kg.
Statische weerstand van het systeem
> 19 kN.
KRATOS SAFETY verklaart dat het verankeringspunt Type C getest is volgens de norm EN 795:2012.
GEBRUIK IN COMBINATIE MET ANDER VEILIGHEIDSMATERIAAL
:
De uitrusting wordt gebruikt met een valbeveiligingssysteem zoals omschreven in de beschrijving (zie norm EN363) om ervoor te zorgen dat de tijdens
de valstop ontwikkelde energie minder dan 6 kN bedraagt. Een veiligheidsharnas (EN361) is de enige inrichting voor grip op het lichaam waarvan het
gebruik is toegestaan. Het kan gevaarlijk zijn om een eigen valbeschermingssysteem te maken waarin elke veiligheidsfunctie invloed kan hebben op een
andere veiligheidsfunctie. Raadpleeg dus vóór elk gebruik de aanbevelingen voor gebruik van elk onderdeel van het systeem.
CONTROLE:
De indicatieve levensduur van het product is 10 jaar, maar deze kan toenemen of afnemen afhankelijk van het gebruik en/of de resultaten van de jaarlijkse
controles.
De uitrusting moet systematisch worden gecontroleerd in geval van twijfel, na een val en ten minste elke twaalf maanden, door de fabrikant of een
competent* persoon die door de fabrikant gemachtigd is en volgens de periodieke controlevoorschriften van de fabrikant (en meer in het bijzonder
de Inspectiegids ref. GI XX-XXXXXX-XX), om de weerstand en dus de veiligheid van de gebruiker te garanderen. De resultaten van de periodieke
inspectie moeten worden vermeld in het verslag van de inspectie ENTECH01 (te downloaden op onze website). Het is aanbevolen de periodieke
inspecties te documenteren met een inspectierapport en foto’s.
De beschrijving moet (schriftelijk) worden aangevuld na elke controle van het product;
de controledatum en de datum van de volgende controle moeten worden aangeduid op de beschrijving en het is ook raadzaam de datum van de volgende
controle aan te geven op het product.
*: raadpleeg de definitie van bevoegde persoon op onze website in de rubriek: Technische informatie/advies
ONDERHOUD EN OPSLAG:
(Strikt na te leven voorschriften)
Tijdens het vervoer houdt u de uitrusting verwijderd van alle snijdende delen en bewaart u deze in de verpakking. Schoonmaken met water en zeep.
Afnemen met een doek en ophangen in een geventileerde ruimte zodat hij op natuurlijke wijze kan drogen en uit de buurt van elk open vuur of
warmtebron. Dat geldt ook voor onderdelen die tijdens het gebruik nat zijn geworden. Het apparaat moet in zijn verpakking opgeborgen worden in een
droge en geventileerde ruimte met gematigde temperatuur.