
NanoPhotometer
®
N120/
NP80/N60/N50/C40
User Manual Version 4.3.1
151
U moet dit naar een geschikt inzamelpunt brengen voor het recyclen van elektrische en
elektronische apparatuur. Het apparaat moet worden afgevoerd overeenkomstig lokale
milieuregelgeving voor afvalverwerking.
U
ITPAKKEN EN PLAATSEN
Controleer de inhoud van de verpakking volgens de leveringsbon. Indien u ontbrekende
items vaststelt, moet u uw leverancier onmiddellijk op de hoogte brengen.
Inspecteer het instrument op tekenen van schade die is ontstaan tijdens vervoer. Indien u
schade vaststelt, moet u uw leverancier onmiddellijk op de hoogte brengen.
Ga na of uw gewenste installatielocatie voldoet aan de omgevingsvereisten voor een veilig
gebruik: alleen binnen en in droge omgevingen te gebruiken.
Opmerking
: Plaats uw NanoPhotometer
®
niet in de buurt van vloeistoffen, chemische
stoffen, regen, vocht of stoffige omgevingen.
Temperatuurbereik 10 - 40°C (NP80, N60, N50 en C40) en 10
– 32°C (N120): indien een
cuvetverwarmer wordt gebruikt, is het bereik 10 - 27°C.
Het opslagtemperatuurbereik is 0 - 40°C. Bewaar het instrument niet onder of boven deze
temperatuur.
Indien het instrument wordt blootgesteld aan extreme temperatuurschommelingen, moet u
het instrument mogelijk even laten acclimatiseren. Schakel het instrument uit en schakel het
opnieuw in nadat het de omgevingstemperatuur heeft bereikt (2 tot 3 uur).
Maximale relatieve luchtvochtigheid (niet-condenserend) 80% en tot 31°C, lineair afnemend
tot 50% bij 40°C.
Het instrument moet op een stabiel, vlak oppervlak worden geplaatst dat 4-5 kg kan dragen
en moet zo worden geplaatst dat lucht vrij rond het instrument kan stromen. Zorg ervoor dat
de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd wanneer het instrument is ingeschakeld. Voorkom
rechtstreeks zonlicht omdat dit delen van het instrument kan laten verbleken en plastic
onderdelen kan beschadigen.
De apparatuur moet zo geplaatst worden dat in een noodgeval de stekker snel kan worden
gevonden en losgekoppeld.
Draag het instrument steeds door het hoofdgedeelte van het instrument vast te nemen en
niet door bijvoorbeeld het optionele scherm of de NanoVolume-steun vast te nemen.
De apparatuur moet zijn aangesloten met het 90W-netsnoer/voedingskabel door Implen
meegeleverd. Het stopcontact moet een aarding hebben. Het instrument is geschikt voor
voedingen van 90-250 V ± 10%, 50-60 Hz.
Bij mobiele modellen moet u het batterijpack vóór het eerste gebruik ten minste 3 uur
laden. Om diepe ontlading van de accu te voorkomen, moet de accu ten minste
eenmaal per maand worden opgeladen, zelfs als de NanoPhotometer
®
niet in gebruik
is. Het opladen van diep ontladen accu's is niet mogelijk, deze moeten door nieuwe
worden vervangen.
Lees de volledige gebruikershandleiding voor het eerste gebruik.
Schakel het instrument in met de aan/uit-knop op het achterpaneel nadat het netsnoer is
aangesloten. Het systeem zal een aantal zelftests uitvoeren.