27
ming van dieren garanderen. De effectiviteit van een
elektrisch hekwerk kan afhangen van de lokale condi-
ties waaronder het hekwerk is opgebouwd. Een goede
combinatie van producten, samen met een deskundige
installatie zorgt voor de beste resultaten. Afhankelijk
van de omstandigheden kan een vast ingesloten dier
een zeer stabiel mechanisch hekwerk of een uitgebreide
elektrische hekwerkinstallatie overwinnen. Daarom kan
de verkoper ook niet garanderen dat een hekwerk 100%
bescherming tegen uitbreken biedt. Een goed geïnstal
-
leerd elektrisch hekwerk kan een hoog zekerheidsniveau
bieden in vergelijking tot een mechanisch hekwerk: een
elektrische schok kan als psychologische barrière het
dier belemmeren het hekwerk te overwinnen. Elektrische
hekwerken bieden ook meer flexibiliteit.
BIjLAGE BB.1: AAN ELEKTRISCHE AFRASTERIN-
GEN VOOR dIEREN GESTELdE EISEN
Elektrische afrasteringen voor dieren
en hun bijko-
mende uitrustingen moeten zodanig geïnstalleerd, bedi
-
end en onderhouden worden, dat ze geen gevaar voor
mensen, dieren en hun omgeving betekenen.
Elektrische afrasteringen voor dieren,
waarin er dieren
of mensen kunnen vastraken, dienen vermeden te wor-
den.
OPGELET:
Vermijd contact met het hekwerk, in het bij-
zonder met hoofd, nek of bovenlichaam. Klim niet over ,
tussen of onder het hekwerk door. Om langs het hekwerk
te komen, makat u gebruik van een poort of een ander
doorgangspunt.
Een
elektrische afrastering voor dieren
mag niet op ba-
sis van twee afzonderlijke
elektrische afrasteringappa-
raten
of door onafhankelijke
afrasteringcircuits
van het-
zelfde
elektrische afrasteringapparaat
gevoed worden.
Bij twee gescheiden
elektrische afrasteringen voor
dieren
, waarvan iedere door een afzonderlijk
elektrisch
afrasteringapparaat
gevoed wordt, moet de afstand
tussen de draden van de beide
elektrische afrasterin-
gen voor dieren
minstens 2,5 m zijn. Indien deze leemte
gesloten dient te worden, moet dit door middel van elek-
trisch, niet-geleidend materiaal of door een geïsoleerde
metaalbarrière gebeuren.
Prikkeldraad of draad met scherpe kanten mag niet met
een
elektrisch afrasteringapparaa
t op de elektriciteit
aangesloten worden.
Een niet op de elektriciteit aangesloten afrastering met
prikkeldraad of draad met scherpe kanten mag voor de
ondersteuning van één of meerdere schuin opgestelde,
op de elektriciteit aangesloten draden van een
elek-
trische afrastering voor dieren
gebruikt worden.
De dragende onderdelen voor de op de elektriciteit aan-
gesloten draden moeten zodanig geconstrueerd zijn, dat
deze draden minstens op een afstand van 150 mm tot het
verticale vlak van de niet op de elektriciteit aangesloten
draden gehouden worden. De prikkeldraad of de draad
met scherpe kanten moet op regelmatige tijdstippen met
de aarde verbonden worden. Gelieve de in het groen ge-
markeerde tekst op pagina 25 in acht te nehmen !
Volg het advies vanwege de fabrikant van het elektrische
afrasteringapparaat voor de aardaansluiting op
Een afstand van minstens 10 m moet er tussen de
aarde-
elektrode
van het
elektrische afrasteringapparaat
en
ieder ander op aardverbindende systemen aangesloten
onderdeel zijn, zoals bijvoorbeeld de beschermende aar-
de van het energievoorzieningsysteem of de aarde van
een telecommunicatiesysteem.
Aansluitleidingen,
die binnen gebouwen voorzien wor-
den, moeten op een efficiënte manier van de met de aar-
de verbonden gedeelten van het gebouw geïsoleerd zijn.
Dit kan door gebruikmaking van geïsoleerde hoogspan
-
ningsleidingen gerealiseerd worden.
Aansluitleidingen,
die ondergronds voorzien worden,
moeten in beschermende buizen in een isolerend mate-
riaal geleid worden of in het andere geval als geïsoleerde
hoogspanningsleidingen geconcipieerd worden. Er dient
op gelet te worden dat de aansluitleidingen niet door ho-
even van dieren of door tractorwielen, die in de vloer zak-
ken, beschadigd worden.
Aansluitleidingen
mogen niet in dezelfde beschermende
buis geïnstalleerd worden zoals deze van de stroomnet
-
toevoerleidingen, de communicatieleidingen of de gege-
vensleidingen.
Aansluitleidingen
en draden van
elektrische afraste-
ringen voor dieren
mogen niet boven hoogspannings -
of communicatieleidingen geïnstalleerd worden.
Kruisingen met hoogspanningsleidingen moeten zoveel
mogelijk vermeden worden. Indien een dergelijke kruising
niet vermeden kan worden, moet ze onder de hoogspan-
ningsleiding doorgevoerd worden en zo dicht mogelijk in een rechte hoek daarmee verlopen.
Indien er
aansluitleidingen
en draden van
elektrische afrasteringen voor dieren
in de nabijheid van hoogspannings-
leidingen geïnstalleerd zijn, mogen de afstanden niet korter zijn dan in tabel BB.1 aangegeven.
Tabel BB.1: afstanden van hoogspanningsleidingen voor elektrische afrasteringen voor dieren
Spanning van de hoogspanningsleiding ( V )
Afstand ( m )
1000
3
> 1000 en 33000
4
> 33000
8
Indien er
aansluitleidingen
en draden van
elektrische
afrasteringen voor dieren
in de nabijheid van hoogspan-
ningsleidingen geïnstalleerd zijn, mogen de hoogte ervan
boven de vloer niet meer dan 3 m bedragen.
Deze hoogte geldt voor iedere zijde van een rechthoekige
projectie van de buiten geleider van de hoogspanningslei-
dingen op het grondoppervlak voor een afstand van
– 2m bij hoogspanningsleidingen, die met een nominale
spanning van maximaal 1000V gebruikt worden
– 15m bij hoogspanningsleidingen, die met een nominale
spanning van meer dan 1000V gebruikt worden
Elektrische afrasteringen voor dieren, die bedoeld zijn om
vogels af te schrikken, om rond huisdieren een schutting te
zetten of om dieren zoals koeien te trainen (koeientrainer),
mogen uitsluitend door elektrische afrasteringapparaten
met een laag vermogen, waarmee voldoende en een veilige
capaciteit tot stand gebracht wordt, gevoed worden.
Bij
elektrische afrasteringen voor dieren
, die bedoeld zijn
om vogels op een veilige afstand van gebouwen te houden,
mag er geen draad van de
elektrische afrastering
met de
aarde verbonden zijn indien de draden van de afrastering
niet met metalen onderdelen verbonden zijn.
Als een draad met een metalen onderdeel (bijvoorbeeld de
dakgoot) of met een metalen structuur van het gebouw ver-
bonden is, moet dit metalen onderdeel met de aarde verbon-
den zijn. Een waarschuwingsbord moet aangebracht zijn op
alle plaatsen, waar personen vrije toegang tot de geleiders