Dräger UCF 1600, Instructions For Use Manual, Page: 135 / 376

135
Kleurenpaletten in de normale modus activeren
In de normale modus (de camera is niet op standby gezet en
ThermalScan niet actief) kunnen scènes met verschillende kleuren-
paletten worden weergegeven. De indicatie voor kleurenpaletten (16)
signaleert door CP 01, CP 02...CP 06 welk kleurenpalet op het ogen-
blik actief is.
De warmtebeeldcamera biedt "TempColor" (CP 01), "Autumn"
(CP 02), "Black Yellow" (CP 03), "Yellow" (CP 04), "Gray Scale White
Hot" (CP 05) en "Gray Scale Black Hot" (CP 06) (zie ook blz. 374).
Het kleurenpalet kan worden gebruikt om het warmtebeeld bij
opnamen in de normale modus te optimaliseren (b.v. "Autumn" voor
bewakingsacties, "Black Yellow" voor het inspecteren van elektrische
installaties, "Gray Scale Black Hot" voor zoek- en reddingsacties bij
lage temperaturen).
De kleurenpaletten "Gray Scale White Hot" en "Gray Scale Black
Hot" bieden de functie "Brandhaard inkleuren" ("Source of Fire"):
alleen de verzadigde pixels van een scène (met andere woorden: de
brandhaard) worden rood weergegeven waardoor de hotspot van de
scène kan worden bepaald. Met behulp van deze functie kan
resterende gloed of andere hete plekken (
hot spots ) worden gezocht.
"TempColor" is de standaard instelling voor het kleurenpalet. Nadat
de warmtebeeldcamera ingeschakeld is en noch de
brandweermodus noch de ThermalScan-functie actief is, kunt u als
volgt tussen de verschillende kleurenpaletten omschakelen:
● Druk langer dan 1,5 seconden op de MODE-toets.
Het warmtebeeld wordt met een ander kleurenpalet weergegeven.
Bij iedere druk op de MODE-toets (langer dan 1,5 seconden),
selecteert de warmtebeeldcamera het volgende kleurenpalet.
Wanneer de warmtebeeldcamera naar de brandweermodus
omschakelt, wordt principieel de kleurenpalet "TempColor" gebruikt.
Daarbij speelt het gen rol welk kleurenpalet u heeft gekozen.
Zodra de camera naar de normale modus terugkeert, wordt weer het
vooraf geselecteerde kleurenpalet aangeduid.
ThermalScan-functie (optioneel)
Deze functie staat alleen in de normale modus ter beschikking.
Wanneer de warmtebeeldcamera naar de brandweermodus
omschakelt, wordt "TempColor" als standaard kleurenpalet gebruikt.
Wanneer de ThermalScan-functie actief is, worden alle voorwerpen
die warmer zijn dan de ingestelde drempelwaarden geel
weergegeven (zie ook blz. 374). Het is niet mogelijk een andere
kleurenpalet te selecteren.
De ThermalScan-knoppen zijn alleen actief, wanneer de
warmtebeeldcamera ingeschakeld en niet op standby gezet is.
ThermalScan-functie activeren
●
Druk ca. 1 seconde op de DOWN- of UP-toets.
Op het display wordt "TS > 60
o
C" of "TS > 140
o
F" weergegeven
(standaard).
ThermalScan-drempel wijzigen
●
Druk op de UP-toets om de ThermalScan-drempel te verhogen.
De overeenkomstige drempelwaarde wordt op het display
weergegeven.
● Druk op de DOWN-toets om de ThermalScan-drempel te
verlagen.
De overeenkomstige drempelwaarde wordt op het display
weergegeven.
Houd de DOWN- of UP-toets ingedrukt om de drempelwaarde sneller
te wijzigen.
ThermalScan-functie uitschakelen
●
Houd de UP- en DOWN-toets gelijktijdig gedurende ca.
1 seconde ingedrukt.
De ThermalScan-drempel wordt niet meer op het display
aangeduid.