21
NL
INVERTER LASAPPARAAT
1. BESCHRIJVING TOESTEL
1. Elektrodehouder
2. Aardklem
3. Instelknop voor lasstroom
4. Omschakelaar
5. Controlelampje voor oververhitting
6. Handgreep
7. Netkabel
2. LEVERINGSOMVANG
Lastoestel
Lasplaatsuitrusting
3. BELANGRIJKE INSTRUCTIES
Lees de handleiding aandachtig door en neem de hie-
rin gegeven instructies in acht. Maakt u zich aan de
hand van deze handleiding vertrouwd met het toestel
en met het correct gebruik ervan. Schenk bijzondere
aandacht aan deveiligheidsinstructies.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Absoluut in acht te nemen
OPGELET
Gebruik het toestel alleen voor zijn beoogd doel, zoals
dit in deze handleiding wordt beschreven: handmatig
booglassen met mantelelektroden.
Een onvakkundig gebruik van deze installatie kan ge-
vaarlijk zijn voor personen, dieren en voorwerpen. De
gebruiker van de installatie is verantwoordelijk voor
zijn eigen veiligheid en voor die van andere personen.
Lees daarom in elk geval deze handleiding en volg de
instructies erin op.
• Reparaties en/of onderhoudswerkzaamheden mo-
gen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwali
fi
ce-
erde personen.
• Alleen de tot de leveringsomvang behorende laska-
bels mogen worden gebruikt.
• Zorg voor een gepast onderhoud van het toestel.
• Het toestel mag tijdens de werking niet ingesloten of
direct tegen de muur staan, zodat altijd voldoende
lucht door de ventilatiesleuven kan worden opgen-
omen. Vergewis u ervan dat het toestel niet op het
net is aangesloten (zie 6.). Vermijd elke treklast op
het elektrisch snoer. Trek de stekker van het toestel
uit voor u het op een andere plaats opstelt.
• Let op de toestand van de laskabels, de elektrode-
tang en de aardingsklem; slijtage aan de isolatie
en aan de stroomvoerende onderdelen kan tot een
gevaarlijke situatie leiden en de kwaliteit van het
laswerk verminderen.
• Booglassen produceert vonken, gesmolten metalen
deeltjes en rook. Wees dus uiterst voorzichtig en
verwijder alle brandbare substanties en/of materia-
len uit de werkplaats.
• Vergewis u ervan dat er voldoende luchttoevoer
aanwezig is.
• Las nooit op
fl
essen, vaten of buizen die brandbare
vloeistoffen of gassen bevat hebben. Vermijd elk di-
rect contact met de lasstroomkring; de null-astspan-
ning die tussen de elektrodetang en de aardings-
klem optreedt, kan gevaarlijk zijn.
• Bewaar of gebruik het toestel nooit in een vochtige
of natte omgeving of in de regen.
• Bescherm uw ogen met daartoe bestemde veilig-
heidsglazen (DIN graad 9-10), die u op de bijgele-
verde laskap bevestigt. Draag handschoenen en
droge beschermende kleding die vrij is van olie en
vet, om de huid niet bloot te stellen aan de ultravio-
lette straling van de lichtboog.
LET OP!
• De lichtstraling van de lichtboog kan de ogen be-
schadigen en verbrandingen op de huid teweeg-
brengen.
• Booglassen produceert vonken en druppels gesmol-
ten metaal, het gelaste werkstuk begint te gloeien
en blijft relatief lang erg heet.
• Bij het booglassen komen dampen vrij die schade-
lijk kunnen zijn. Elke elektrische schok kan dodelijk
zijn.
• Nader de lichtboog niet direct binnen een cirkel van
15 m.
• Bescherm uzelf (en omstaande personen) tegen de
eventuele gevaarlijke effecten van de lichtboog.
• Waarschuwing: afhankelijk van de netaansluitings-
situatie van het lastoestel kunnen binnen het elek-
trisch net eventueel andere verbruikers gestoord
worden.
OPGELET!
Bij overbelaste leidingnetten en stroomkringen kunnen
tijdens het lassen andere verbruikers storingen onder-
vinden. In geval van twijfel moet het elektriciteitsbedrijf
worden geraadpleegd.
GEVARENBRONNEN BIJ BOOGLASSEN
Bij het booglassen bestaan heel wat gevarenbronnen.
Daarom is het voor de lasser zeer belangrijk ondersta-
ande regels op te volgen, om zichzelf en anderen niet
in gevaar te brengen en schade aan mens en toestel
te voorkomen.
1. Laat werkzaamheden aan de netspanningszijde,
bijv. aan kabels, stekkers, stopcontacten enz. al-
leen door een vakman uitvoeren. Dat geldt in het
bijzonder voor het aanmaken van tussen-kabels.
2. Bij ongevallen de lasstroombron onmiddellijk van
het net loskoppelen.
3. Indien er elektrische contactspanningen optreden,
het toestel onmiddellijk uitschakelen en door een
vakman laten controleren.
4. Aan de lasstroomzijde altijd voor goede elektrische
contacten zorgen.
5. Tijdens het lassen altijd aan beide handen isole-
rende handschoenen dragen. Deze beschermen
tegen elektrische schokken (nullast-spanning van
de lasstroomkring), tegen schadelijke straling (hitte
en uv-straling) en tegen gloeiend metaal en slak-
kenspatten.
NL
Nederlands
Summary of Contents for 98291445
Page 1: ......
Page 45: ...45 RU 42 10 C 40 C 1000 1 2 3 4 5 6 7 RU...
Page 46: ...46 RU 9 10 DIN 50 Hz U1 I1 max U0 I2 mm nc nc1 nc nc1 nh nh1 nh nh1 IP 21 H X 5 10 30 4 30...
Page 47: ...47 RU 2 40 80 2 5 60 110 3 2 80 160 4 120 200 5 150 200 20 30...
Page 48: ...48 KZ 42 1000 10 40 1 2 3 4 5 6 7 DIN 9 10 KZ...
Page 49: ...49 KZ 50 Hz U1 I1 max U0 I2 mm nc nc1 nc nc1 nh nh1 nh nh1 IP 21 H X 5 10 30 4 30...
Page 50: ...50 KZ 220 230 2 40 80 2 5 60 110 3 2 80 160 4 120 200 5 150 200 20 30...
Page 51: ...51 UA I i 42 10 C 40 C 1000 1 2 3 4 5 6 7 9 10 D N UA...
Page 52: ...52 UA 50 Hz U1 I1 max U0 I2 mm nc nc1 nc nc1 nh nh1 nh nh1 IP 21 H X 5 10 30 4 30...
Page 53: ...53 UA 2 40 80 2 5 60 110 3 2 80 160 4 120 200 5 150 200 20 30 i i...
Page 75: ...75 GR 42 V 1 2 3 4 5 6 7 9 10 DIN...
Page 76: ...76 GR 50 Hz U1 I1 max U0 I2 mm nc nc1 nc nc1 nh nh1 nh nh1 IP 21 H X 89 334 X 220 230 V o...
Page 77: ...77 GR mm A 2 40 80 2 5 60 110 3 2 80 160 4 120 200 5 150 200 20 300...
Page 81: ...81 AE 1 2 3 4 5 6 7 AE...
Page 82: ...82 Exploded view DWI 200S...
Page 88: ...R R L L...