Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
28/64
IST23-2D664CT_rev.2 05-21
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen.
Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES SPARROW 200R.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de)
volgende product(en): zelfremmend afdaalapparaat Sparrow 200R.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
EN 12841:2006-C - Apparaat voor het afstellen van touwen / afdaalapparaat:
voor het gebruik van touwen (kern + ommanteling) statisch of semi-statisch EN
1891-A Ø 10,5÷11 mm. EN 341:2011-2A - reddingsafdaalapparaat: alleen
te gebruiken met touwen die in de tabel zijn genoemd (Afb. 1). Dit product is een
persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) tegen vallen van een hoogte en voldoet
aan verordening (EU) 2016/425.
Let op!
Voor dit product moeten de instructies
van EN 365 (algemene instructies/paragraaf 2.5) in acht worden genomen.
Let
op!
Voor dit product is een grondige periodieke inspectie verplicht (algemene
instructies/paragraaf 8).
2) AANGEMELDE INSTANTIE
S.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M2; M3; N1.
3) BENAMING
.
Onderdelen van het apparaat (Fig. 3): A) Tegenblok. B) Vang. C) Bevestigings-
uitsparing. D) Bedieningshendel. E) Vaste zijplaat. F) Nok. G) Nokkensteun. H)
Touwaanvoersleuf. I) Zijschuifplaat. L) Veiligheidspal. Onderdelen van het systeem
(Fig.4.1- 4,2): M) Ankerpunt. N) Verzekerde gedeelte van het touw. O) Hand
die het afdaalapparaat controleert. P) Afdaalapparaat. Q) Vrije gedeelte van
het touw. R) Connector voor het koppelen van het harnas aan het ankerpunt. S)
Hand die het vrije uiteinde van het touw vasthoudt. Hendelposities (Fig. 4.3): T)
Stand-by / Veilige werkpositie. U) Werkpositie. V) Start afdalen. X) Maximale
afdaalsnelheid. Y) (EBS) extra remysteem.
3.1 - Belangrijkste materialen.
Zie de legenda in de algemene instructies (pa-
ragraaf 2.4): 2 (nok, tegenblokken, scharnieren, veren); 3(zijplaten); 7 (hendel,
veiligheidspal).
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemee
n (Afb. 2). Indicaties: 1; 4; 6; 7; 8; 11; 12; 30) Aanwijzing van
het vrije uiteinde van het touw; 31) Aanwijzing voor de gezekerde/vastgezette
kant van het touw; 32) Aanwijzing over de werkstanden van de bedienings-
hendel; 33) Toegestane diameter en type touwen (EN 12841); 34) Maximale
toegestane werkbelasting (EN 12841); 35) Touwmodellen die zijn toegestaan
(EN 341); 36) Minimale en maximale toegestane werkbelasting (EN 341); 37)
Maximale toegestane abseillengte (EN 341); 38) Minimale toegestane gebruik-
stemperatuur (EN 341).
Let op!
EN 341:2011 is niet inbegrepen bij de gehar-
moniseerde standaarden voor PBM, de CE-markering verwijst slechts naar EN
12841:2006.
4.2 - Traceerbaarheid
(Afb. 2). Indicaties: T1; T3; T8; T9.
5) CONTROLES
.
Neem naast de volgende controles ook de algemene instructies (paragraaf 3) in
acht. Verifieer vóór elk gebruik, dat: de nok vrij draait zonder vast te lopen en
de veer van de nok in de touwvergrendelingspositie sluit; de nok geen slijtage
toont, vooral in het gedeelte waar het zich op het touw vastzet en in de sleuf
van het touw; de connector die in de bevestigingsuitsparing geplaatst is, vrij en
ongehinderd draait; de bedieningshendel goed werkt, de veer weer de hendel
terugstelt in de “REST” [Rust] positie; de mobiele zijplaat goed is vastgehaakt op
het scharnier van de nok; de bedieningshendel goed en ongehinderd draait.
Tijdens elk gebruik: zorg dat het touw altijd gespannen staat om vrije val te voor-
komen; vermijd dat het touw slap gaat hangen tussen het anker en de bevestiging
op het harnas.
Let op!
Alvorens u belasting op het apparaat zet, voer een grondi-
ge controle uit van de werkingsstaat van het apparaat.
6) GEBRUIKSAANWIJZING.
Alle werkzaamheden op hoogte veronderstellen dat persoonlijke beschermings-
middelen (PBM) worden gebruikt, ter beveiliging bij het risico op valpartijen.
Voordat de werkplek betreden wordt, dienen alle risicofactoren in kaart gebracht
te zijn (omgevingsfactoren, bijkomstige factoren, gevolgen).
6.1 - Waarschuwingen.
Er mogen uitsluitend verankeringspunten gebruikt worden
die voldoen aan de richtlijn EN795 (minimale weerstand 12kN of 18 kN voor
niet metalen verankeringen), die geen snijdende hoeken hebben. De gebruiker
moet zich altijd onder het ankerpunt bevinden (Fig. 7,1).
6.2 - Touw plaatsen en verwijderen.
Verbind de Sparrow 200R met de buikring
van uw vollichaamsharnas (Fig. 5) of met het ankerpunt (Fig. 6), met behulp van
een karabijnhaaksluiting gecertificeerd volgens EN 362:2004 (max.120mm);
open de mobiele zijplaat; steek het touw in volgens de instructies op het ap-
paraat; sluit de mobiele zijplaat (zorg dat de veiligheidspal goed gesloten is).
Als u in moeilijke omstandigheden een krachtigere remwerking nodig hebt, of
tijdens het zakken van een zwaar gewicht van een ankerpunt, dan kunt u het vrije
uiteinde van het touw door de vang trekken. Nu hebt u een betere controle over
het abseilen.
6.3 - Controleer de goede staat van werking.
Controleer vóór elk gebruik de
goede werkstaat van het apparaat.
Let op!
Alvorens u deze procedure volgt, dient
u zichzelf of een andere persoon te zekeren bij het abseilen. Gebruik met een
valstopharnas (Fig. 8.1): 1) Door aan de gezekerde zijde van het touw te trek-
ken, moet de nok het apparaat vergrendelen: als dit niet gebeurt, controleer dan
dat het touw goed geplaatst is. 2) Zet langzaam uw gewicht op het apparaat,
waarbij u het vrije uiteinde van het touw vasthoudt: De nok moet zich op het touw
vastzetten. Als de nok zich op het touw vastzet, werkt het apparaat goed en is
het klaar voor gebruik. Als de nok zich niet op het touw vastzet, controleer dan of
het touw goed geplaatst is. Mocht het apparaat zich nog altijd niet op het touw
vastzetten, verwijder het dan onmiddellijk en gebruik het niet meer. Gebruik op
een ankerpunt (Fig. 8.2): 1) Onthoud dat u het vrije uiteinde van het touw door
de vang trekt. 2) Door aan het gezekerde uiteinde van het touw te trekken, moet
de nok zich op het touw vastzetten. Als de nok zich niet op het touw vastzet, con-
troleer dan of het touw goed geplaatst is. Mocht het apparaat zich nog altijd niet
op het touw vastzetten, verwijder het dan onmiddellijk en gebruik het niet meer.
6.4 - EBS (Extraordinary braking system) (Buitengewoon remsysteem).
EBS is
een veiligheidssysteem dat de snelheid vermindert in plaats van deze te ver-
hogen, als per ongeluk de hendel naar beneden wordt gedrukt.
Let op!
Deze
manoeuvre mag alleen worden gebruikt in noodgevallen en dient niet voor nor-
maal gebruik. Als dit veiligheidssysteem veelvuldig gebruikt wordt, kan het touw
sneller gaan slijten. Om de afdaling te hervatten, houdt u het vrije uiteinde van
het touw stevig vast en laat u langzaam de bedieningshendel vrij tot deze in de
“REST” [Rust] positie staat. Vanaf hier kunt u het abseilen weer starten volgens
bovenstaande instructie.
7) SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 12841:2006.
Het Sparrow 200R afdaalapparaat is een Persoonlijk Beschermingsmiddel (PBM)
bestemd om in een toegangssysteem met koord geïntegreerd te worden. Max
werkbelasting 210 kg. Het Sparrow 200R afdaalapparaat is een systeem voor
het afstellen van de touwlengte van het type C en wordt gebruikt voor het abseilen
via het touw (ankerlijn).
Let op!
Apparaten voor het afstellen van touwen moeten
niet worden gebruikt als valstopper.
Let op!
Een ankerlijn die het volle gewicht van
de gebruiker draagt wordt geacht een werklijn te zijn en wordt niet bedoeld als
valstopper. Het is verplicht om een valstopapparaat te gebruiken voor het zekeren
type A dat aan een veiligheidslijn wordt vastgemaakt. Let op dat de zekering
nooit de werklijn belast (Fig. 11).
7.1 - Abseilen van één persoon
(Fig. 9). Terwijl u het vrije uiteinde van het touw
vasthoudt, trekt u langzaam aan de bedieningshendel om de snelheid aan te
passen. Bij moeilijk abseilen, waarbij een krachtigere remwerking wordt vereist,
steekt u het vrije uiteinde van het touw door de vang om een betere controle over
het zware gewicht te krijgen, en trek vervolgens langzaam aan het bedienings-
hendel om de snelheid aan te passen.
Let op!
Houd altijd het vrije uiteinde van
het touw vast tijdens het abseilen. Om de afdaling te stoppen, laat u de bedie-
ningshendel vrij: De hendel zal vanzelf naar de “REST” [RUST] stand gaan. Er zijn
geen verdere handelingen nodig om de positie van handen vrij te behouden. Om
te vermijden dat iets in de weg zit van de hendel of om gemakkelijker te werken,
kan de bedieningshendel in de “STAND BY” positie worden gezet.
Let op!
Verlies
nooit de controle tijdens het abseilen, het kan moeilijk zijn om dit weer onder
controle te krijgen.
7.2 - Waarschuwingen.
1) Draag altijd een paar goed passende handschoenen
om uw handen te beschermen tijdens het manoeuvreren van het apparaat en het
touw. 2) Gebruik alleen statisch of semi-statisch touw (kern + ommanteling) tussen
Ø 10,5÷11 mm gecertificeerd volgens EN 1891 type A (Voor de certificering
van dit apparaat, zijn de volgende touwen gebruikt: Bornack TEC Static Pro 11
mm; Teufelberger Patron 10,5; Teufelberger Patron Plus 11). 3) Er zijn geen be-
perkingen voor de lengte van schuin lopende of hellende doorgangen. 4) Er zijn
geen speciale voorzorgsmaatregelen nodig voor toegang tot hellende paden.
5) Overbelasting of belasting op het apparaat kan de ankerlijn beschadigen; 6)
Gebruik nooit sleutelkoorden of verlengingen of andere middelen om het appa-
raat aan uw harnas te bevestigen. 7) Tijdens het gebruik moet het ankerpunt altijd
boven het bevestigingspunt van de heupgordel van uw harnas worden geplaatst;
8) De technische prestaties van de ankerlijn kunnen aanzienlijk variëren, vanwege
vuil, vocht, ijs, herhaalde afdalingen met dezelfde elasticiteit: houd er rekening
mee dat deze veranderingen invloed hebben op het touw binnenin het systeem
en zodoende op de snelheid van de afdaling.
8) SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 341:2011.
Het Sparrow 200R afdaalapparaat kan bij reddingsacties worden gebruikt.
Maximale toegestane afdaling: 180 m; werkbelasting: 30÷200 kg.
8.1 - Afdaling met ander personen, apparaat op het harnas (Fig. 10).
Steek het
vrije uiteinde van het touw door de vang. Terwijl u het vrije uiteinde van het touw
vasthoudt, trekt u langzaam aan de bedieningshendel om de snelheid van het
afdalen aan te passen. Om de afdaling te stoppen, laat u de bedieningshendel
vrij: De hendel zal vanzelf naar de “REST” [RUST] stand gaan.
Let op!
Houd altijd
het vrije uiteinde van het touw vast tijdens het abseilen.
Let op!
Verlies nooit de
controle tijdens het abseilen, het kan moeilijk zijn om weer de controle over het