![Climbing Technology 2P654 Instruction Manual Download Page 18](http://html.mh-extra.com/html/climbing-technology/2p654/2p654_instruction-manual_2625063018.webp)
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
18/35
IST12-2P621CT_rev.2 04-21
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen.
Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 12278:2007.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de)
volgende product(en): katrollen.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
EN 12278:2007: Uitrusting alpinisme - Katrollen. Dit product is een persoon-
lijk beschermingsmiddel (PBM) tegen vallen van een hoogte en voldoet aan ver-
ordening (EU) 2016/425.
Let op!
Duetto-model voldoet aan de vereisten van
VG11.104 voor het gebruik op staaldraadtouwen.
2) AANGEMELDE INSTANTIES.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M1; M2; N1.
3) BENAMING.
(Fig. 2). A) Verbindingsgat. B) Steun (mobiel of vast. C) Katrol met
rotatiesysteem (Fig. 1). D) Rotatiepen. E) extra verbindingsgat (uitsluitend indien
aanwezig). F) Anti-rotatiepen steunen (uitsluitend indien aanwezig).
3.1 - Belangrijkste materialen.
Zie de legenda in de algemene instructies (pa-
ragraaf 2.4): 3 (steun, katrollen). Uitsluitend voor het model Duetto: 2 (katrollen,
spil); 3 (steun).
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5). Nummers/letters met een sterretje (*): informatie beschikbaar af-
hankelijk van het model.
4.1 - Algemee
n (Afb. 3). Indicaties: 1; 4; 7; 8; 11; 12; 13; 14; 30) Bruikbare
diameters touw/hulplijn; 31) Bruikbare kabeldiameters*; 32) Pictogram dat aan-
geeft dat de uitrusting schijven op kogellagers bevat*.
4.2 - Traceerbaarheid
(Afb. 3). Indicaties: T1; T3; T8; T9*.
5) CONTROLES
.
Neem naast de volgende controles ook de algemene instructies (paragraaf 3)
in acht.
Vóór elk gebruik controleert u of: de gebruikte karabiners correct functioneren en
symmetrisch werken.
Tijdens elk gebruik: voorkomt u dat de katrol en het touw op snijdende onderdelen
en schurende materialen steunen of schuren.
6) COMPATIBILITEIT.
Dit product kan alleen worden gebruikt met EG-gemarkeerde apparaten: werk- of
bergbeklimmersuitrusting zoals aansluitingen (EN 12275), touwen (EN 1891/
EN 892), lijnen (EN 564) enz.
Let op!
Net als voor het gebruik van het Duet-
to-model in overeenstemming met de vereisten van VG11.104, zie paragraaf 9
en figuur 11.
6.1 - Touwen en metalen kabels.
De compatibiliteit van de verschillende modellen
met touwen en/of metalen kabels is aangegeven in de tabel (Fig. 1).
Let op!
Gebruik de takelblokken met katrollen in lichtmetaal op een metalen kabel.
Let op!
Een touw met een te kleine diameter kan vastraken tussen de katrol en de zijplaat.
6.2 - Karabiners.
Om de uitrusting vast te maken aan het ankerpunt, mag u enkel
karabiners gebruiken die voorzien zijn van een blokkage-ring.
Let op!
Voer de
karabiner altijd in de verbindingsgaten van alle halzen in (Fig. 4.4).
7) GEBRUIKSAANWIJZINGEN.
De katrollen zijn systemen die dienen om de weerstand te beperken tijdens het
heffen of het verplaatsen van een landing.
7.1 - Rendement.
Bij de basisconfiguratie is de theoretische kracht (F), nodig
voor het heffen van een gewicht (P), gelijk aan het gewicht zelf (Fig. 5.1). In
werkelijkheid bestaan er weerstanden die het rendement van de katrol verlagen
en de effectieve kracht verhogen die nodig is voor het heffen (F=1,1÷1,4 P). Als
men een karabiner gebruikte in plaats van een katrol zou de waarde van F zelfs
twee keer de waarde van P worden
Let op!
Waar anders gespecificeerd, zijn de
aangegeven waarden van F theoretisch.
7.2 - Waarschuwingen.
De belastingen op het ankerpunt en op de andere on-
derdelen van de uitrusting, kunnen aanzienlijk toenemen als gevolg van de dyna-
mische bewegingen van de lading tijdens de verplaatsing: controleer de globale
weerstand van het systeem.
8) Gebruik voor kabelbaan/Tirolees (NIET GEDEKT DOOR NORMEN).
1) De verankeringspunten van de werklijn moeten worden gescheiden van de ver-
ankeringspunten van de veiligheidslijn (Fig. 9.1-9.2). 2) Gebruik een zelfblokke-
rende uitrusting (bijv. Rollnlock) op het veiligheidstouw voor de autonome progres-
sie (Fig. 9.3). 3) Let op de spanning die op de verankeringen komt te staan op
basis van de gecreëerde hoek (Fig. 9.5). 4) Besteed aandacht aan de inclinatie
van het touw en de consequente snelheid bij het afdalen (Fig. 10).
9) TE GEBRUIKEN IN OVEREENSTEMMING MET VG11.104 (DUETTO-MODEL
ALLEEN).
Het Duetto-model is alleen geschikt voor touwlopen in overeenstemming met
VG11.104.
9.1 - Compatibiliteit.
Het systeem is compatibel met gegalvaniseerd staaldraad-
touwen met een diameter van 12 mm. De testen zijn uitgevoerd met de volgende
soorten draadtouw: 7x19 draadtouw; rotatiebestendig draadtouw 19x7.
Opge-
let!
Gebruik het systeem niet op draadtouwen met specificaties die anders zijn
dan de aanduidingen.
9.2 - Installatie.
Als de apparatuur op de lijn wordt geïnstalleerd, gebruik dan
alleen EN 12275-connectoren die zijn voorzien van vergrendelingshekjes, EN
12277-harnassen, EN 566-banden of sleutelkoorden voor avontuurparken die
voldoen aan Regelgeving 2016/425 (Fig. 11.1-11.2).
9.3 - Spelingsafstand
(Fig. 11.3). De spelingsafstand is de minimale afstand
onder het ankerpunt waarvoor gezorgd moet worden om te voorkomen dat de
gebruiker in contact komt met de structuur, de grond of met een ander voorwerp
bij het vallen van een hoogte. De spelingsafstand (F) wordt bepaald door de
lengte van het systeem dat in gebruik is (poelie - connector - sleutelkoord = L) plus
een extra afstand van 2,2 m (B+C).
Opgelet!
Voor en tijdens elk gebruik moet de
waarde van de speling in aanmerking worden genomen, om te allen tijden een
minimale afstand te garanderen van 1 m tussen de voeten van de gebruiker en de
bodem of een ander voorwerp bij het vallen.
Opgelet!
Besteed aandacht aan de
snelheid van de afdaling (Fig. 10) om te vermijden dat er mogelijk een voorwerp
wordt geraakt.
Opgelet!
Wees tijdens het gebruik voorzichtig dat er geen haar,
vingers of iets anders in het apparaat kan raken: het gebruik van handschoenen
wordt aanbevolen.
10) SYMBOLEN.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 16): F1; F3; F20) Metalen
kabel; F21) Touw/hulplijn; F22) Zelfsmerende glijlager; F23) Lager; F24) Dub-
bele lager.