2.
Stel de AFSTAND van uw training van 0,00~99,50 in door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te
drukken.
3.
Stel de CALORIEËN van uw training van 0~990 in door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te
drukken.
4.
Stel uw STREEFHARTSLAG van P~30~240 in door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te drukken.
5.
Druk op MODE om elke waarde op te slaan.
6.
Als u de bovenstaande waarde (TIJD/AFSTAND/CALORIEËN/HARTSLAG) niet hoeft in te
stellen, drukt u op START/STOP om snel met uw training te beginnen.
PROGRAMMA
6 automatisch ingestelde programma's met oefenprogramma
‘
s (P1~P
12
),
Het weerstandsniveau kan worden aangepast zolang als het diagram PROGRAMMA knippert.
Handelingen
1.
Kies het programmaprofiel van het trainingsprogramma P1 - P
12
dat u wilt uitdagen.
2.
In het programma kunt u de belasting met de pijltjes OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
aanpassen.
3.
Stel de TIJD van het programma in van 0:00 tot 99:00 door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te
drukken.
4.
Stel de AFSTAND van het programma in van 0,00~99,50 km door
OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te drukken.
5.
Stel de CALORIEËN van het programma in van 0 tot 990 door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te
drukken.
6.
Stel uw STREEFHARTSLAG van P~30~240 in door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te drukken.
7.
Druk op MODE om elke waarde op te slaan.
CONSTANTE
WATTAGE
Gebruiker
kan
de
standaard
WATT-waarde
met
behulp
van
de
knop
OMHOOG/OMLAAG naar wens instellen tussen 10-350 watt. Om de constante waarde
van WATT vast te zetten en druk vervolgens op de START/STOP-toets. Gebruik de
bedieningsmodus WATT om uzelf te trainen in verschillende constante wattages.
Handelingen
1.
Leg tijdens het trainen het CONSTANTE WATTAGE vast door met
OMHOOG▲/OMLAAG▼ een waarde te kiezen tussen 10-350.
2.
Stel de TIJD van uw training van 0:00 tot 99:00 in door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te
drukken.
3.
Stel de AFSTAND van uw training van 0,00~99,50 in door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te
drukken.
4.
Stel de CALORIEËN van uw training van 0~990 in door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te
drukken.
5.
Stel uw STREEFHARTSLAG van P~30~240 in door OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
te drukken.
6.
Druk op MODE om elke waarde op te slaan.
GEBRUIKER
Stel uw eigen programmaprofiel via U1 ~ U4 samen door het weerstandsniveau voor elk
afzonderlijk segment in te stellen. Het programma wordt dan automatisch opgeslagen voor
toekomstig gebruik. UO ENTER kan net zo ingesteld worden als U1~U4, maar dit programma
kan niet worden opgeslagen.
Handelingen
1.
Ontwerp het profiel van uw ideale programma voor elke belasting op
16
niveaus.
2.
De gebruiker drukt bijvoorbeeld op OMHOOG
▲
/OMLAAG
▼
om zijn/haar weerstand met
de puntenmatrix van 1-
16
in te voeren.
3.
Druk op MODE om elke instelling van de weerstandsbelasting te bevestigen.
Summary of Contents for 55550-1
Page 36: ......