- 51 -
απρόοπτου.
- Οι συνδέσεις του κυκλώματος κοπής έχουν γίνει σωστά, ειδικά αν
η λαβίδα του καλωδίου γείωσης είναι πράγματι συνδεδεμένη στο
κομμάτι και χωρίς παρεμβολή μονωτικών υλικών (π.χ. Βερνίκια).
ΠΙΟ ΚΟΙΝΑ ΕΛΑΤΤΩΜΑΤΑ ΚΟΠΗΣ
Κατά τις ενέργειες κοπής μπορούν να παρουσιάζονται ελαττώματα
εκτέλεσης που κανονικά δεν πρέπει να αποδοθούν σε ανωμαλίες
λειτουργίας της εγκατάστασης αλλά σε άλλες λειτουργικές όψεις όπως:
a-
Ανεπαρκής διείσδυση ή υπεροβολικός σχηματισμός
υπολειμμάτων:
- Ταχύτητα κοπής υπερβολικά υψηλή.
- Λάμπα υπερβολικά κεκλιμένη.
- Υπερβολικό παχός μετάλλου ή ρεύμα κοπής πολύ χαμηλό.
- Πίεση-παροχή πεπιεσμένου αέρα όχι κατάλληλη.
- Ηλεκτρόδιο και μπεκ λάμπας με φθορά.
- Αιχμή βάσης μπεκ ακατάλληλη.
b- Μη πραγματοποιημένη μεταβίβαση του τόξου κοπής:
- Ηλεκτρόδιο φθαρμένο.
- Κακή επαφή του ακροδέκτη καλωδίου επιστροφής.
c- Διακοπή του τόξου κοπής:
- Ταχύτητα κοπής υπερβολικά χαμηλή.
- Υπερβολική απόσταση λάμπας-μετάλλου.
- Ηλεκτρόδιο φθαρμένο.
- Παρέμβαση μιας προστασίας.
d- Κοπή κεκλιμένη (όχι κάθετη):
- Λανθαμένη θέση λάμπας.
-
Ασυμμετρική φθορά τρύπας μπεκ και/ή λανθασμένη
συναρμολόγηση τμημάτων λάμπας.
- Ακατάλληλη πίεση αέρα.
e- Υπερβολική φθορά μπεκ και ηλεκτροδίου:
- Πίεση αέρα υπερβολικά χαμηλή
- Μολυσμένος αέρας (υγρασία-έλαια)
- Βάση μπεκ με βλάβη
- Υπερβολικά εμπυρεύματα πιλοτικού τόξου στον αέρα.
- Υπεροβολική ταχύτητα με επιστροφή λειωμένων σωματιδίων πάνω
σε τμήματα λάμπας.
(NL)
INSTRUCTIEHANDLEIDING
OPGELET! VOORDAT MEN HET SYSTEEM VAN PLASMASNIJDEN
GEBRUIKT MOET MEN AANDACHTIG DE INSTRUCTIEHANDLEIDING
LEZEN!
SYSTEMEN VAN PLASMASNIJDEN VOORZI EN VOOR PROFESSIONEEL
EN INDUSTRIEEL GEBRUIK
1. ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET SNIJDEN MET PLASMABOOG
De operator moet voldoende ingelicht zijn voor wat betreft een
veilig gebruik van de systemen van plasmasnijden en de risico’s in
verband met de procedures van het booglassen en aanverwante
technieken en over de desbetreffende beschermingsmaatregelen en
procedures bij noodgevallen.
(Ook de norm “EN 60974-9 raadplegen: Apparatuur voor booglassen.
Deel 9: Installatie en gebruik”).
- Rechtstreeks contact met het snijcircuit vermijden; de
nullastspanning geleverd door het systeem van plasmasnijden
kan in bepaalde gevallen gevaarlijk zijn.
- De verbinding van de kabels van het snijcircuit, de operaties van
nazicht en herstelling moeten altijd uitgevoerd worden met het
snijsysteem uitgeschakeld en losgekoppeld van het voedingsnet.
- Het systeem van plasmasnijden uitschakelen en loskoppelen van
het voedingsnet voordat men de versleten elementen van de
toorts vervangt.
- De elektrische installatie uitvoeren volgens de voorziene
ongevallenpreventienormen en -wetten.
- Het systeem van plasmasnijden moet uitsluitend verbonden
worden met een voedingsnet met een neutraalgeleider
verbonden met de aarde.
- Verifiëren of het voedingscontact correct verbonden is met de
beschermende aarde.
- Het systeem van plasmasnijden niet gebruiken in vochtige of
natte ruimten of in de regen.
- Geen kabels met een versleten isolering of met loszittende
verbindingen gebruiken.
- Niet snijden op containers, bakken of leidingen die vloeibare of
gasachtige ontvlambare producten bevatten of bevat hebben.
- Vermijden te werken op materialen die schoongemaakt zijn met
chloorhoudende oplosmiddelen of in de nabijheid van dergelijke
producten.
- Niet snijden op bakken onder druk.
- Alle ontvlambare producten uit de werkzone verwijderen (vb.
hout, papier, vodden, enz.).
- Zorgen voor een adequate ventilatie of voor geschikte middelen
voor de afvoer van de rook geproduceerd door de operaties van
het plasmasnijden; er is een systematische benadering nodig
voor de evaluatie van de limieten van blootstelling aan de rook
geproduceerd door de operaties van het snijden in functie van
hun samenstelling, concentratie en tijdsduur van de blootstelling
zelf.
- Een adequate elektrische isolering gebruiken tegenover de
sproeier van de toorts van plasmasnijden, het stuk in bewerking
en eventuele metalen gedeelten in de nabijheid op de grond
geplaatst (toegankelijk)
Dit kan normaal bekomen worden door het dragen van
handschoenen, veiligheidsschoeisel, hoofddeksels en voor dit
doel voorziene kledij en middels het gebruik van voetplanken of
isolerende tapijten.
- Bescherm de ogen altijd met de juiste filters die voldoen aan UNI
EN 169 of UNI EN 379, aangebracht op maskers of helmen die
voldoen aan UNI EN 175.
Gebruik speciale brandwerende beschermende kleding (volgens
UNI EN 11611) en lashandschoenen (volgens UNI EN 12477) om te