-- 93 --
A
B
C
B
B
D
1. Druk de schakelaar STOP in.
2. verwijder de knop (A) die het lid van de
luchtfilter op zijn plaats houdt en verwijder
het bovenlid (B) door de borgschroeven
van het lid los te maken. Het lid wordt
afgetild. (afb. 18A)
3. Verwijder de draadconnector (C) van de
bougie (D) door het gelijktijdig te trekken
en te draaien (Afb. 18B).
NB:
Voor efficiënte werking van de zaagmotor,
moet de bougie schoon worden gehouden en
goed van gaten is voorzien.
BOUGIE
Afb. 17A
Afb. 17B
A
C
D
B
1. Verwijder de tankdop langzaam om
eventuele druk in de tank vrij te maken.
Tap de brandstoftank zorgvuldig af.
2. Start de motor en laat deze draaien tot de
eenheid stopt om brandstof uit de
carburateur te verwijderen.
3. Laat de motor afkoelen (ongeveer 5
minuten).
4. Gebruik een bougiesleutel om de bougie te
verwijderen.
5. Giet een theelepel schone tweetaktolie in
de verbrandingskamer. Trek langzaam
een paar maal aan het starterkoord om de
interne onderdelen te bedekken. Vervang
de bougie. (Afb. 19)
NB:
Sla de eenheid op een droge plaats op
en
uit
de
buurt
van
mogelijke
ontbrandingsbronnen zoals een oven,
gasgeiser, gasdroger enz.
WAARSCHUWING:
Berg een
kettingzaag nooit langer dan 30 dagen op
zonder de volgende procedures uit te voeren.
EEN KETTINGZAAG OPSLAAN
De carburateur is op de fabriek ingesteld op
maximale prestaties. Als een nadere afste-
lling nodig is, breng het apparaat dan naar de
dichtstbijzijnde gekwalificeerde monteur.
Een kettingzaag langer dan 30 dagen
opbergen vereist onderhoud. Als de
aanwijzingen niet worden gevolgd, verdampt
de brandstof die in de carburateur is
achtergebleven waardoor een rubberachtig
residu achterblijft. Dit kan leiden tot
moeilijkheden bij het gebruik en leiden tot
kostbare reparaties.
CARBURATEUR INSTELLEN
Afb. 18A
Afb. 18B
Afb. 19
1. Verwijder de dop van de brandstoftank.
2. Buig een eind zachte draad met een haak
aan het eind.
3. Reik in de brandstoftank en haak de
brandstofleiding vast. Trek de brandsto-
fleiding voorzichtig naar de opening tot u
hem met uw vingers kunt pakken.
NB:
Trek de slang niet helemaal uit de tank.
4. Licht het filter (A) uit de tank (afb. 16).
5. Trek het filter los met een draaibeweging. Werp
het filter weg.
6. Installeer een nieuw filter. Steek een einde van
de filter in de tankopening. Controleer of het
filter op de bodem van de tank rust. Gebruik
eventueel een lange schroevendraaier om het
filter te plaatsen.
7. Vul de tank met een vers brandstof/
oliemengsel. Zie de sectie
BRANDSTOF EN
SMEREN
. Plaats de dop op de tank.
WAARSCHUWING:
Gebruik de
zaag nooit zonder brandstoffilter. Vervang
het brandstoffilter na elke 20 uur gebruik.
Maak de brandstoftank geheel leeg voordat u
het filter vervangt.
BRANDSTOFFILTER
A
1. Verwijder de 2 bouten (A) en trek de
demper eruit. (Afb. 17A)
2. Verwijder de 2 schroeven die het lid
vasthouden (C). (afb.17B)
3. Verwijder het gebruikte scherm van de
vonkenvanger (D) en vervang het door
een nieuw.
4. Monteer de componenten van de demper
terug en installeer de demper aan de
cilinder. Stevig vastzetten.
NB:
Een
verstopt
vonkenvangerscherm
vermindert de prestaties van de motor aanzienlijk.
VONKENVANGERSCHERM
Afb. 16
4. Verwijder
de
bougie
met
een
bougiepijpsleutel.
GEEN
ANDER
GEREEDSCHAP GEBRUIKEN.
5. Controleer de elektrodenopeningen met
de gleufmaat en stel, indien nodig, de
gaten in op 0,635 mm.
6. Installeer een nieuwe bougie.
NB:
Voor het vervangen moet een
bougieweerstand worden gebruikt.
NB:
dit vonkontstekingssysteem voldoet aan
alle reguleringen voor storing veroorzakende
apparatuur.