-- 90 --
7. Als de kettingrem goed werkt, schakelt u
de motor uit en zet u de kettingrem terug
in de stand UITGESCHAKELD.
Voldoende smering van de zaagketting is
van groot belang om de wrijving met de
geleidestaaf te beperken.
Zorg altijd voor voldoende olie voor de staaf
en de ketting. De zaag gebruiken met te
weinig olie vermindert de zaagefficiëntie,
verkort de levensduur van de zaag,
veroorzaakt snel botworden van de ketting,
en zorgt voor sterke slijtage van de staaf
door oververhitting. Oliegebrek blijkt uit rook,
verkleuren van de staaf, of ophopen van
pek.
NB:
NB: De zaagketting rekt tijdens het
gebruik, met name als hij nieuw is, en hij
moet af en toe worden nagespannen. Een
nieuwe ketting moet na ongeveer 5 minuten
gebruik worden afgesteld.
WAARSCHUWING:
Als de ketting
niet stopt, schakel dan de motor uit en breng
het apparaat naar het dichtstbijzijnde
geautoriseerde onderhoudscentrum voor
onderhoud.
WAARSCHUWING:
Zet geen
kracht op de zaag als het eind van de snede
bereikt is. De druk kan de staaf en ketting
laten draaien. Als de draaiende ketting een
ander object raakt, kan de bediener door de
reactiekracht door de ketting worden
geraakt.
Afb. 10
SMEREN KETTINGZAAG/STAAF
Uw kettingzaag beschikt over een
automatisch door een koppeling bestuurd
oliesysteem. Het oliesysteem voorziet staaf
en ketting automatisch van voldoende olie.
Naarmate het toerental van de motor
toeneemt, neemt ook de oliestroom naar de
staaf toe. De stroom is instelbaar.
Het oliereservoir is ongeveer gelijk met de
brandstoftank leeg.
AUTOMATISCH OLIESYSTEEM
ALGEMENE ZAAGAANWIJZINGEN
Vellen is de term voor het omhakken van
een boom. Kleine bomen tot 15-18 cm
doorsnede worden meestal met een enkele
zaagsnee geveld. Voor grotere bomen zijn
keepsneden nodig. Keepsneden bepalen de
richting waarin een boom valt.
WAARSCHUWING:
Plan een
terugtrekpad (A) en maak dit vrij voordat u
met zagen begint. Het terugtrekpad moet
diagonaal weglopen van de achterkant van
de verwachte vallijn als in afbeelding 11A.
WAARSCHUWING:
Bij het vellen
van een boom op een helling moet de
bediener van de kettingzaag aan de hoge
kant van het terrein blijven, omdat de boom
na het vellen omlaag zal rollen of glijden.
VELLENT
EEN BOOM VELLEN:
OPMERKING:
De richting van de val (B)
wordt bepaald door de keepsnede. Voordat
u met zagen begint, moet u op de plaats van
de grotere takken en de natuurlijke helling
van de boom letten om te bepalen in welke
richting de boom zal vallen.
Afb. 11A
B
A
Test regelmatig de KETTINGREM op een
goede werking.
Voer een KETTINGREMTEST uit voordat u
gaat zagen, nadat u veel hebt gezaagd, en
zeker na elk onderhoud aan de
KETTINGREM.
OPERATIONELE TEST KETTINGREM
1. Plaats de zaag op een schoon, stevig en
plat vlak.
2. Start de motor.
3. Pak de achterste handgreep (A) met uw
rechterhand (afb. 10).
4. Houd met uw linkerhand de voorste
handgreep (B) [niet de KETTINGREM-
hendel (C) ] stevig vast (afb.10).
5. Knijp de trekker tot 1/3 in en activeer
onmiddellijk de KETTINGREM-hendel (C)
(afb. 10).
6. De ketting moet direct stoppen. Als dat
gebeurt, direct de trekker loslaten.
TEST KETTINGREM ALS VOLGT:
WAARSCHUWING:
Schakel de
kettingrem langzaam en bewust in.
Voorkom dat de ketting iets aanraakt, laat
de zaag niet naar voren kiepen.
A
B
C