23
Als de speler op een veld terechtkomt met een solo- of duo oefening, blijft de symbool
dobbelsteen buiten beschouwing. Als een speler op een veld terechtkomt met een stip
die dezelfde kleur heeft als waar hij mee speelt, mag hij een speler uitkiezen die de op-
gave voor hem moet uitvoeren.
Als de opgave is uitgevoerd, is de volgende speler aan de beurt.
Er mogen meer spelers op hetzelfde veld staan, maar de speler die later op het veld komt,
mag niet dezelfde actie uitvoeren als een van de vorige spelers op dat veld al gedaan heeft.
De speler die op het veld terechtkomt, gooit dan nog een keer met de figuur dobbelsteen
tot deze een andere actie aangeeft.
Einde van het spel
Tips voor leerkrachten
Tips voor ouders
De spelers komen bij het eind van het spel, als ze een kleur gooien die op de rest van de
weg niet meer voorkomt. Degene die het eerste bij het grote theaterpodium aankomt, is de
winnaar van het spel.
Oefen met uw kind om verschillende dieren en voorwerpen uit te beelden. Toon hoe u een
kat of een locomotief met pantomime zou uitbeelden. Op die manier neemt u bij het kind
de schroom weg om zelf actief mee te doen. Later kunt u ook het beschrijven en uitleggen
aan de hand van de afbeeldingen op het speelbord oefenen. Voor de kleintjes raden we
aan om een plaatjesboek te gebruiken, dieren en voorwerpen te benoemen en het bijbe-
horende geluid na te doen. Uw kind kan u dan nadoen en zich op die manier de typische
kenmerken van dieren en voorwerpen inprenten.
Wat ben ik? (leeftijd: 3+):
Maak een kopie van het speelbord. Knip alle dieren en voorwerpen uit. Vouw de uitgeknipte
figuren op en leg ze in een schaal of stop ze in een zak. Laat de kinderen in het kringgesprek een
briefje trekken. Alleen het kind en uzelf mogen zien welke figuur is afgebeeld. Het kind krijgt dan
de opgave om het afgebeelde dier of voorwerp uit te leggen, met pantomime uit te beelden, of
met een geluidsimitatie na te doen. Ofwel u laat de vrije keuze voor de actie, of u bepaalt deze
zelf. Dan raden alle kinderen in de groep wat de speler die aan de beurt is aan het uitbeelden is.
Elk kind in de groep moet als speler aan de beurt komen.
Sport oefeningen (leeftijd: 3+):
Integreer de solo en duo oefeningen in de sportlessen. Zo kunnen de kinderen de oefeningen
door ze te herhalen consolideren en hun lichaam trainen.
Theater bezoek (leeftijd: 4+):
Ga met de kinderen naar een poppentheater of een toneelstuk. Zo leren de kinderen toneel
en cultuur kennen. Ook leren ze hoe echte toneelspelers verschillende karakters, mens of dier,
spelen. Op die manier kunt u inspiratie opdoen en deze bij de volgende ronde van ”Imita” me-
teen gebruiken.
Diergeluiden en manieren van voortbewegingen (leeftijd: 4+):
Praat met de kinderen over typische manieren van voortbeweging en geluiden van dieren. In
dat kader kunt u ook een voor kinderen geschikte documentaire bekijken waarbij de kinderen
de dieren in actie zien. Op die manier kunnen ze met de typische geluiden en manieren van
voortbewegen vertrouwd raken.