30
Dispositif d’assurage (
2
)
= 2,0 m
Variation de longueur amortisseur
(4)
= 1,0 m
Déplacement du harnais antichute au corps
(5)
= 0,5 m
Espace de sécurité
= 1,0 m
Espace libre nécessaire sous la zone à risque de chute
=
4,5 m
Exemple 3 - illustration 5.3-F3:
9.3
Conditions préalables pour un bon fonctionnement :
Dispositif d’ancrage / point d’ancrage à hauteur de l'emplacement où se tient
l'intervenant. Hauteur de chut
e 7 m. Dispositif d’ancrage le plus court possible – longueur maximum 2 m. Calculer l’espace libre
nécessaire en fonction de la distance entre l’emplacement où se tient l’intervenant et la zone d’impact la plus proche (ex. sol,
machines, plates-formes etc...).
Dispositif d’assurage (
2
)
= 4,00 m
Variation de longueur amortisseur
(4)
= 1,75 m
Déplacement du harnais antichute au corps
(5)
= 0,50 m
Espace de sécurité
= 1,00 m
Espace libre nécessaire sous la zone à risque de chute
=
7,25 m
NL
Wezenlijk voor de veiligheid is dat de positie van de verankeringsvoorziening (verankeringspunt) zo gekozen wordt dat de valhoogte tot
een minimum beperkt wordt. In een valstopsysteem mogen alleen vanggordels volgens EN361 worden gebruikt. Maximale totale
lengte verbindingsmiddel 2,0 m inclusief beslag, karabiners en bandvaldemper. De vereiste vrije ruimte onder de valplek dient vóór het
begin van werkzaamheden te worden berekend.
PAS OP:
Een doorhangend verbindingsmiddel vergroot eveneens de valhoogte. Hoe lager het verankeringspunt wordt
gekozen, hoe meer vrije ruimte er onder valplek moet worden berekend.
Voorbeeld 1
– Afbeelding 5.1-F1:
9.1
Functievoorwaarden:
Verankeringsvoorziening/ Verankeringspunt boven het hoofd. Valhoogte 2m. Verbindingsmiddel zo kort
mogelijk
– strak / loodrecht naar boven. De vereiste vrije ruimte moet vanaf het standvlak tot het dichtstbijzijnde mogelijke
inslagoppervlak (bv. de vloer, machineonderdelen, voetstuk, enz...) worden gemeten.
Verbindingsmiddel
(2)
= 0,0 m
Lengteverandering bij het dempingselement
(4)
= 0,5 m
Verschuiving vanggordel aan het lichaam
(5)
= 0,5 m
Veilige vrije ruimte
= 1,0 m
Vereiste vrij ruimte onder de valplek minimaal
=
2,0 m
Voorbeeld 2
– Afbeelding 5.2-F2:
9.2
Functievoorwaarden:
Verankeringsvoorziening/ Verankeringspunt op borsthoogte. Valhoogte 5m. Verbindingsmiddel zo kort mogelijk
– maximale totale lengte 2 m. De vereiste vrije ruimte moet vanaf het standvlak tot aan het dichtstbijzijnde mogelijke inslagoppervlak
(bv.: de vloer, machineonderdelen, voetstuk, enz...) worden gemeten.
Verbindingsmiddel
(2)
= 2,0 m
Lengteverandering bij het dempingselement
(4)
= 1,0 m
Verschuiving vanggordel aan het lichaam
(5)
= 0,5 m
Veilige vrije ruimte
= 1,0 m
Vereiste vrij ruimte onder de valplek minimaal
=
4,5 m
Voorbeeld 3
– Afbeelding 5.3-F3:
9.3
Functievoorwaarden:
Verankeringsvoorziening/ Verankeringspunt ter hoogte van het standvlak. Valhoogte 7m. Verbindingsmiddel zo
kort mogelijk
– maximale totale lengte 2 m. De vereiste vrije ruimte moet vanaf het standvlak tot aan het dichtstbijzijnde mogelijke
inslagoppervlak (bv.: de vloer, machineonderdelen, voetstuk, enz...) worden gemeten.
Verbindingsmiddel
(2)
= 4,00 m
Lengteverandering bij het dempingselement
(4)
= 1,75 m
Verschuiving vanggordel aan het lichaam
(5)
= 0,50 m
Veilige vrije ruimte
= 1,00 m
Vereiste vrij ruimte onder de valplek minimaal
=
7,25 m
SE
Väsentligt för säkerheten är att läget till förankringsanordningar (fästpunkt) ska väljas på så sätt att fallhöjden begränsas till ett
minimimått. I ett uppfångningssystem får endast uppfångningsremmar enligt EN361 användas. Maximal fästmedellängd-totalängd 2,0
m inklusive beslag, karbiner och dämpningselement. Det nödvändiga fria utrymmet under fallplatsen ska beräknas innan arbetet
påbörjas.
Beakta:
En genomhängande fästanordning förlänger också fallhöjden. Ju lägre fästpunkten väljs desto mer fritt utrymme ska beräknas
in under fallplatsen.
9.1
Exempel 1
– Bild 5.1-F1:
Funktion hypotes:
Lyftpunkt över huvudet. Förbindningsmedellängd så kort som möjlig
– maximal fästmedellängd 2,0m. Desto lägre
lyftpunkten väljs desto mer Säkerhetsfrirum måste räknas in
– beakta att ett genomhängande fästelement förlänger fallängden.
Längd från förbindningsmedel
(2)
= 0,0 m
Bromssträcka
– Bandfallsdämpare
(4)
= 0,5 m
Förskjutning av uppfångningsögla
(5)
= 0,5 m
Säkerhetsfrirum
= 0,5 m
Nödvändigt frirum under fallplatserna minst
= 1,5 m
9.2
Exempel 2
– Bild 5.2-F2:
Funktion hypotes:
Lyftpunkt i brösthöjd. Förbindningsmedellängd så kort som möjlig
– maximal fästmedellängd 2,0 m. Desto lägre
lyftpunkten väljs desto mer Säkerhetsfrirum måste räknas in
– beakta att ett genomhängande fästelement förlänger fallängden.
Längd från förbindningsmedel
(2)
= 2,0 m
Bromssträcka
– Bandfallsdämpare
(4)
= 1,0 m
Förskjutning av uppfångningsögla
(5)
= 0,5 m
Säkerhetsfrirum
= 0,5 m