143
6. Verstel de schouderriemen met de torso-afstellers (zie sectie 3.4 voor de werking van torso-afstellers) voor
een goede pasvorm. De linker- en rechterzijden van de schouderriemen dienen te worden afgesteld op dezelfde
lengte. De borstriem dient zich midden onder op uw borst te bevinden, 15 cm (6 in) onder uw schouders. De
D-ring op de rug dient zich in het midden tussen uw schouderbladen te bevinden. De D-ring op het borstbeen aan
de voorkant moet, indien aanwezig, lateraal gepositioneerd zijn binnen 5 cm (2 in) van de verticale middenlijn
van het harnas.
3.7
GEBRUIK VAN VALSTOP-D-RING OF AANKOPPELINGSELEMENT: Voor valstoptoepassingen dient u
een bevestiging te maken op de D-ring of het aankoppelingselement op uw rug, tussen uw schouderbladen.
D-ringen aan de zijkant, indien aanwezig, zijn alleen bedoeld voor positionerings- of valbeveiligingstoepassingen.
Schouder
bevestigingen
zijn uitsluitend bedoeld voor reddings- of ophaaltoepassingen. De D-ring op het borstbeen
aan de voorkant is bedoeld voor het beklimmen van ladders of voor positionering. D-ringen op een ophangstoel zijn
uitsluitend bedoeld voor ophangings- en positioneringstoepassingen. (Zie sectie 1.1).
3.8
VERBINDINGEN MAKEN: Wanneer u zich met behulp van een haak verbindt aan een verankering of wanneer u
systeemonderdelen aan elkaar koppelt, dient u te zorgen dat de onderdelen niet kunnen uitrollen. Uitrollen treedt
op als interferentie tussen de haak en bijbehorende connector er de oorzaak van is dat de haakpoort onbedoeld
opengaat en loslaat. Zelfvergrendelende veerringhaken en karabijnhaken moeten gebruikt worden om de kans op
uitrollen te voorkomen. Gebruik geen haken of connectors die niet helemaal sluiten over datgene waarop ze moeten
passen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van het subsysteem voor meer informatie over bevestigen.
3.9
SYSTEEMONDERDELEN VERBINDEN: Nadat de gebruiker het harnas heeft aangetrokken en afgesteld, kan hij/
zij zich vastmaken aan andere systeemonderdelen. Volg de richtlijnen in sectie 2 en de bij dit onderdeel behorende
instructies van de fabrikant.
4.0 INSPECTIE
4.1 INSPECTIEFREQUENTIE:
Het volledig lichaamsharnas moet op specifieke tijdstippen worden geïnspecteerd, zoals
aangegeven in sectie 2.2. De inspectieprocedures zijn beschreven in het
"Logboek voor inspectie en onderhoud"
(tabel 1)
.
4.2 DEFECTEN: Indien uit inspectie een gebrek blijkt, dient u het harnas onmiddellijk buiten gebruik te stellen en te
vernietigen.
4.3
GEBRUIKSDUUR VAN HET PRODUCT: De functionele levensduur van harnassen wordt bepaald door de
werkomstandigheden en het onderhoud. De maximale levensduur kan variëren van 1 jaar voor zwaar gebruik in
extreme omstandigheden, tot 10 jaar voor licht gebruik in milde omstandigheden. Zolang het product bij inspectie
aan de criteria voldoet, kan het in gebruik blijven.
5.0 ONDERHOUD, REPARATIES, OPSLAG
;
Het volledige lichaamsharnas mag alleen worden schoongemaakt en gedesinfecteerd volgens de methode omschreven in de
hierna volgende reinigingsinstructies. Andere methoden kunnen een nadelig effect hebben op het harnas of de gebruiker.
5.1
INSTRUCTIES VOOR REINIGING: Reinig het volledige lichaamsharnas als volgt:
1. Reinig het harnas met water en een zachte zeepoplossing.
;
Gebruik een chloorvrij middel wanneer u het harnas en de pads uitwast. Tijdens het wassen en drogen van het harnas en
de pads mag GEEN gebruik gemaakt worden van wasverzachters of drogervellen.
2. Het water voor het wassen en spoelen mag niet warmer zijn dan 40 °C (100 °F).
3. Het harnas en de pads mogen aan de lucht of in de centrifuge worden gedroogd op een lage temperatuur die niet
hoger is dan 50 °C (130 °F).
;
Meer informatie over reiniging kan worden opgevraagd bij 3M. Als u vragen hebt over de conditie van uw harnas of twijfelt
over ingebruikname, neemt u contact op met 3M.
5.2
GEAUTORISEERDE SERVICE: Aanvullende onderhouds- en reparatieprocedures moeten worden uitgevoerd door
een door de fabrikant geautoriseerd servicecentrum. Deze goedkeuring moet schriftelijk zijn. Probeer het apparaat
niet uit elkaar te halen.
5.3
OPSLAG EN TRANSPORT: Bewaar en vervoer het volledige lichaamsharnas in een koele, droge, schone omgeving,
buiten direct zonlicht. Vermijd plekken waar chemische dampen kunnen voorkomen. Inspecteer het harnas na
langdurige opslag.
6.0 LABELING:
Afbeelding 12 toont productlabels en hun locatie op het volledige lichaamsharnas. Alle labels dienen aanwezig en
volledig leesbaar te zijn. Elk label bevat de volgende informatie:
1
A
Ankerpunt voor valbeveiliging, gemarkeerd met hoofdletter “A”
B
Label locatie
2
A
Inspectielogboek
B
Serienummer
C
Aanvankelijke
D
Datum
E
Verwijder dit label niet.
3
A
Label met gebruikersinformatie
4
A
Serienummer
B
Maand van fabricage
C
Jaar van fabricage
D
Batchnummer
E
Modelnummer
F
Europese
standaard
G
Capaciteit
H
Maat
I
Zie instructies
J
CE-markering
K
Nummer van keuringsinstituut die de
conformiteit met het type uitvoert.
Summary of Contents for Protecta 1161600
Page 3: ...3 8 A ü B ü C D 9 1 A CLICK B C 2 A B ...
Page 4: ...4 10 A B 11 1 2 3 4 5 6 ...
Page 6: ...6 13 OK A B C 14 ...