Tractel Tirak MWX 1020, Оригинальное руководство по эксплуатации и установке

Страница: 117 / 136

Montage- en bedieningshandleiding
G961.1 - 03/2012 NL-15
Lieren zonder omkeerrollen:
Zie Afb. 15.
– Kabelgeleiding (7) in pijlrichting drukken tot de
eindschakelaar (4) gedeactiveerd is.
Zie Afb. 16.
–
De lier in trekrichting inschakelen tot de kabel uit de
kabelgeleiding (7) uittreedt.
– De kabel naschuiven tot het zelfstandig invoert.
– De lier in trekrichting inschakelen en 1 tot 2 m kabel
intrekken:
De kabel bij het intrekken omhoog uit de kabelgeleiding (7)
trekken.
– Lier uitschakelen.
Beide types:
Zie Afb. 26.
– Kabel in de klem (5) bevestigen.
– Kabeltrommel met de hand draaien tot de kabel strak staat.
Zie Afb. 14.
–
Kabel vlak tegen de buitenwand van de kabeltrommel
drukken.
– Wikkel de kabel op:
De eerste kabellaag op de kabeltrommel is de basis voor de
kabelwikkeling. De kabel wordt in overeenstemming met de
eerste kabellaag door de kabelgeleiding gewikkeld.
Let erop dat de eerste kabellaag strak en netjes op de
trommel zit.
Zie Afb. 18.
–
De dubbele klem (1) voor de eindschakelaar OMHOOG in
de nabijheid van de persklem bij de haak bevestigen.
Zie Afb. 15.
–
Eindschakelaar (4) monteren.
OPGELET!
Schade door verkeerd ingestelde koppeling!
De noodzakelijke koppelingskracht is afhankelijk van het
kabelgewicht op de kabelhaspel. Een te hoge
koppelingskracht kan vroegtijdige slijtage of schade
veroorzaken. De lieren zijn in de fabriek ingesteld.
–
Verander de koppelingskracht niet!
Monteer de aanslagschijf voor de bovenste
verplaatsingstrajectbegrenzing
Als bovenste begrenzing voor het verplaatsingstraject moet aan
aanslagschijf voor de noodeindschakelaar en de optionele
bedrijfseindschakelaar gemonteerd worden.
Zie Afb. 22.
Pos. Aanduiding
1 Kabelbevestiging
2 Aanslagschijf
3 Eindschakelaar (afbeelding soortgelijk)
4 Draagkabel
De afstand tussen eindschakelaar en kabelbevestiging of uitste-
kende onderdelen moet zo gekozen worden dat de machine
betrouwbaar en op tijd uitschakelt. Wij adviseren een minimale
afstand (maat a) van ca. 0,5 tot 1,5 m.
–
Bevestig de aanslagschijf (2) onder de kabelbevestiging (1)
op de draagkabel (4).
Na de montage
– Bedrijfsklare toestand controleren en werkingstest
verrichten, zie '9.4 Inbedrijfstelling' op pagina 15.
9.4 Inbedrijfstelling
OPGELET!
Foute bevestiging van de last aan kabels zonder kabelsok
of haak!
Schade aan het apparaat mogelijk!
De last mag niet direct aan de trekkabel worden aangeslagen.
–
Gebruik een wigklem en een aanslagkabel om de last te
bevestigen.
Bedrijfsklare toestand vaststellen
– Bevestiging van de kabel controleren.
– Bevestiging van de lier, omkeerrollen en last controleren.
– Controleren of de kabel loodrecht de lier binnenloopt.
– Controleren of de draaibeweging van het
kabelmagazijn/kabelhaspel niet wordt gehinderd.
– Controleer de stop op de motor (zie Afb. 27, positie 3) op
correcte bevestiging.
– Resultaat van de controles schriftelijk in het logboek
vastleggen.
Werkingstest
GEVAAR!
Risico op letsel door vallende voorwerpen!
– Niet onder zwevende lasten verblijven.
– Indien nodig de gevarenzone afschermen.