- 71 -
- Met LED
aan, zijn de bedieningen op het paneel van
de lasmachine actief.
- Met LED
aan, kan de regeling uitsluitend worden
uitgevoerd met de afstandsbediening:
a) bediening naar een potentiometer:
vervangt de functie
van de encoder (5).
b) bediening twee potentiometers:
vervangt de functie van
de encoder (5) en van de hulpparameter.
c) afstandsbediening met pedaal:
vervangt de functie van
de encoder (5) in modus Tig.
13- Toets voor het selecteren van lassen in synergie.
Om de
synergetische werking van de machine in lassen MIG/MAG in
te stellen, moet men ingrijpen op de drukknop.
Met de led aan: synergetische werking actief.
Met de led uit: synergetische werking gedesactiveerd. Manuele
werkwijze geactiveerd (alleen in SHORT/SPRAY ARC).
14- Toets voor het selecteren van de lasparameters.
Wanneer men achtereenvolgens de toets indrukt gaat een
van de LEDS aan van
(14a)
tot
(14i)
waaraan een specifieke
parameter is gekoppeld. De instelling van de waarde van
iedere geactiveerde parameter kan uitgevoerd worden middels
ENCODER
(5)
en wordt aangeduid op het display
(4)
.
Opmerking: de parameters die niet door de operator kunnen
gewijzigd worden, naargelang men aan het werken is met
een synergetisch programma of in de manuele werkwijze, zijn
automatisch uitgesloten uit de selectie; de overeenstemmende
LED gaat niet aan.
LET OP!
Ook al staat de machine toe iedere parameter vrij in
te stellen, bestaan er bijzondere combinaties van parameters
die geen betekenis kunnen hebben op elektrisch gebied of
op gebied van het lassen. De lasmachine zal in geen geval
defecten vertonen ook al is het mogelijk dat ze niet zal werken
volgens de niet correcte instelling.
14a-
parameter 1: Selecteert de lasspanning
In MIG/MAG/
FLUX regelt deze de lasspanning in Volt of de
boogcorrectie in synergie (alleen voor MIG/MAG). In
lassen visualiseert deze de spanning in uitgang van de
generator (niet versie MIG Pulse).
14b-
parameter 2: Stelt de snelheid van de draad of de
lasstroom in.
In MIG/MAG/FLUX is dit de snelheid
vooruit van de draad in meters per minuut. In MMA, TIG
en MIG/MAG in PULSE ARC is dit de lasstroom gemeten in
Ampères. In lassen visualiseert deze de stroom in uitgang van
de generator.
14c-
parameter 3: Arc force of Elektronische reactantie.
In
MMA is dit de arc force of de regeling van de penetratie
van de boog. In MIG/MAG/FLUX heeft deze een
soortgelijke betekenis maar neemt de naam van elektronische
reactantie, alleen beschikbaar in de manuele werkwijze (toets
(13)
gedesactiveerd).
14d-
parameter 4: Versnelling:
In MIG/MAG/FLUX regelt
deze de helling van de versnelling van de motor van de
draadtrekker,
alleen beschikbaar in de manuele werkwijze (toets
(13)
gedesactiveerd).
14e-
parameter 5: Burn back time:
In MIG/MAG/FLUX
regelt deze het interval dat verloopt tussen het ogenblik
van stilstand van de draad en het ogenblik van de
nulstelling van de stroom in uitgang, alleen beschikbaar in de
manuele werkwijze l (toets
(13)
gedesactiveerd).
14f-
parameter 6: Post-gas.
In MIG/MAG/FLUX regelt deze
de tijd van post-gas in seconden.
14g-
parameter 7: Ramp down.
MIG/MAG is de tijd van de
ramp down, alleen beschikbaar in synergie (toets
(13)
actief).
14h-
parameter 8: Tijd van spot.
In MIG/MAG/FLUX regel de
tijdsduur van de lasstroom in puntlassen (SPOT).
14i-
parameter 9: Tijd van pauze in puntlassen MIG/MAG/
FLUX
regelt de tijdsduur van de pauze tussen een
operatie van puntlassen en de volgende. Met de
instelling op 0 seconden voor het uitvoeren van de volgende
operatie van puntlassen, moet men de drukknop toorts loslaten
en vervolgens terug indrukken.
IN HET GEHEUGEN OPSLAAN EN OPROEPEN VAN
VERPERSOONLIJKTE PROGRAMMA’S
Inleiding
De lasmachine staat toe verpersoonlijkte werkprogramma’s m.b.t.
een set van parameters geldig voor een bepaalde lasoperatie in het
geheugen op te slaan (STORE). Ieder verpersoonlijkt programma kan
opgeroepen worden (LOAD) op gelijk welk ogenblik en stelt hierbij de
lasmachine “klaar voor het gebruik” voor een eerder geoptimaliseerd
specifiek werk ter beschikking van de gebruiker. De lasmachine staat
het in het geheugen opslaan van 10 verpersoonlijkte programma’s
toe.
Procedure van in het geheugen opslaan (STORE)
Nadat men de lasmachine op een optimale manier geregeld heeft
voor een bepaalde lasoperatie, als volgt tewerk gaan
(FIG. C)
:
a) De toets
(7)
“STORE” indrukken gedurende 3 seconden.
b) “
St_
” verschijnt op het display
(4)
en een nummer bevat tussen
1 en 10.
c) Aan d e knop
(5)
draaien en het nummer kiezen waarmee men
het programma in het geheugen wenst op te slaan.
d) Opnieuw de toets
(7)
“STORE” indrukken:
- indien de toets “STORE” langer dan 3 seconden wordt
ingedrukt, werd het programma correct in het geheugen
opgeslagen en verschijnt het opschrift “YES”;
- indien de toets “STORE” minder dan 3 seconden wordt
ingedrukt, werd het programma niet in het geheugen
opgeslagen en verschijnt het opschrift “ no”.
Procedure van oproepen (LOAD)
Als volgt tewerk gaan
(zie FIG.C)
:
a) Drukken op de toets
(6)
“LOAD” gedurende 3 seconden.
b) “
Ld_
” verschijnt op het display (4) en een nummer bevat tussen
1 en 10.
c) Aan de knop
(5)
draaien en het nummer kiezen waarmee het
programma dat men nu wenst te gebruiken in het geheugen
werd opgeslagen.
d) Opnieuw drukken op de toets
(6)
“LOAD”:
- indien de toets “LOAD” langer dan 3 seconden wordt
ingedrukt werd het programma correct opgeroepen en
verschijnt het opschrift “YES”;
- indien de toets “LOAD” minder dan 3 seconden werd
ingedrukt werd het programma niet opgeroepen en verschijnt
het opschrift “no”.
OPMERKING:
tijdens de operaties met de toets “store” en “load” is
de led prg verlicht.
5. INSTALLATIE
OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE
EN ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN UITVOEREN MET
DE LASMACHINE VOLLEDIG UITGESCHAKELD EN
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOETEN UITSLUITEND
UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD
PERSONEEL.
Assemblage beschermend masker
Fig. D
Assemblage retourkabel- tang
Fig. E
Assemblage laskabel -tang elektrodenhouder
Fig. F
PLAATSING VAN DE LASMACHINE
De plaats van installatie van de lasmachine identificeren zodanig
dat er zich geen hindernissen bevinden ter hoogte van de opening
van de ingang en de uitgang van de koellucht (geforceerde circulatie
middels ventilators, indien aanwezig); tegelijkertijd controleren of er
geen geleidend stof, corrosieve dampen, vocht, enz. aangezogen
worden.
Minstens 250mm ruimte vrijhouden rond de lasmachine.
OPGELET! De lasmachine plaatsen op een horizontaal
oppervlak met een adequaat draagvermogen voor het
Содержание Technomig 200
Страница 192: ... 192 Ø0 8 8 0 Ø 200mm Ø 300mm 1 a b 2 a b c 3 a b 4 FIG G Ø0 6 0 6 ...
Страница 196: ... 196 ...