74
16. Instellen van de Fail Safe-functie
Uw afstandsbedieningsontvanger biedt u de mogelijkheid de gasservo in een bepaalde stand te zetten, wanneer in
geval van een storing geen correct afstandsbedieningssignaal meer wordt ontvangen.
Wanneer de leegloopstand (middelste stand van de bedieningshendel voor de rijfunctie) als Fail Safe-stand wordt
geselecteerd, rolt het voertuig automatisch uit, wanneer de signaaloverdracht wordt gestoord of het model met volgas
uit het zenderbereik van de afstandsbediening rijdt. U kunt echter ook een willekeurige remstand (vb. 50% remwerking)
als Fail-Safe-stand kiezen. In dit geval moet u bij de eindstand van de Fail-Safe-functie de bedienhendel voor de
rijfunctie met een rubberen ring in de gewenste stand vastzetten.
Om de Fail-Safe-instelling uit te voeren, gaat u als volgt tewerk:
• Breng de bedienhendel voor de rijfunctie in de gewenste
stand.
• Schakel eerst de zender in en vervol-gens de ontvanger.
• Onmiddellijk daarna drukt u op de druktoets (1) op de
ontvanger en houdt u deze ingedrukt.
• Na ca. 3 seconden begint de LED (2) in de ontvanger te
knipperen.
• Wanneer de LED knippert, laat u de druktoets los.
• Van zodra de LED opnieuw voortdurend oplicht, is de Fail-
Safe-positie opgeslagen.
Bij gebruik van een gasservo kunt u bij staande verbrandingsmotor een beetje gas geven en aansluitend
de zender uitschakelen. De gasservo moet dan onmiddellijk in de Fail-Safe-stand lopen. Bij een elektrisch
model met elektronische rijregelaar moet het voertuig worden opgeheven opdat de wielen voor de test vrij
zouden kunnen draaien.
Afb. 15