74
e) Stroomvoorziening aansluiten, rijregelaar inschakelen
Indien dit nog niet is gebeurd, schakelt u de zender in.
Plaats het voertuig op een geschikte ondergrond, zodat de wie-
len vrij kunnen draaien.
Verbind de stekker van de batterij-/accuhouder met de rijregel-
aar (zie pijl in afbeelding rechts).
Zet de rijregelaar aan. De schakelaar bevindt zich onmiddellijk
achter de stuurservo, zie pijl in afbeelding rechts.
Zowel de motor als de stuurservo moeten nu kort bewegen, de
rode LED op de rijregelaar moet kort oplichten en dan uitdoven.
Wanneer de motor niet blijft staan, verplaatst u de trimming voor
de motorfunctie op de zender. In de neutrale stand (motor staat)
dooft de rode LED op de rijregelaar uit.
Controleer nu de aandrijf- en stuurfuncties van het voertuig.
f) Carrosserie opzetten en bevestigen
Geleid het antennebuisje vanaf de onderzijde van de carrosserie door de betreffende opening.
Plaats nu de carrosserie op de houders en beveilig deze met de in het begin verwijderde borgklemmen.
Uw voertuig is nu klaar voor de eerste proefrit!
¨
¨