107
d) Verbindingsfunctie
Om te zorgen dat zender en ontvanger met elkaar kun-
nen communiceren, moeten ze door dezelfde digitale
codering aan elkaar worden gekoppeld.. In leverings-
toestand zijn zender en ontvanger reeds op elkaar
afgestemd en kunnen meteen gebruikt worden.. Ver-
nieuwing van de verbindingsfunctie is in eerste instan-
tie na een zender- of ontvangerswisseling of voor het
opheffen van storingen noodzakelijk. De zender is met
de ontvanger gekoppeld als de LED in de ontvanger
permanent oplicht. De zender is niet aan de ontvanger
gekoppeld als de LED in de ontvanger ondanks inge-
schakelde zender langzaam knippert.
Wanneer een nieuwe verbinding tussen zender en ont-
vanger noodzakelijk is, ga als volgt te werk:
Sluit alle servo’s van de ontvanger (1) af. Sluit vervol-
gens de programmeerstekker (3) aan de stekker voor
de ontvangerstroomverzorging (VCC/Bind) aan. Verbind nu de batterij (2) van de ontvanger met een vrije stekker van
de ontvanger (vb. Ch 1). De LED in de ontvanger knippert snel na het inschakelen van de ontvangerstroomverzorging.
Houd de knop „Bind“ (zie afbeelding 3, pos. 12) op de zender ingedrukt en schakel deze ook in.
Van zodra de LED in de ontvanger permanent oplicht, is het koppelen succesvol afgesloten. Schakel nu de ontvan-
gerstroomverzorging opnieuw uit en verwijder de programmeerstekker. Sluit nu de servo‘s weer aan. Test de correcte
werking en voer een reikwijdtetest uit.
2
3
1
Afbeelding 8
Содержание GT3.2
Страница 122: ...122 ...
Страница 123: ...123 ...