113
d) Functie “REV”
Deze functie maakt het mogelijk de servodraairichting van alle drie
kanalen (CH1 tot CH3) separaat om te keren. Afhankelijk van de
montageplaats en verbindingen in het model, kan het nodig zijn om
de draairichting van een servo veranderen. U kunt voor alle drie ka-
nalen steeds tussen de instellingen NOR (normale draairichting) en
REV (omgekeerde draairichting) kiezen.
Selecteer zoals reeds in de vorige programmeervoorbeelden ge-
toond, de functie „REV“ met het programmeerinstelwiel en activeer
dit. Het cijfer na „Channel“ knippert.
Kies nu het kanaal (CH1, CH2 of CH3), waarbij u de draairichting wilt
veranderen, door aan het programmeerinstelwiel te draaien. Druk nu
op de toets „Set“ (zie afb. 3, pos. 13). Het cijfer na „Channel“ licht
nu permanent op. Daaronder knipperen nu de indicatoren hetzij met
„NOR“ of „REV“.
Door aan het programmeerinstelwiel te draaien kunt u tussen de
draairichtingen kiezen. Sla de gekozen instelling op door op het pro-
grammeerinstelwiel te drukken.
Om andere servo‘s in de draairichting te wijzigen, drukt u opnieuw op het programmeerinstelwiel en selecteert u een
andere servo. Als u geen andere instellingen wilt uitvoeren, slaat u de instelling op door op het programmeerinstelwiel
te drukken. Druk nu op de toets „Return“ (zie afbeelding 3, pos. 10) om naar de normale bedrijfsmodus te gaan.
REV
Servo reverse
CHANNEL:
REV
Afbeelding 16
Содержание GT3.2
Страница 122: ...122 ...
Страница 123: ...123 ...