75
c) Zender inschakelen
• Controleer eerst dat er geen andere modelsportbeoefenaar in de nabij omgeving een zender met dezelfde frequentie
gebruikt.
Twee of meerdere zenders met dezeflde frequentie veroorzaken storing zodat de controle over het model niet meer
mogelijk is!
• Trek de telescopische antenne van de zender volledig uit.
• Voor het model in gebruik wordt genomen, moet eerst de zender worden ingeschakeld. Dit kan anders tot onvoorziene
reacties van het model leiden!
Bij het uitschakelen moet in omgekeerde volgorde worden tewerk gegaan - eerst het model uitschakelen
en de accu van het model ontkoppelen, pas dan de zender uitschakelen.
• Controleer de power-LED (afbeelding 1, pos. 10). Wanneer deze enkel nog zwart oplicht, dan beëindigt u het
gebruik van het model en schakelt u het model uit. Vervang daarna de batterijen of accu´s door nieuwe.
• Zet de beide trimregelaars (afbeelding 1, pos. 3 en 4) in de middelste stand.
d) Model in gebruik nemen
Plaats het model op een geschikte ondergrond, zodat de aandrijving vrij kan draaien. Raak bij de ingebruikneming
(vb. accu aansluiten) nooit de aandrijving aan! Houd de modelauto nooit aan de wielen vast!
Elektromodellen met mechanische rijregelaar
• Voor de stroomvoorziening is een batterij-/accubox met vier mignon-batterijen/-accu’s of een accupak met 5 cellen
nodig, die op de aansluiting „BATT“ van de ontvanger wordt aangesloten.
• Stel de stang op de mechanische rijregelaar zodanig in dat de elektromotor niet aanloopt, wanneer de gas-remhendel
(afbeelding 1, pos. 6) en de trimregelaar voor gas/rem (afbeelding 1, pos. 4) in de middelste stand staan.
• Bij het vooruit en achteruit sturen op de zender moet de rijregelaar de betreffende contacten probleemloos bereiken
en de motor netjes in de juiste looprichting schakelen.
• Indien de servo voor de mechanische rijregelaar in de verkeerde richting loopt, keert u met de reverse-schakelaar
voor gas/remmen (afbeelding 1, pos. 8) de looprichting van de servo om.
Elektromodellen met elektronische rijregelaar
• In de regel beschikking elektronische rijregelaars over een zgn. BEC, ze produceren de bedrijfsspanning voor de
ontvanger zelf.
Wanneer een rijregelaar met BEC wordt gebruikt, dan mag geen batterij-/accubox voor de ontvanger
worden gebruikt!
Bij gebruik van een elektronische rijregelaar zonder BEC is, zoals bij een mechanische rijregelaar, een batterij-/
accubox met vier mignon-batterijen/-accu’s of een accupak met 5 cellen nodig, die op de aansluiting „BATT“ van de
ontvanger wordt aangesloten.
Controleer in de gebruikaanwijzing van uw elektronische rijregelaar, of een BEC ingebouwd is of niet.