77
e) Gebruik van het model beëindigen
• Laat het model uitlopen of rem tot het voertuig tot stilstand is gekomen.
• Schakel het model uit (vb. rijreglaar uitschakelen of bij een model met verbrandingsmotor de verbrandingsmotor
uitschakelen en aansluitend de stroomtoevoer uitschakelen).
• Ontkoppel de accu van de rijregelaar of de stroomtoevoer van de ontvanger.
• Pas nu mag de zender uitgeschakeld worden. Dit kan anders tot onvoorziene reacties van het model leiden! Er
bestaat bovendien verwondingsgevaar!
11. Kristalwissel
Om een dubbele bezetting van kanalen te voorkomen, kan het nodig zijn de kristallen op uw afstandsbediening te
vervangen. U gaat hiervoor als volgt te werk:
• Omwille van bedrijfsvertrouwelijke redenen dienen enkel kwartsen te mogen worden gebruikt, die door de leverancier
uitdrukkelijk voor de inzet van uw afstandsbediening worden aangeraden.
• Schakel het model uit en ontkoppel de accu van de rijregelaar of de stroomtoevoer van de ontvanger.
• Schakel de zender nu uit.
• Trek bij een uitgeschakelde zender het zenderkristal (afbeelding 1, pos. 5) uit.
• Vervang het kristal door een andere in dezelfde frequentieband. Let hierbij op dat u het juiste kristal in de houder
plaatst. Zenderkristallen worden in regel met de letters „T“ of „TX“ (T = transmitter of zender) aangeduid.
De oriëntering van het kristal in de sokkel van de zender is daarbij van geen belang.
• Trek bij uitgeschakelde ontvangsttoestel het ontvangerkristal uit de ontvanger.
• Het passende ontvangerkristal moet met hetzelfde kanaalgetal of frequentie als het zenderkristal gemarkeerd zijn.
Bovendien is het met de letters ”R” of ”RX” (R = receiver of ontvanger) gemarkeerd.
• Plaats het kristal met de bij de zender passende frequentie in de ontvanger. Ook hier is de oriëntering in de ontvanger
van geen belang.
• Schakel de zender en daarna het model in en controleer de functie van de afstandsbediening.