81
GB
D
F
I
NL
E
P
GR
RU
TR
4
Veeg, bij het aanbrengen van de holle pakking, het stof van het
flensoppervlak en van de pakking. Breng koelmachine-olie (R407C: Ester-
olie, etherolie of alkylbenzeen [kleine hoeveelheid]) aan op beide kanten
van de pakking.
[Fig. 9.2.3] (P.5)
<A> [Bij verscheping vanuit de fabriek]
<B> [Na de installatie]
A
Dichte pakking
B
Holle pakking
•
Controleer, na het ontluchten en het bijvullen met koelvloeistof, of de klep-
stang geheel is geopend. Als u het apparaat inschakelt met een gesloten klep,
zal de druk aan de hogedrukzijde of de lagedrukzijde van het koelcircuit te
hoog oplopen of er kan, door een te geringe oliestroom tussen de twee eenhe-
den, te weinig olie naar de compressor gestuurd worden, waardoor de
compressor, het 4-wegventiel, etc. beschadigd kunnen worden.
•
Voor het ontluchten dient er een olieverdeelleiding te zijn aangebracht tussen
de eenheid met constante capaciteit en de eenheid met variabele capaciteit.
•
Bepaal, met behulp van de formule, hoeveel extra koelvloeistof bijgevuld moet
worden en vul de extra koelvloeistof bij via de dienstopening na het voltooien
van de pijpaansluitingswerkzaamheden.
•
Als u klaar bent met het installatiewerk, dient u de dienstopening en de klep
beide goed te sluiten, zodat er geen gaslekkage kan optreden.
•
Sluit de leidingen voor de kogelklep in deze volgorde aan: (olieverdeelzijde)
→
(vloeistofzijde)
→
(gaszijde).
[Fig. 9.2.4] (P.5)
<A> [Kogelklep (vloeistofkant)]
<B> [Kogelklep (gaskant)]
<C> [Kogelklep (olieverdeelzijde)]
<D> (Deze figuur toont de klep in volledig geopende toestand.)
A
Klepstang
[Het kogelventiel is volledig gesloten bij verzending vanaf de fabriek, werk-
zaamheden aan de pijpen, ontluchting en bijvulling van koelvloeistof. Zorg er-
voor op dat de kogelklep volledig open is na voltooiing van de hier genoemde
werkzaamheden.]
B
Stopspie [Voorkomt dat de klepstang over 90 ˚C of meer wordt gedraaid.]
C
Pakking (accessoire)
D
Distributeur (Gas) (accessoire)
[Breng de pakking (accessoire) zorgvuldig aan op de flens van de klep, zodat
er geen gas kan ontsnappen (Het aantrekkoppel van de schroef is 43 N·m
(430 kg·cm).) Breng een laag koelmachineolie aan (R407C: esterolie, ether-
olie of alkylbenzeen [kleine hoeveelheid]) aan beide zijden van de pakking.]
E
Open (Langzaam bedienen)
F
Dop, koperpakking
[Verwijder de dop en bedien de klepstang. Zorg ervoor dat de dop in de oude
staat wordt teruggebracht na voltooiing van de werkzaamheden. (Torsie bij
vastdraaien dop klepstang: 25 N·m (250 kg·cm) of meer)]
G
Dienstopening
[Gebruiken voor ontluchting en bijvullen van aangelegde pijpen.
Gebruik een tweezijdige steeksleutel voor het openen en sluiten.
Zorg ervoor dat de dop in de oude staat wordt teruggebracht na voltooiing van
de werkzaamheden. (Torsie bij vastdraaien dop dienstopening: 14 N·m
(140 kg·cm) of meer)]
H
Optrompmoer
[Aantrekkoppel: 80 N·m (800 kg·cm) ··· vloeistof, 55 N·m (550 kg·cm) ··· olie-
verdeelleiding
Draai deze moer los en vast met behulp van een tweezijdige steeksleutel.
Breng een laag koelmachineolie op het contactoppervlak van het uiteinde aan
(R407C: esterolie, etherolie of alkylbenzeen [kleine hoeveelheid])]
I
ø34,93 (PUHY-P600YSEM-A)
ø41,28 (PUHY-P650/700/750YSEM-A)
J
Zelf aan te schaffen pijpen
[Sluit de pijp aan op de verbindingspijp door hard te solderen. (Gebruik niet-
oxiderend hardsoldeermateriaal.)]
K
ø15,88
L
Naar distributeur (vloeistof)
M
ø12,7
N
Naar eenheid met constante capaciteit
O
ø28,58
Waarschuwing:
Soldeer de distributeur (gas)* buiten het apparaat en monteer deze pas daarna
op de kogelklep van de eenheid met variabele capaciteit.
- Als u de distributeur soldeert terwijl deze op de kogelklep is gemonteerd, wordt de
kogelklep te heet, hetgeen kan resulteren in beschadiging ervan of gaslekkage. Ook
de (isolatie van de) bedrading in het apparaat kan hierdoor beschadigd worden.
<Voor eenheid met constante capaciteit>
•
Sluit de leidingen exact aan zoals weergegeven in de onderstaande afbeel-
ding en bedien ook de afsluiters volgens deze aanwijzingen.
•
De leidingen voor de gaszijde zijn reeds geassembleerd als het apparaat van-
uit de fabriek wordt verscheept.
1
Als u de leiding aan de flens soldeert, verwijder de leiding en de flens dan
uit de kogelklep en verricht het soldeerwerk buiten het apparaat.
2
Als u de verbindingspijp met flens heeft verwijderd, haal dan de afscherm-
sticker los van de achterkant van dit vel en plak deze op de flens van de
kogelklep zodat er hier geen stof of vuil in terecht kan komen.
3
Het koelcircuit is bij verzending afgesloten met een ronde, dichte pakking
om te voorkomen dat er gas tussen de flenzen weglekt. Aangezien niets in
deze toestand functioneert, moet u erop letten dat u de dichte pakking
vervangt door de holle pakking die is bevestigd bij de pijpaansluitingen.
4
Veeg, bij het aanbrengen van de holle pakking, het stof van het
flensoppervlak en van de pakking. Breng koelmachine-olie (R407C: Ester-
olie, etherolie of alkylbenzeen [kleine hoeveelheid]) aan op beide kanten
van de pakking.
[Fig. 9.2.5] (P.5)
A
Dichte pakking
B
Holle pakking
•
Controleer, na het ontluchten en het bijvullen met koelvloeistof, of de klep-
stang geheel is geopend. Als u het apparaat inschakelt met een gesloten klep,
zal de druk aan de hogedrukzijde of de lagedrukzijde van het koelcircuit te
hoog oplopen of er kan, door een te geringe oliestroom tussen de twee eenhe-
den, te weinig olie naar de compressor gestuurd worden, waardoor de
compressor, het 4-wegventiel, etc. beschadigd kunnen worden.
•
Voor het ontluchten dient er een olieverdeelleiding te zijn aangebracht tussen
de eenheid met constante capaciteit en de eenheid met variabele capaciteit.
•
Bepaal, met behulp van de formule, hoeveel extra koelvloeistof bijgevuld moet
worden en vul de extra koelvloeistof bij via de dienstopening na het voltooien
van de pijpaansluitingswerkzaamheden.
•
Als u klaar bent met het installatiewerk, dient u de dienstopening en de klep
beide goed te sluiten, zodat er geen gaslekkage kan optreden.
[Fig. 9.2.6] (P.5)
<A> [Kogelklep (vloeistofkant)]
<B> [Kogelklep (gaskant)]
<C> [Kogelklep (olieverdeelzijde)]
Deze eenheid wordt verticaal opgesteld tussen de compressor en de regelkast.
<D> (Deze figuur toont de klep in volledig geopende toestand.)
A
Klepstang
[Het kogelventiel is volledig gesloten bij verzending vanaf de fabriek, werk-
zaamheden aan de pijpen, ontluchting en bijvulling van koelvloeistof. Zorg er-
voor op dat de kogelklep volledig open is na voltooiing van de hier genoemde
werkzaamheden.]
B
Stopspie [Voorkomt dat de klepstang over 90 ˚C of meer wordt gedraaid.]
C
Pakking (accessoire)
D
CoVerbindingspijp (accessoire)
[Plaats de pakking op de klepflens zodat er geen gas kan lekken. (Torsie bij
vastdraaien: 25 N·m (250 kg·cm)) Breng op beide kanten van de pakking koel-
machine-olie. Breng op beide zijden van de pakking een laag koelmachineolie
aan. (R407C:esterolie, etherolie of alkylbenzeen [kleine hoeveelheid])]
E
Open (Langzaam bedienen)
F
Dop, koperpakking
[Verwijder de dop en bedien de klepstang. Zorg ervoor dat de dop in de oude
staat wordt teruggebracht na voltooiing van de werkzaamheden. (Torsie bij
vastdraaien dop klepstang: 25 N·m (250 kg·cm) of meer)]
G
Dienstopening
[Gebruiken voor ontluchting en bijvullen van aangelegde pijpen.
Gebruik een tweezijdige steeksleutel voor het openen en sluiten.
Zorg ervoor dat de dop in de oude staat wordt teruggebracht na voltooiing van
de werkzaamheden. (Torsie bij vastdraaien dop dienstopening: 14 N·m
(140 kg·cm) of meer)]
H
Optrompmoer
[Aantrekkoppel: 55 N·m (550 kg·cm)
Draai deze moer los en vast met behulp van een tweezijdige steeksleutel.
Breng een laag koelmachineolie aan (R407C: esterolie, etherolie of
alkylbenzeen [kleine hoeveelheid]) op het contactoppervlak van het uiteinde.]
I
ø28,58
J
Naar eenheid met variabele capaciteit
K
ø12,7
L
Naar distributeur (vloeistof)
M
Naar eenheid met variabele capaciteit
N
Bevestigingsplaat