ITA
GER
ENG
ESP
FRA
NLD
CONTROL DEL NIVEL
El control del aceite debe
efectuarse a diario, antes de uti-
lizar el vehículo.
Realice las siguientes operacio-
nes:
1. Mantenga el vehículo en
posición perpendicular al
terreno.
2. Ponga en marcha el motor,
déjelo funcionando en ralen-
tí durante algunos minutos y
luego, apáguelo.
3. Espere por lo menos 5 mi-
nutos para que el aceite que
se encuentra en el motor
vuelva al cárter.
4. Afloje el tapón / varilla “A”
del orificio de aprovisiona-
miento del aceite.
No añada aceite con carac-
terísticas distintas al que todavía
contiene el motor.
5. Limpie la varilla y vuelva a
introducirla sin apretar el
tapón. El nivel correcto del
aceite del motor debe es-
tar entre las referencias “B”
y “C” indicadas en la varilla
misma.
CONTRÔLE DU NIVEAU
Le contrôle de l’huile doit
s’effectuer quotidiennement,
avant d’utiliser le véhicule.
Réalisez les opérations suivan-
tes:
1. Maintenez le véhicule en
position perpendiculaire au
sol.
2. Mettez en marche le mo-
teur, laissez le fonctionner
au ralenti durant quelques
minutes et puis éteignez le.
3. Attendez au moins 5 minutes
pour que l’huile qui se trou-
ve dans le moteur retourne
dans le carter.
4. Dévissez le bouchon / jauge
“A” du trou de remplissage
de l’huile.
Ne pas remettre de l’huile
avec des caractéristiques dif-
férentes à celles qui sont déjà
dans le moteur.
5. Laver la jauge et remettez la
sans serrez le bouchon. Le
niveau correcte d’huile dans
le moteur doit être entre les
références “B” et “C” indi-
quées sur la jauge.
OLIEPEILREGELING
De controle van het oliepeil
moet dagelijks worden uitgevo-
erd voordat het voertuig in ge-
bruik wordt genomen.
Voer de volgende handelingen
uit:
1. Keep het voertuig in een
perpendicluar positie aan de
grond.
2. Start de motor, laat deze
enkele minuten stationair
draaien en schakel deze ver-
volgens uit.
3. Wacht minstens vijf minuten
om de olie die zich in de
motor bevindt naar beneden
in het carter te laten drup-
pelen.
4. Draai de kraan/stang „A“ van
de bijvulopening los.
Voeg geen andere olie toe
die zich in de motor bevindt.
5. Reinig de peilstok van olie-
resten en breng hem opnie-
uw in zonder op de knop
te drukken. Het juiste olie-
peil moet zich tussen de
referentiemerken „B“ en „C“
bevinden.
A
53
Содержание RST125 2018
Страница 108: ...Notizen Annotazioni Notes Notes Notas Notities 108 RST125...
Страница 109: ...109...
Страница 110: ...Notizen Annotazioni Notes Notes Notas Notities 110 RST125...
Страница 111: ...111...