25
24
WERKING
De luchtreiniger werkt continu automatisch. De gebruiker kan hiervoor op basis van de locatie of de gewenste werking voorkeursopties instellen. De luchtreiniger werkt met een aangegeven aantal
snelheden die niet hoger gaan dan het ingestelde maximum, zodat de reiniger stil werkt terwijl de ruimte van luchtverontreiniging wordt ontdaan. Zodra de lucht schoon is en er geen sensoren
worden geactiveerd, schakelt de unit over op de energiebesparende modus om energieverbruik te reduceren en het levensduur van de filters te verlengen.
Wanneer de Automatische modus geselecteerd is, wordt de indicator voor de Automatische modus blauw weergegeven. In deze modus wordt de EnviroSmart™-technologie gebruikt om de
luchtkwaliteit, de luchtverplaatsing en het geluidsniveau te bewaken om de ventilatorsnelheid aan te passen en uw lucht zo snel mogelijk te reinigen. Zodra de lucht schoon is en er geen sensoren
worden geactiveerd, schakelt de unit over op de energiebesparende modus om energieverbruik te reduceren en het levensduur van de filters te verlengen.
Het apparaat blijft EnviroSmart™ gebruiken maar gebruikt alleen de drie laagste en meest stille van de vijf ventilatorsnelheden.
Wanneer de Handmatige modus geselecteerd is, wordt de indicator voor de Handmatige modus blauw weergegeven. Deze modus stelt u ertoe in staat een van de 5 ventilatorsnelheden te kiezen
en de unit op deze snelheid te houden tot de modus Automatisch wordt gekozen/geselecteerd. De EnviroSmart™-sensoren passen de ventilatorsnelheid NIET aan in deze modus.
BEELDSCHERM
VERVANGINGSINDICATOR HEPA-FILTER
–
U kunt de status van
deze indicator zien wanneer het toegangspaneel geopend of gesloten is. Als het lampje
rood is, is het filter aan vervanging toe. Hoe lang het duurt voordat vervanging nodig is,
is afhankelijk van de gebruikte filters, het aantal gebruiksuren, de luchtkwaliteit en de
hoeveelheid verplaatste lucht. Zie de sectie
INDICATOREN FILTERVERVANGING
voor
beschrijvingen van de filtervervangingsindicatoren.
VERVANGINGSINDICATOR KOOLSTOFFILTER
–
U kunt de status
van deze indicator zien wanneer het toegangspaneel geopend of gesloten is. Als het
lampje rood is, is het filter aan vervanging toe. Hoe lang het duurt voordat vervanging
nodig is, is afhankelijk van de gebruikte filters, het aantal gebruiksuren, de luchtkwaliteit
en de hoeveelheid verplaatste lucht. Zie de sectie
INDICATOREN FILTERVERVANGING
voor beschrijvingen van de filtervervangingsindicatoren.
INDICATOR HULPSTUK
–
U kunt de status van deze indicator zien wanneer
het toegangspaneel geopend of gesloten is. Deze indicator wordt alleen gebruikt als
een hulpstukfilter in de unit wordt geïnstalleerd. Als het lampje rood is, is het filter aan
vervanging toe. Hoe lang het duurt voordat vervanging nodig is, is afhankelijk van de
gebruikte filters, het aantal gebruiksuren, de luchtkwaliteit en de hoeveelheid verplaatste
lucht. Zie de sectie
INDICATOREN FILTERVERVANGING
voor beschrijvingen van de
filtervervangingsindicatoren.
LUCHTKWALITEITSSENSOR
–
U kunt de status van deze indicator
zien wanneer het toegangspaneel geopend of gesloten is. Deze indicator bewaakt de
luchtkwaliteit en past automatisch de ventilatorsnelheid aan om uw lucht schoon te
houden. Blauwe, gele en rode lichtjes geven aan hoe schoon uw lucht is.
PlasmaTRUE™ TECHNOLOGY
–
U kunt de status van deze indicator zien
wanneer het toegangspaneel geopend of gesloten is. Creëert een geïoniseerd veld voor
het veilig verwijderen van in de lucht aanwezige verontreinigende stoffen. U kunt de
PlasmaTRUE™ TECHNOLOGY aan en uit zetten door de PLASMA-indicator ingedrukt te
houden. Wanneer de PlasmaTRUE™ TECHNOLOGY is ingeschakeld, gaat een blauw lampje
branden. U schakelt de PlasmaTRUE™ TECHNOLOGY uit door de "Plasma"-indicator ingedrukt
te houden tot het lampje uit gaat.
AUTOMATISCHE MODUS
–
Houd de knop ingedrukt tot het pictogram oplicht
om dit te selecteren. In deze modus wordt de EnviroSmart™-technologie gebruikt om de
luchtkwaliteit, de luchtverplaatsing en het geluidsniveau te bewaken om de ventilatorsnelheid
aan te passen en uw lucht zo snel mogelijk te reinigen. Deze knop includeert tevens de STILLE
MODUS. U selecteert deze door de knop ingedrukt te houden tot deze paars wordt. Het
apparaat blijft EnviroSmart™ gebruiken maar gebruikt alleen de drie laagste en meest stille
van de vijf ventilatorsnelheden.
HANDMATIGE MODUS
–
Houd de knop ingedrukt tot het pictogram oplicht om
dit te selecteren. Deze modus stelt u ertoe in staat een van de 5 ventilatorsnelheden te kiezen
en de unit op deze snelheid te houden tot de modus Automatisch opnieuw wordt gekozen. De
interne sensoren passen de ventilatorsnelheid niet aan in deze modus.
INDICATOREN VENTILATORSNELHEID
–
De ventilator heeft vijf snelheden
en kan turbosnelheid halen om de ruimte te reinigen in het geval van een grote hoeveelheid
luchtverontreiniging. De ventilatorsnelheid wordt aangegeven door het aantal verlichte balkjes.
1
5
2
6
3
7
8
4
OPMERKING: nadat de unit wordt aangezet, gaat het lampje "LK" een paar minuten knipperen terwijl het systeem zichzelf kalibreert.
AM-PRO UI & INDICATOR LAYOUT
PROJECT:
DATE:
REV:
AUTHOR:
COPERFIELD
03-AUG-16
X4
M. GARTZ
1
2
3
4
5
6
7
8
1 – fluisterstand
2 – laag
3 – gemiddeld
4 – hoog
5 – turbo
MONTAGE
1. Open de unit door op de vergrendelingen aan weerszijden te drukken.
2. Verwijder de verpakking(en) die rond het filter / de filters zit(ten) en plaats het filter / de filters terug in het apparaat.
3. Sluit de IEC-aansluiting aan op de aansluiting voor de stroomkabel aan de achterkant van het apparaat.
VERZORGING EN ONDERHOUD
REINIGING:
• Reinig het apparaat zo nodig door het af te nemen met een droge, zachte doek. Voor hardnekkige vlekken gebruikt u een warme, vochtige doek.
• Gebruik geen vluchtige vloeistoffen zoals verfverdunner, schuurmiddel of andere reinigingsmiddelen die het oppervlak van het apparaat zouden kunnen beschadigen.
• Reinig de luchtinlaat en -uitlaat door deze schoon te vegen met een droge, zachte doek.
Open het toegangspaneel: plaats de
meegeleverde sleutel in het slot en draai
deze 1/4 slag tegen de klok in.
Houd de verlichte indicator drie seconden
ingedrukt, tot u een piep hoort en de
indicator groen knippert.
Open het toegangspaneel aan de voorzijde
door de vergrendeling aan beide kanten
van de unit in te drukken. Laat het paneel
volledig openen. Verwijder de/het te
vervangen filter(s).
Haal uw vinger van de indicator.
Verwijder alle verpakkingsmateriaal van
de/het nieuwe filter(s).
Houd de indicator drie seconden
ingedrukt, tot u een piep hoort en het
indicatorlichtje uit gaat.
1
INDICATOREN FILTERVERVANGING:
De filtervervangingsindicatoren signaleren wanneer het HEPA-filter en/of koolstoffilter met voorfilter moeten worden vervangen. Hoe lang het duurt voordat vervanging
nodig is, is afhankelijk van het aantal gebruiksuren, de luchtkwaliteit en de hoeveelheid verplaatste lucht. Bij normaal gebruik moeten de meeste HEPA-filters echter
om de twee jaar worden vervangen en koolstoffilters om de zes maanden. Wanneer een filter moet worden vervangen, wordt de volgende kleur weergegeven op de
vervangingsindicatoren voor de HEPA-, KOOLSTOF- of HULPSTUK-filters:
Rood knipperend licht = RECHTERfilter 90% vol
Geel knipperend licht = LINKERfilter 90% vol
Rood knipperen, pauze, geel knipperen, pauze = rechter- en linkerfilters allebei 90% vol
Rood = vervang RECHTERfilter
Geel = vervang LINKERfilter
Beurtelinks rood en geel = vervang zowel rechter- als linkerfilter
De filters mogen geen van allen worden gewassen en opnieuw gebruikt, omdat ze na wassen niet goed meer werken. Gebruik alleen AeraMax® PRO-filters als vervanging,
aangezien units niet werken met andere merken.
PROCEDURE FILTERVERVANGING:
FILTERVERVANGING:
Wanneer u een nieuwe filter installeert, detecteert de unit automatisch het filtertype. De gebruiker moet de filtervervangingsindicatoren echter met de hand opnieuw instellen.
Ga als volgt te werk om de knipperende filtervervangingsindicator opnieuw in te stellen:
PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEM:
MOGELIJKE OPLOSSING:
Het luchtreinigingssyteem start niet.
• Controleer of de unit op de netstroom is aangesloten.
• Controleer of de filters echte AeraMax
®
PRO-filters zijn, aangezien de unit niet werkt als andere
merken geïnstalleerd zijn. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het filterdetectiegebied op echte
AeraMax
®
PRO-vervangingsfilters worden uitgelijnd met het venstertje in het filterframe.
• Neem de sectie "Filters opnieuw aanbrengen" door voor meer informatie.
• Zorg ervoor dat het toegangspaneel aan de voorkant helemaal gesloten is.
• Zorg ervoor dat het apparaat aan staat.
Het apparaat maakt een zacht tikkend geluid.
•
Dit geeft aan dat de PlasmaTRUE™-functie werkt.
De vervangingsindicator voor het HEPA- en/of het koolstoffilter
blijft branden na vervanging van het filter/de filters.
• Herhaal de procedure voor het opnieuw instellen van de filterlichtjes.
NB: Als u stap drie niet binnen 10 seconden na voltooiing van stap 1 uitvoert, wordt het indicatorlichtje niet opnieuw ingesteld.
2
3
1
2
3
AeraMaxPRO_AMIVS_AM4SPC_411644_18L_071219.indd 24-25
7/12/19 3:13 PM