9
5
Español
Nederlands
NORMAS DE SEGURIDAD
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
10 - Usar l’atomizador sólo en lugares bien ventilados, no usar en
atmósfera explosiva, en ambientes cerrados o cerca de
sustancias inflamables (Fig. 4).
11 - Está prohibido aplicarle a la toma de fuerza del atomizador un
rotor diferente al que suministra el constructor.
12 - Cuando el atomizador se retire del uso, no abandonarlo en el
medio ambiente sino entregarlo al revendedor o a un centro
de recogida de desechos.
13 - Dar (prestar) l’atomizador solamente a personas expertas o con
conocimiento del funcionamiento y del correcto uso. Prestar
conjuntamente el manual de instrucciones de uso, que se
deberá leer antes de comenzar el trabajo.
14 - Conser var cuidadosamente el presente manual de
instrucciones y consultarlo en cada ocasión en que la máquina
sea utilizada.
15 - Mantenga todas las etiquetas con las señales de peligro y
seguridad en perfectas condiciones. Si alguna se estropea,
sustitúyala de inmediato (vea pag.4).
16 - Nunca ponga en marcha la máquina sin el rotor. Tal descuido
ocasionará serios daños en las piezas del motor, y la garantia
quedará anulada en tal caso.
17 - No utilice el atomizador en proximidad de equipos eléctricos o
líneas eléctricas (Fig.5).
18 - Evite golpear o forzar los álabes del rotor; no use nunca el
atomizador con el rotor deformado.
19 - No use el artomizador para rociar substancias inflamables y/o
corrosivas.
20 - No monte el rotor en otros motores o transmisiones de
potencia.
21 - No obstruya o cierra la toma de aire del rotor.
22 - No utilice la máquina para una aplicación distinta de las que se
indican en el manual (vea pag. 29).
23 - No abandonar la máquina en el motor encendido.
24 - El propietario o el usuario es responsable de los riesgos y
accidentes sufridos por terceros y de los daños sufridos por
bienes.
LET OP - Als de spuit op de juiste manier gebruikt wordt, is
het een snel, gemakkelijk en efficiënt werktuig; als de
spuit niet op de juiste manier of zonder de nodige
voorzorgsmaatregelen gebruikt wordt, kan het een
gevaarlijk werktuig worden. Opdat u altijd prettig en
veilig kunt werken de hierna in de loop van de handleiding
volgende.
WAARSCHUWING: Het ontstekingssysteem van uw
apparaat produceert een elektromagnetisch veld met een
zeer lage intensiteit. Dit veld kan inter ferentie
veroorzaken met bepaalde pacemakers. Om het risico op
ernstig letsel of overlijden zo klein mogelijk te houden
moeten personen met een pacemaker hun eigen arts en
de fabrikant van de pacemaker raadplegen voordat ze dit
apparaat gebruiken.
WAARSCHUWING! – Nationale reglementeringen kunnen
bepalingen omvatten die het gebruik van de machine
beperken.
1 - Gebruik de spuit niet, voordat U op specifieke wijze instructies
hebt ontvangen omtrent het gebruik. De gebruiker dient eerst
te oefenen met het apparaat voordat hij of zij het in de praktijk
gaat gebruiken.
2 - De spuit moet alleen door volwassenen in goede lichamelijke
conditie, die de gebruiksaanwijzingen kennen, gebruikt
worden.
3 - Gebruik de spuit niet als u vermoeid bent of onder invloed
verkeert van alcohol of drugs (Fig. 1).
4 - Geen sjaals, armbanden of andere kleding, die tussen de rotor
terecht zouden kunnen komen, dragen. Draag PBM’s, in het
bijzonder handschoenen, overall, veiligheidsbril en
gehoorbeschermers (pag. 10-11).
5 - Bij het opstarten en het gebruik van de spuit niet toestaan,
dat zich andere personen of dierlijken binnen diens
actieradius bevinden (Fig. 2).
6 - Bij het werken altijd een stevige en veilige houding aannemen
(Fig. 3).
7 - Als de motor loopt kom nooit met de handen in de buurt van
de rotor en geen onderhouds-werkzaamheden uitvoeren.
8 - Dagelijks de spuit controleren om zich ervan te overtuigen,
dat ieder onderdeel, al dan niet ter bescherming, goed
functioneert.
9 - Geen beschadigde, slecht gerepareerde of gemonteerde of
naar eigen goeddunken aangepaste spuit gebruiken. Geen
enkele veiligheidsvoorziening verwijderen, beschadigen of
uitschakelen.
10 - De spuit alleen in heel goed geventileerde ruimtes gebruiken.
Niet gebruiken in ontplofbare, gesloten ruimtes of in de buurt
van ontvlambare stoffen (Fig. 4).
11 - Het is verboden een andere rotor op het krachtafneempunt
aan te brengen dan die door de fabrikant wordt geleverd.
12 - Als u de vernevelaar wegdoet, mag u deze niet in het milieu
achterlaten, maar dient u het apparaat in te leveren bij uw
leverancier of bij een afvalverwerkingscentrum.
13 - De spuit alleen aan ervaren personen in handen geven of
uitlenen, die de werking en het juiste gebruik van de machine
kennen. Ook de handleiding met de gebruiksaanwijzingen
meegeven om te lezen alvorens met het werk te beginnen.
14 - Deze Hendleiding zorgvuldig bewaren en raadplegen voor
ieder gebruik van de machine.
15 - Houd alle etiketten met gevaar- en veiligheidssignaleringen in
perfecte conditie. Als ze beschadigd of onleesbaar worden,
moeten ze onmiddellijk worden vervangen (zie pag.4).
16 - Start de machine nooit zonder dat er de rotor. Het veroorzaakt
schade aan de motorstukken alsook het vervallen van de
garantie.
17 - Gebruik de verstuiver niet in de buurt van elektrische
apparatuur en elektriciteitsleidingen (Fig.5).
18 - Stoot en forceer de vliegwielen van de rotor niet; werk niet
met een beschadigde rotor.
19 - Gebruik de spuit niet met ontvlambare en/of corrosieve
stoffen.
20 - M o n t e e r d e r o t o r n i e t o p a n d e r e m o t o r e n o f
krachttransmissies.
21 - Sluit de luchtingang van de rotor niet af en laat hem niet
verstopt raken.
22 - Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan die in
de handleiding worden aangegeven (zie pag. 29).
23 - Laat het apparaat niet achter met draaiende motor.
24 - Vergeet niet dat de eigenaar of de gebruiker aansprakelijk is
voor ongevallen of risico’s geleden door derden of voor
schade aan goederen.