42
11
6. Opstellen en aansluiten van de apparaten
Zoek een geschikte montageplaats voor de camera van waaruit het gewenste object moet worden geobserveerd.
Een geschikte montageplaats heeft de volgende kenmerken:
zo stofvrij mogelijk
weinig trillingen
goede ventilatie
in de buurt bevindt zich een stopcontact
Kies voor een montageplaats die niet door bijvoorbeeld muren van gewapend beton, bedampte spiegels, ijzeren
stellingen enz. wordt afgeschermd. In de nabijheid van de zender resp. ontvanger mogen zich geen apparaten met
sterke elektrische velden bevinden, bijv. draadloze telefoon, zendontvangapparaat, elektrische motor enz.
De bovengenoemde punten kunnen de draadloze overdracht sterk verstoren resp. het bereik beperken.
A) Montage van de draadloze camera
Let op dat bij het boren van montagegaten en bij het indraaien van de schroeven geen elektrische kabels,
leidingen, buizen e.d. die in de muur kunnen lopen niet worden beschadigd.
Bevestiging van de wandbevestiging:
Zoek een geschikte montageplaats (evt. met stopcontact)
Schroef de wandhouder met de bijgeleverde schroeven aan een geschikte muur
of op een geschikte verhoging; gebruik eventueel pluggen.
Plaats de statiefschroefdraad van de wandhouder (9) in het schroefgat van de
camera (3) en schroef beide delen aan elkaar vast.
Positioneer de camera en draai de knevel aan de zijkant vast.
1.
2.
3.
4.
Richt de camera niet direct op fel zonlicht of felle verlichtingen, omdat het beeld hierdoor overgemoduleerd kan
raken.
B) Aansluiting van de draadloze camera
Afgezien van de draadloze camera is de netadapter niet weerbestendig. Zorg bij de montage van de
netadapter voor een droge omgeving (evt. weerbestendige behuizing o.i.d.).
Verbind de laagspanningsstekker van de netadapter (8) met de voedingsspanningsbus van de camera (4).
Let op de juiste uitgangsspanning van 7,5V=!
Steek de netadapter in een geschikt stopcontact
De camera is nu gebruiksklaar.
C) Opstellen van de TFT-monitor
Plaats de monitor ca. 1 m boven de grond (betere ontvangstcondities). In de buurt
van de ontvangstlocatie moet een vrije contactdoos beschikbaar zijn.
De monitor kan met de beugel aan de achterzijde (26) in een schuine stand worden
geplaatst. Voor bevestiging op een statief, is de monitor aan de onderzijde voorzien
van een houder (25).
Daarnaast is een wandrail aanwezig waarmee de bevestiging aan een geschikte
schroef mogelijk is (let op de diameter van de schroefkop).
•
•
•
•
1.
2.
3.
7. Inbetriebnahme
Schließen Sie die Kamera und den TFT-Monitor/Empfänger wie unter Kapitel „Aufstellen und Anschließen der Geräte“
beschrieben an.
Schalten Sie den Monitor am Betriebstaster (13) ein (ON = Ein / OFF = Aus). Der Monitor ist nun in Betrieb.
Die Antenne des Funkempfängers (18) ist justierbar, um eine möglichst gute Übertragungsqualität zu gewährleisten.
Drehen Sie diese bitte vorsichtig so, dass sie senkrecht nach oben steht.
Verändern Sie an der Funkkamera und am Empfänger den eingestellten Kanal (Kanalwahlschalter (7) und (12)), wenn die
Übertragung gestört ist. Siehe auch unter „Störungsbeseitigung“.
Zum Ausschalten der Geräte, gehen Sie in umgekehrter Reihenfolge zum Einschalten vor bzw. drücken am Monitor erneut
die Taste „ON/OFF“ (13).
Ziehen Sie bei längerem Nichtbenutzen des Systems immer die Steckernetzteile aus der Netzsteckdose.
A) Kanaleinstellung an der Kamera
Zur Einstellung des Übertragungskanals an der Funkkamera gehen Sie wie folgt
vor:
Öffnen Sie zuerst die Schutzabdeckung (2) mit einem spitzen Gegenstand (von
links beginnend, siehe Pfeilmarkierung).
Nehmen Sie einen spitzen Gegenstand, z.B. einen Kugelschreiber und schieben
den Kanalschalter in die gewünschte Kanalposition (CH1/2/3/4). Werden
mehrere Kameras verwendet, muss die Kanalwahl der Kameras unterschiedlich
sein, da es sonst zu Signalüberschneidungen kommt!
Verschließen Sie die Schutzabdeckung wieder sorgfältig (Wetterschutz).
1.
2.
3.
B) Betriebsmodi des Empfängers
Der Empfänger kann bis zu vier Funkkameras empfangen. Sie haben nun die Möglichkeit, einen bestimmten Kanal manuell
auszuwählen oder alle Kanäle im „Scan-Betrieb“ zu überwachen.
Nach dem Einschalten schaltet der Empfänger immer auf den ersten Funkkanal. Wenn kein Signal empfangen wird, bleibt
die Anzeige blau.
i) Manuelle Kanalwahl:
Zur manuellen Kanaleinstellung drücken Sie am TFT-Monitor den Kanaleinstelltaster (12). Jedes Drücken wechselt die
Kanaleinstellung (Kanal 2 - Kanal 3 - Kanal 4 - Scan - Kanal 1...). Der gewählte Kanal wird über die entsprechende Leuchtdiode
(LED) in der Kanalanzeige (21) signalisiert.
ii) Auto-Scan-Mode:
Sind mehrere Kameras in Betrieb, können Sie alle Kanäle automatisch durchlaufen lassen (Scan-Mode). Drücken Sie dazu
die Kanaltaste (12) so oft, bis alle vier LED´s in der Kanalanzeige leuchten. Die Kanäle werden automatisch nacheinander
angewählt. Die Kanalumschaltzeit beträgt ca. 5 Sekunden.
Diese Funktion eignet sich hervorragend zur Überwachung von bis zu vier Funkkameras an einem
Überwachungsmonitor.
1.
2.
3.
4.
5.
