NL
A,AS Rev13 - Bedieningsvoorschrift
Pagina 43 / 64
11. PROBLEMEN
OFF
Waarschuwing: Schakel de stroom uit voordat er service aan de pomp wordt gedaan
De pomp met electromotor mag niet droogdraaien (ook niet voor een korte periode).
Volg de bedieningsinstructies indien nodig neem contact op met dichtstbijzijnde service
centrum of installateur.
PROBLEEM
OORZAAK
OPLOSSINGEN
1)
De motor start
niet
1a) verkeerde voeding
1b) electrisch verkeerd aangesloten
1c) motorbeveiliging (overbelasting) vliegt
eruit
1d) zekering(en) kapot
1e) as geblokkeerd
1f) als alle bovengenoemde oorzaken zijn
gecontroleerd, hoogst-waarschijnlijk de
electromotor defekt of verbrandt.
1a) controleer de beschikbare frequentie en voltage. (de gegevens
moeten overeenkomen met het motor typeplaatje)
1b) verbind de voedingskabel juist met de juiste electrische aansluiting.
Controleer het ingestelde thermisch pakket (verwijzing naar het juiste
amperage op het motor typeplaatje)
1c) controleer de voeding en zorg ervoor dat de as vrij loopt. Controleer
het ingestelde thermisch pakket (verwijzing naar het juiste amperage
op het motor typeplaatje)
1d) vervang de zekering(en), controleer de voeding en volg punten a en c.
1e) verwijder de reden van het blokkeren zoals genoemd “geblokkeerde
pomp” instructie boek
1f) repareer of vervang de electromotor, ga naar een wikkelbedrijf of
installateur.
2)
Pomp
geblokkeerd
2a)
Langdurige periode van stilstand
waardoor roestvorming in de pomp.
2b) Aanwezigheid van vaste delen in de
pomp
2c) De lager zijn geblokkeerd.
2a) De electrische pomp en/of kleine cilinder motorpompsets kunnen
gedeblokkeerd worden door een schroevedraaier in de uitsparing op
het eind van de pompas te zetten en de as te draaien. Voor grotere
pompen dient de pompas te worden gedraaid (denk eraan eerst de
stroom uit te schakelen) of neem contact op met een servicecentrum.
2b) Indien mogelijk demonteer het pomphuis en verwijder de vaste delen
in de pomp of neem contact op met een servicecentrum.
2c) Als de lagers zijn beschadigd, vervang ze of indien noodzakelijk neem
contact op met een servicecentrum.
3)
De pomp
functioneert,
maar er komt
geen water uit
3a)
Valse lucht bij de zuigaansluiting,
vulplug of de pakkingen van de
zuigleiding (bij het vullen van de pomp)
3b)
Voetklep geblokkeerd of zuigleiding
niet volledig gevuld met het medium.
3c) Zuigfilter geblokkeerd.
3a) Vontroleer welke delen niet luchtdicht zijn en verbind de verbindingen
adequaat .
3b) Maak de voetklep schoon of vervang die, gebruik de juiste zuigleiding
voor de toepassing.
3c) Maak het filter schoon of vervang het filter (zie punt 2b)
4)
Onvoldoen
capaciteit
4a) Te kleine leidingen en aansluitdelen
waardoor pompverliezen ontstaan.
4b) Aanwezigheid van vaste bestanddelen
in de pomp.
4c) Staat van de rotor verslechterd.
4d) Versleten rotor en het pomphuis.
4e) Hoge viscositeit van het te verpompen
medium (anders dan water).
4f) Verkeerde draairichting
4g) Hoge zuigverliezen.
4h) Zuigleiding te lang.
4a) Gebruik de juiste leidingdiameters voor de specifieke toepassing.
4b) Maak de pomp van binnen schoon en installeer een zuigfilter ter
voorkoming dat er vaste delen in de pomp komen.
4c) Vervang de rotor of indien noodzakelijk neem contact op met een
servicecentrum.
4d) Vervang de rotor en het pomphuis.
4e) De pomp is niet geschikt voor het te verpompen medium.
4f)
Verander de electrische aansluitingen in de besturing om de
draairichting te veranderen.
4g) De pomp dichter bij het aanzuigpunt zetten en/of verminder het niveau
om de vloeistof beter aan te zuigen.
4h)
De pomp dichter bij de tank zetten (korte zuigleiding). Indien
noodzakelijk vergroot de diameter van de zuigleiding.
5)
De pomp maakt
geluid en trilt
5a) Roterend gedeelte ongebalanceerd
5b) Versleten lagers.
5c) Pomp en leidingen zijn te stevig aan
elkaar bevestigd
5d) Te hoge flow met betrekking tot de
persleiding
5e) Cavitatie
5f) Wisselende stroomtoevoer
5a) Controleer of er geen vaste delen de rotor belemmeren
5b) Vervang de lagers
5c) Veranker de zuig- en persleiding
5d) Gebruik grotere diameters van de leiding of verminder de flow
5e) Verminder de flow door de toevoer aan te passen of vergroot de
diameter van de leidingen zie 4h
5f) Controleer de hoofdvoeding
6)
De mechanical
seal lekt
6a)
De mechanical seal heeft
drooggedraaid en is stuk
6b) Versleten seal door de aanwezigheid
van abrassieve deeltjes in het medium
6c) De mechanical seal is niet geschikt
voor de toepassing.
6d) Druppels tijdens het vullen of bij de
start
In geval van 6a, 6b,6c vervang de mechanical seals of neem contact op
met het servicecentrum.
6a) Controleer of het pomphuis en zuigleiding (pomp niet zelfaanzuigend)
geheel gevuld zijn met het medium en de lucht is verdwenen zie punt 5e
6b) Installeer een zuigfilter en gebruik een mechanical seal die geschikt is
voor het te verpompen medium
6c) Gebruik een mechanical seal die geschikt is voor het verpompen van
het medium
6d) wacht om de mechanical seal te vervangen, pas de draairichting aan.
Als het probleem niet verholpen wordt, zie de punten 6a, 6b en 6c of
neem contact op met een servicecentrum.
A,AS Rev13.indd 43
11/06/15 10:49