Axonics 1101, Руководство пользователя

Страница: 93 / 96

93
Let op:
• Zorg dat de torsiesleutel volledig in de stelschroef is ingebracht. Anders kan de stelschroef beschadigd raken, waardoor stimulatie intermitterend wordt of ophoudt.
• De torsiesleutelis is uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik. Wanneer deze vaker gebruikt wordt kan de werking niet gegarandeerd worden e tijdens meerdere chirurgische
ingrepen. Werp de torsiesleutel weg na gebruik.
De neurostimulator implanteren
1. Plaats de neurostimulator in de subcutane uitsparing. De neurostimulator moet horizontaal worden geïmplanteerd met de keramische kant zo ver mogelijk van het midden van
de patiënt om het opladen en programmeren makkelijk te maken (afbeelding 3) . De geëtste tekst op de stimulator kan naar of van het spierweefsel worden gericht. Zorg dat de
lead geleidelijk en zonder scherpe bochten of knikken van de neurostimulator wordt weggeleid.
NB De neurostimulator mag niet dieper dan 3,0 cm onder de huid worden geplaatst en parallel zijn aan de huid. Als de neurostimulator te diep of niet parallel aan de huid is geplaatst,
kan telemetrische communicatie en/of opladen niet mogelijk zijn.
Let op: Leg overtollige lengte van de lead niet opde neurostimulator. Wikkel overtollige lead rond de omtrek van de neurostimulator (Afbeelding 7) of plaats dit onder de
neurostimulator om interferentie tijdens de programmering te beperken.
PROPOSED AXONICS FIGURE
Figure 7: Wrap excess lead around or under, but not on top
of, the Neurostimulator.
Afbeelding 7: Wikkel overtollige lead om of onder de neurostimulator, maar niet erboven.
2. Gebruik de programmer van de arts om de impedantie te controleren en zorg voor een goede connectie van het systeem.
Aantekeningen:
• Voor een goede communicatie moet de neurostimulator zich in de subcutane uitsparing bevinden wanneer connectie gewenst is.
• Raadpleeg de handleiding voor de programmer van de arts voor gedetailleerde instructies over hoe de integriteit en impedantie van het systeem moet worden gecontroleerd.
3. Gebruik de hechtopening in de kop om de neurostimulator met niet-resorbeerbare zijde vast te zetten aan de spierschede.
De implantatieprocedure afronden
1. Sluit en verbindt alle incisies.
2. Programmeer de neurostimulator en afstandsbediening. Raadpleeg de handleiding van de programmer van de arts voor gedetailleerd aanwijzingen.
3. Geef de patiënt de afstandsbediening en de patiëntidentificatiekaart.
Let op:
De patiënt wordt geadviseerd de afstandsbediening altijd bij zich dragen om de neurostimulator bij te stellen of uit te schakelen.
4. Vul de registratiepapieren van het systeem in en stuur ze naar Axonics.
5. Maak afspraken voor regelmatige follow-up bezoeken van de patiënt om optimale therapie te verzekeren.
Behandeling na de ingreep
Dien gedurende 24 uur profylactische antibiotica toe.
De neurostimulator vervangen
1. Open de implantatieplaats en verwijder de neurostimulator uit de subcutane uitsparing. Knip de tined lead niet door zodat deze opnieuw verbonden kan worden met de nieuwe
neurostimulator.
2. Reinig het connectorblok en lead van de neurostimulator met steriel water. Droog beide droog met steriel gaas.
3. Gebruik de moment schroevedraaier om de stelschroef in het connectorblok van de neurostimulator los te draaien door hem linksom te draaien (Afbeelding 5) .
4. Neem de lead voorzichtig uit de neurostimulator.
Axonics 110-0003 rev M_output.indd 93 9/25/18 7:49 AM