86
Interactie van de programmer met brandbare omgevingen
– Gebruik de clinical programmer niet in de aanwezigheid van een brandbaar gas. De gevolgen van dergelijk
gebruik in een dergelijke omgeving is niet bekend.
Interactie van de programmer met andere actieve geïmplanteerde apparaten
– Wanneer een patiënt een neurostimulator en een ander actief geïmplanteerd apparaat
heeft (bijv. een pacemaker, defibrillator of nog een neurostimulator), kan het RF-signaal dat wordt gebruikt om een van deze apparaten te programmeren de andere apparaten
resetten of herprogrammeren.
Wanneer de instellingen voor deze apparaten worden gewijzigd, zullen de instellingen van deze apparaten gecontroleerd moeten worden voordat de patiënt ontslagen wordt. Vraag
de patiënten om onmiddellijk contact op te nemen als ze symptomen hebben die waarschijnlijk verband houden met de apparaten of hun medische aandoening.
Verstoring van telemetrisch signaal door EMI
– De neurostimulator mag niet geprogrammeerd worden in de buurt van apparatuur die elektromagnetische interferentie (EMI)
kunnen genereren, aangezien de apparatuur het vermogen van de programmer van de arts of de afstandsbediening om met de neurostimulator te communiceren kan hinderen. Als
wordt vermoed dat EMI de programmering verstoort, neem dan afstand van de EMI-bron.
Patiëntactiviteit
Activiteiten met overmatige draai- en rekbewegingen
–Vraag de patiënt geen extreme rek-, en draaibewegingen te maken. Bewegingen die onverwacht en extreem zijn zoals;
excessief of vaak buigen, draaien, springen of strekken kunnen de Axonics SNM-leads doen migreren of breken. Breken of verschuiven van de leads kan tot verlies van therapie. Een
chirurgische ingreep kan nodig zijn om het component te vervangen. Vermijdt activiteiten die extreme bewegingen met zich mee brengen zoals; gymnastiek, mountainbiken, skiën
en andere intensieve sporten. Het vooraf informeren en voorlichten van patiënten naar hun activiteiten kan teleurstelling en schade na de implantatie voorkomen.
Opladen
– Als zwelling of roodheid optreedt in de buurt van de stimulator, moet de patiënt contact opnemen met hun arts voordat ze het oplaadapparaat opnieuw gebruiken.
Zwelling of roodheid kan op een infectie of allergische reactie op het hechtmiddel van de oplader duiden.
Manipulatie van componenten door de patiënt (Twiddler syndroom)
– Geef de patiënten voorlichting dat ze het Axonics SNM System niet door de huid mogen manipuleren.
Manipulatie kan tot beschadiging van het apparaat, verschuiving van de lead, huiderosie of onaangename stimulatie leiden.
Scubaduiken of hyperbare kamers
– Bij een hogere druk zoals bij 10 meter waterdruk (of hoger dan 200 kPa /2 Bar) zou het Axonics SNM systeem kunnen beschadigen. Vermijdt
duiken dieper dan 10 meter of verblijf in een hyperbare kamer van meer dan 200 kPa/2 Bar. Patiënten hebben voorlichting over hoge druk nodig van de arts voordat ze gaan duiken
of een hyperbare kamer gebruiken.
Parachutespringen, skiën of wandelen in de bergen
– Grote hoogten zouden geen invloed moeten hebben op de neurostimulator. Niettemin wordt voorzichtigheid geboden
bij activiteiten op grote hoogte omdat de kans bestaat dat bepaalde bewegingen de geïmplanteerde componenten onder spanning kunnen zetten. Zo kan bij parachutespringen de
plotselinge rukbeweging wanneer de parachute opengaat leiden tot breken of migreren van de lead, waarna een chirurgische ingreep nodig kan zijn om de lead te vervangen of te
verwijderen.
Onverwachte veranderingen in de stimulatie
– Een toename van stimulatie kan worden veroorzaakt door elektromagnetische interferentie, houdingsveranderingen en andere
activiteiten. Sommige patiënten ervaren dit als onaangenaam (het gevoel een schok te krijgen). Het is raadzaam de amplitude te verlagen tot de laagste stand en de stimulator uit te
schakelen, voordat een patiënt activiteiten doet die onveilig zijn. Geadviseerd wordt deze activiteiten eerst met de arts te bespreken.
Gebruik van de afstandsbediening
Toegang van de patiënt tot de afstandsbediening
– geadviseerd wordt dat patiënten altijd hun afstandsbediening bij zich moeten dragen zodat ze de stimulatie kunnen
aanpassen en/of de neurostimulator kunnen in- of uitschakelen.
De afstandsbediening kan andere geïmplanteerde apparaten beïnvloeden
– Patiënten mogen de afstandsbediening niet boven of in de buurt van andere actieve
geïmplanteerde medische apparaten gebruiken (bijv. pacemaker, defibrillator andere neurostimulators).
De afstandsbediening hanteren –
Om te voorkomen dat de afstandsbediening beschadigd wordt, mag de patiënt de afstandsbediening alleen reinigen met water en een zachte
doek reinigen, indien noodzakelijk. De afstandbediening Patiënten mogen het apparaat niet laten vallen of het zo behandelen dat het beschadigd wordt.
De afstandsbediening van de patiënt gebruiken
– Patiënten mogen de afstandsbediening niet gebruiken in de buurt van brandbare of explosieve gassen.
Opslag- en gebruiksomgeving
Componentverpakking
– Componenten die op enige manier zijn aangetast, mogen niet geïmplanteerd worden. Implanteer de component niet als een van de volgende situaties
is opgetreden:
• De opslagverpakking of de steriele verpakking is beschadigd, doorboord of gewijzigd, omdat de steriliteit niet langer kan worden gegarandeerd, dit kan tot infectie leiden.
• De component zelf heeft zichtbare schade. Mogelijk functioneert het component niet goed!
• De uiterste gebruiksdatum is verstreken. In dat geval kan de steriliteit van de component niet worden gegarandeerd en wat kan leiden tot infectie.
Axonics 110-0003 rev M_output.indd 86
9/25/18 7:49 AM
Содержание 1101
Страница 2: ...2 Axonics 110 0003 rev M_output indd 2 9 25 18 7 49 AM ...
Страница 4: ...4 Axonics 110 0003 rev M_output indd 4 9 25 18 7 49 AM ...
Страница 18: ...18 Axonics 110 0003 rev M_output indd 18 9 25 18 7 49 AM ...
Страница 34: ...34 Axonics 110 0003 rev M_output indd 34 9 25 18 7 49 AM ...
Страница 48: ...48 Axonics 110 0003 rev M_output indd 48 9 25 18 7 49 AM ...
Страница 50: ...50 Axonics 110 0003 rev M_output indd 50 9 25 18 7 49 AM ...
Страница 64: ...64 Axonics 110 0003 rev M_output indd 64 9 25 18 7 49 AM ...
Страница 66: ...66 Axonics 110 0003 rev M_output indd 66 9 25 18 7 49 AM ...
Страница 80: ...80 Axonics 110 0003 rev M_output indd 80 9 25 18 7 49 AM ...
Страница 82: ...82 Axonics 110 0003 rev M_output indd 82 9 25 18 7 49 AM ...