191
Nederlands
„Activeren van SNMPv1, SNMPv2c”
Afhankelijk van de instellingen van uw SNMP-server kunt u hier
naamvelden van de schrijf/leesgroepen vastleggen.
„Activeren van SNMPv3”
Ondersteunt uw SNMP-server het SNMP-protocol in de versie 3, dan kunt u de
statusopvragen gecodeerd uitvoeren. Hiervoor moet voor de vraag van de schrijf/leesgroepen een
coderingsalgoritme en paswoord in de netwerkcamera en SNMP-server opgeslagen worden.
6.5 Netwerk
6.5.1 Netwerkinstellingen
Alle wijzigingen die op deze pagina uitgevoerd worden, leiden tot het herstarten van het systeem om
deze wijzigingen actief te laten worden. Zorg ervoor dat de velden telkens juist ingevuld zijn voor u op
„Opslaan” klikt.
„LAN”
De voorinstelling is LAN. Gebruik deze instelling als de netwerkcamera met een LAN verbonden is.
Hiervoor zijn bijkomende instellingen, zoals IP-adres of subnetmasker nodig.
„IP-adres automatisch verkrijgen”
Bij elke herstart van de netwerkcamera wordt aan dit adres een IP-adres
via een DHCP-server toegewezen.
„Vast IP-adres gebruiken”
De netwerkgegevens, zoals bijv. het IP-adres, worden hier vast gegeven.
„IP-adres”
Dit adres is nodig voor de netwerkidentificatie.
„Subnetmasker”
Dient om te bepalen of het doel zich in hetzelfde subnet bevindt. De standaardwaarde luidt
„255.255.255.0”.
„Standaardrouter”
Dit is de gateway voor het doorgeven van beelden aan een ander deelnet. Een ongeldige
routerinstelling zal de overdracht aan deze doelen in verschillende deelnetten verhinderen. Bestaat een
crosslinkkabelverbinding, gelieve dan hier absoluut een IP in hetzelfde subnetbereik van de netwerkcamera in
te voeren (bijv. 192.168.0.1).
„
Primaire DNS”
Server van de primaire domeinbenaming waarmee de hostnamen in IP-adressen
omgezet worden.
„Secundaire DNS”
Server van de secundaire domeinbenaming voor het maken van een reservekopie van
de primaire DNS.