208
Nederlands
Werkwijze van de bewegingsherkenning:
U hebt twee parameters om de beweringsherkenning in te stellen:
gevoeligheid
en
procent
. De afbeelding
verklaart hoe deze beide parameters de bewegingsherkenning beïnvloeden.
Uitgaande van afbeelding A vindt een beweging naar beeld B plaats. De resulterende pixelwijzigingen
(afhankelijk van de gevoeligheidsinstelling) worden in afbeelding C weergegeven (grijs). De instelling
„Gevoeligheid”
heeft betrekking op het vermogen van het sensorsysteem om bewegingen in het beeld te
herkennen. Hoe hoger deze waarde ingesteld is, hoe meer pixelwijzigingen op het beeld herkend worden.
Bij een bewegingsherkenning worden de pixelwijzigingen (afhankelijk van de gevoeligheid) serverintern als
alarmpixels opgeslagen (roze velden in afbeelding D). De drempelwaarde
„Procent”
beschrijft hierbij het
aandeel van de „alarmpixels” t.o.v. het aantal pixels in het geselecteerde bereik. Wordt het vastgelegde
aandeel alarmpixels (procent) bereikt/overschreden, wordt een alarm geactiveerd. Voor een betrouwbare
bewegingsherkenning is het aan te bevelen om een hoge gevoeligheid en een lage procentwaarde in te stellen.
11. Camera sabotageherkenning
De netwerkcamera ondersteunt een sabotageherkenning. Is de herkenning geactiveerd, kan een resulterend
alarm als gebeurtenis voor een bericht gebruikt worden (zie toepassing)
„Netwerkcamera sabotagebeveiliging activeren”
Het sensorsysteem wordt geactiveerd.
„Activeringsgedrag”
De periode definieert hoe lang een sabotagegebeurtenis voorhanden moet zijn tot een
alarm geactiveerd wordt.
De volgende sabotagegebeurtenissen worden gecontroleerd:
•
Verdraaien camera
•
Afdekken camera
•
Focussering camera
Deze sabotageherkenning kunt u als activering in de camerafunctie „Toepassing/gebeurtenissetup”
gebruiken.
A
B
C
D