189
Nederlands
Vergeet niet op
„Opslaan”
te klikken opdat de wijzigingen actief worden.
6.2 Veiligheid
„Rootpaswoord”
Dient voor het wijzigen van het administratorpaswoord door het invoeren van het nieuwe
paswoord. De ingevoerde paswoorden worden om veiligheidsredenen alleen met punten weergegeven. Na
het klikken op
„Opslaan”
vraagt de webbrowser de administrator om het nieuwe paswoord voor de toegang
tot de netwerkcamera in te voeren.
„Gebruiker toevoegen”
Voer de nieuwe
gebruikersnaam en het bijbehorende
paswoord in en klik daarna op
„Toevoegen”
. De nieuwe gebruiker wordt
op de lijst met de gebruikersnamen
weergegeven. In het totaal kunnen twintig
gebruikersaccounts ingesteld worden.
„Gebruiker bewerken”
Open de lijst met de
gebruikersnamen, zoek de gebruiker die u
wilt bewerken en verander de betreffende
waarden. Klik op
„Actualiseren”
om de
wijzigingen over te nemen.
„Gebruiker wissen”
Open de lijst met de gebruikersnamen, zoek de gebruiker uit en klik op
„Wissen”
om
deze gebruiker van de lijst te wissen
Gebruikersbeheer
Administrator:
onbeperkte volledige toegang tot de netwerkcamera.
Operator:
geen toegang tot de configuratiepagina. Kan bijkomend URL-commando’s uitvoeren (bijv. PTZ).
Gebruiker:
de toegang is tot de hoofdpagina (live-view) beperkt.
Digitale uitgang:
gebruikersgroep kan alarmingang en uitgang sturen
PTZ-besturing:
gebruikersgroep heeft toegang tot de PTZ-besturing
Anonieme gebruikers toestaan:
er vindt geen opvraag van gebruikersnaam en paswoord plaats bij het
weergeven van de hoofdpagina.
6.3 HTTPS
Het HTTPS-protocol wordt voor de codering en de verificatie van de communicatie tussen webserver
(netwerkcamera) en browser (client pc) in het world wide web gebruikt. Alle gegevens die tussen
netwerkcamera en client-pc overgedragen worden, zijn met SSL gecodeerd. Voorwaarde voor HTTPS is
naast de SSL-codering (compatibel met alle gangbare browsers) een certificaat dat de authenticiteit van de
bron bevestigt.