201
Nederlands
„Videotitel”
De tekst verschijnt in de zwarte balk boven het videovenster met een tijdstempel. Deze
tijdstempel (datum en tijd) wordt door de geïntegreerde realtimeklok van de netwerkcamera geleverd.
„Kleur”
Kies uit weergave in kleur en zwar/wit.
„Modulatie”
Kies tussen de videostandaard NTSC en PAL of een automatische herkenning van het
videosignaal door de netwerkcamera.
„Videobuffer”
De geselecteerde videostream wordt voor de opname van voor- en na-alarmvideogegevens
(zie hoofdstuk „Toepassing”) gebruikt.
„Kantelen”
Voor het horizontaal roteren van de video. Kies deze opties als de camera omgekeerd
geïnstalleerd werd.
„Spiegelen”
Voor het verticaal roteren van de video.
„Videotitel en tijdstempel weergeven”
Met deze optie kunnen titel en tijdstempel direct in het videobeeld en
momentopnames weergegeven worden. De gegevens onder punt „Videotitel” worden hier gebruikt.
9.1 Beeldinstellingen
"Witbalans":
hier kan de kleurtemperatuur voor de
witbalans handmatig worden ingesteld.
Automatisch:
de camera bepaalt de juiste
kleurtemperatuur automatisch aan de hand van de
verlichtingsomstandigheden. Deze instelling wordt
voor de meeste situaties aanbevolen.
"Huidige waarde behouden":
de witbalans van de
huidige livebeelden wordt behouden.
"Helderheid, contrast, verzadiging, scherpte".
Hier kan het videobeeld optimaal worden ingesteld
afhankelijk van de situatie.
"Randverscherping inschakelen":
randverscherping is een bewerkingsfilter waarmee het
randcontrast van een afbeelding of video wordt
versterkt om de scherpte te verbeteren. Voer een
waarde tussen 1 en 128 in om de graad van
gewenste verscherping te kiezen.
"Ruisonderdrukking inschakelen":
met ruisonderdrukking wordt de ruis uit een signaal verwijderd. Kies het
type ruis dat verwijderd moet worden en voer een waarde tussen 1 en 63 in om de graad van gewenste
verbetering te kiezen.
Om de gewijzigde instellingen weer te geven kunt u op de knop "Voorbeeld" klikken. Klik op de knop
"Opslaan" om de gewijzigde instellingen op te slaan. Klik op de knop "Herstellen" om de gewijzigde
instellingen ongedaan te maken.
Gebruik de optie ka spiegelen als de camera aan het plafond geïnstalleerd is.